Regeling aanwijzing land- en tuinbouwfolie

13 oktober 1999

MBA/99217915

Directoraat-generaal Milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 1, onder a en b, van het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie.

Artikel 2

1. Als categorie van landbouwfolie als bedoeld in artikel 1, onder a, van het besluit worden aangewezen:

a. kunststoffolie met een dikte van minimaal 0,1 millimeter en

b. kunststoffolie met een dikte van maximaal 0,1 millimeter.

2. Als categorie van tuinbouwfolie als bedoeld in artikel 1, onder b, van het besluit wordt aangewezen kunststoffolie die wordt gebruikt in de tuinbouw voor het afdekken van grond, het weerkaatsen van licht en het omhullen van substraatbodems.

Artikel 3

Na inwerkingtreding van deze regeling worden de met toepassing van de Regeling aanwijzing landbouwfolie vastgestelde besluiten, beschouwd als te zijn vastgesteld met toepassing van de Regeling aanwijzing land- en tuinbouwfolie.

Artikel 4

De Regeling aanwijzing landbouwfolie (Stcrt. 1996, 239) wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing land- en tuinbouwfolie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 13 oktober 1999. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.

Toelichting

Deze regeling strekt tot vervanging van de Regeling aanwijzing landbouwfolie (Scrt. 1996, 239). Het ontwerp van de laatstgenoemde regeling werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109). Voor het geval onderdelen van deze regeling als een norm of technisch voorschrift in de zin van die richtlijn moeten worden beschouwd, is het ontwerp van de onderhavige regeling ingevolge Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EEG van 20 juli 1998 (PbEG L 217), gemeld aan de Europese Commissie (notificatienummer 99/0314/NL). Ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235), is een ontwerp van de onderhavige regeling gemeld aan het Secretariaat van de Wereldhandels-organisatie.

De tekst van de regeling is niet gelijk aan die van de oorspronkelijke regeling. Voor een toelichting op de achtergronden van de ingetrokken regeling zij verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke regeling.

In het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie (hierna: het besluit) zijn definities opgenomen van landbouw-folie en tuinbouwfolie. Bij ministeriële regeling worden vervolgens de verschillende categorieën van land- en tuinbouwfolie aangewezen waarop het besluit van toepassing is.

Kuilfolie

In de Regeling aanwijzing landbouw-folie werd landbouwfolie met een dikte van minimaal 0,1 mm is aangewezen, de zogenaamde kuilfolie. Voor deze soort landbouwfolie is sinds twee jaar een adequate structuur voor de inzameling en herverwerking opgezet door Stichting Folieinzameling Nederland (Folined) namens de producenten en importeurs van kuilfolie. Inmiddels is het ook mogelijk om andere soorten kunststoffolie die in de land- en tuinbouw worden gebruikt, in te zamelen en te herverwerken.

Stretchfolie

In de toelichting bij de Regeling aanwijzing landbouwfolie was aangegeven dat voor landbouwfolie met een dikte van maximaal 0,1 mm, de zogenaamde stretchfolie (nog) geen verwerkingstechnieken beschikbaar waren. In 1997 zijn proeven uitgevoerd op het gebied van de herverwerking van stretchfolie en de uitkomsten van deze proeven waren positief. Dit heeft erin geresulteerd dat in 1998 een aantal inzamelaars de stretchfolie tegelijkertijd met de kuilfolie inzamelen. Onder deze inzamelaars bevindt zich ook de landelijke inzamelaar die is gecontracteerd door de Folined. Nu is gebleken dat de inzameling en de herverwerking van stretchfolie technisch en economisch haalbaar is, wordt ook landbouwfolie met een dikte van maximaal 0,1 millimeter, aangewezen als landbouwfolie waarop het besluit van toepassing is. De belangrijkste producenten en importeurs van stretchfolie hebben zich inmiddels bij Folined aangesloten.

Loopfolie en substraatfolie

In de toelichting bij de Regeling aanwijzing landbouwfolie was aangegeven dat voor tuinbouwfolie de eerste initiatieven nog werden ontwikkeld om tot een systeem van inzameling en herverwerking te komen. Inmiddels is ruim twee jaar later in de praktijk bewezen dat het inzamelen en verwerken van een aantal soorten tuinbouw-folie mogelijk is, maar dat er thans in de markt onvoldoende initiatiefnemers zijn om de verwerkingscapaciteit structureel van aard te laten zijn. Op dit moment heeft de belangrijkste schakel uit de keten, de producenten en importeurs van tuinbouwfolie, geen betrokkenheid bij de financiering en organisatie van de huidige infrastructuur. De gescheiden inzameling van tuinbouwfolie vindt inmiddels overal plaats. De soorten tuinbouwfolie waarvoor herverwerking mogelijk is, zijn de zogenaamde loopfolie - waarmee grond wordt afgedekt en licht wordt gereflecteerd - en de zogenaamde substraatfolie - waarmee substraatbodems worden omhuld. Met de aanwijzing van deze twee tuinbouwfolies in de onderhavige regeling, worden de producenten en importeurs van deze folies verplicht om zorg te dragen voor de financiering en organisatie van een systeem van inzameling en herverwerking. In overleg met ontdoeners, inzamelaars en verwerkers zal een structurele verwerking van tuinbouwfolie dienen te worden opgezet.

