Wijziging Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheids-onderzoeken Binnenlandse Veiligheidsdienst

1 januari 1999

Nr. 2341766-87

Binnenlandse Veiligheidsdienst

HetHoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,

Gelet op artikel 4, aanhef en onder 1, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken ministerie van Binnenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken Binnenlandse Veiligheidsdienst wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 2, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede ’De coördinator veiligheidsonderzoeken bezit’ vervangen door: De hoofden van de afdelingen Veiligheidsonderzoeken A en B bezitten.

B. Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij verhindering van het hoofd van de afdeling Veiligheidsonderzoeken A heeft het hoofd van de afdeling Veiligheidsonderzoeken B als diens plaatsvervanger tekenbevoegdheid. Bij verhindering van het hoofd van de afdeling Veiligheidsonderzoeken B heeft het hoofd van de afdeling Veiligheidsonderzoeken A als diens plaatsvervanger tekenbevoegdheid.

C. Artikel 5 komt te luiden:

De hoofden van de afdelingen Veiligheidsonderzoeken A en B brengen iedere twee maanden aan het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst schriftelijk verslag uit over de wijze waarop zij van de aan hen verleende tekenbevoegdheid gebruik hebben gemaakt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Dit besluit zal in afschrift worden gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en belanghebbende functionarissen.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.


Het Hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,
S.J. van Hulst.

Naar boven