Door de aanwijzing worden de producenten en importeurs van zowel stretchfolie als tuinbouwfolie verantwoordelijk voor de inzameling en herverwerking van deze folies. De geplande datum van inwerkingtreding is zodanig gekozen dat voor de folie die in het jaar 2000 op de markt wordt gebracht door producenten en importeurs een regeling moet zijn getroffen voor de inzameling en herverwerking. Binnen 13 weken na de inwerkingtreding van de Regeling aanwijzing land- en tuinbouwfolie moeten zij op basis van het Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie een mededeling doen aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de wijze waarop zij uitvoering gaan geven aan hun verplichtingen. Zij kunnen dit gezamenlijk of individueel doen. In de Leidraad Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie is aangegeven welke elementen een mededeling moet bevatten en waaraan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer toetst.

Voorpublicatie

Naar aanleiding van de voorpublicatie in de Staatscourant (1999 nr. 69) zijn drie reacties van producenten van tuinbouwfolie ontvangen. Oerlemans Plastics B.V. twijfelt aan de praktische hanteerbaarheid van de aanwijzing van slechts twee typen tuinbouwfolie. Naast de aangewezen soorten, loopfolie en substraatfolie, worden in de glastuinbouw ook een groot aantal andere soorten tuinbouwfolie gebruikt. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat dit tot onduidelijkheid leidt, omdat eer dan 60% van de toepaste tuinbouwfolies loopfolie of substraatfolie betreft. Deze folies zijn ook de enige tuinbouwfolies waarbij zich op dit moment knelpunten voordoen bij verwerking. De enige verwerker van loopfolie en substraatfolie is in 1998 failliet gegaan, als gevolg waarvan een ontheffing van het stortverbod voor tuinbouwfolie moest worden verleend. Inmiddels bestaan er initiatieven om de verwerking opnieuw op te starten. De in werkingtreding van het besluit zal een belangrijke impuls geven aan ontwikkeling van deze initiatieven.

Bovenstaande neemt niet weg dat het uit oogpunt van efficiëntie en service richting de ontdoeners aantrekkelijk kan zijn de terugnameplicht voor loopfolie en substraatfolie te combineren met vrijwillige systemen voor andere typen tuinbouwfolie. Tevens wordt hergebruik voor de overige typen folies gestimuleerd door een al geruime tijd geldend stortverbod voor land- en tuinbouwfolie. Daarnaast wordt hergebruik in het kader van de Regeling verpakking en verpakkingsafval en het Convenant Verpakkingen II gestimuleerd voor wat betreft verpakkingsfolies in de tuinbouw (bijvoorbeeld kunstmestzakken).

Oerlemans Plastics B.V. wijst daarnaast op de specifieke kenmerken van de markt van tuinbouwfolie die inzameling en herverwerking van tuinbouwfolie complexer maken dan inzameling en herverwerking van landbouwfolie. Het is juist dat iedere branche specifieke kenmerken heeft die van invloed kunnen zijn op de inzameling en herverwerking van producten. Het is daarom zaak een inzamelings- en herverwerkingssysteem op maat te maken. De mededeling met betrekking tot een inzamelings- en herverwerkingssysteem, die producten en importeurs naar aanleiding van de onderhavige regeling moeten doen, biedt hiervoor ruimte. De producenten en importeurs blijven echter eindverantwoordelijken.

Klerk’s Plastic Industrie B.V. wijst op de problemen die kleven aan het verwerken van tuinbouwfolie. Het betreft hier dunne folies met vaak hoge vervuilingspercentages. Het is juist dat de verwerking van vervuilde tuinbouwfolie complexer en duurder is dan de verwerking van schone folie. Ervaringen van de afgelopen twee jaar hebben echter laten zien dat herverwerking mogelijk is. Met het oog op een inzamelings- en herverwerkingssysteem van structurele aard is daarom de inwerkingtreding van het besluit voor tuinbouwfolie voor de belangrijkste tuinbouwfolies noodzakelijk.

Klerk’s Plastic Industrie B.V. vindt het onjuist dat de producenten en importeurs van tuinbouwfolie verantwoordelijk worden gesteld voor het opzetten van een organisatorisch, milieuhygiënisch en financieel sluitende verwijderingsstructuur voor tuinbouwfolie. BP Chemicals verzoekt om uitstel van de inwerkingtreding van het besluit voor loopfolie en substraatfolie. Naar aanleiding van deze reacties is het volgende van belang: De problematiek van de inzameling en herverwerking van land- en tuinbouwfolie was reeds begin jaren-90 aanleiding voor het ministerie van VROM om in contact te treden met het bedrijfsleven. Dit heeft geresulteerd in het Convenant Kunststofafval land- en tuinbouw uit 1993 waarin de producten en importeurs van land- en tuinbouwfolie zich committeren aan het opzetten van een inzamelings- en herverwerkingsstructuur voor land- en tuinbouwfolie en een doelstelling van 70% hergebruik in het jaar 2000. Daarnaast zijn over het stortverbod voor land- en tuinbouwfolie (Besluit stortverbod afvalstoffen) en wettelijke regeling van producentenverantwoordelijkheid (Besluit verwijdering land- en tuinbouwfolie) in het convenant afspraken gemaakt. Duidelijk is dat bovengenoemde doelstelling van 70% hergebruik in 2000 nog niet is gehaald. Er is dan ook geen aanleiding de inwerkingtreding van het besluit voor de belangrijkste tuinbouwfolies uit de te stellen of te heroverwegen.

De Minister van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk.

Naar boven