Instelling begeleidingscommissie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Lange Termijn

16 juli 1999

Nr. DGRLD/ONL/L 99.370115

Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken;

Besluit:

Artikel 1

1. Er is een begeleidingscommissie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Lange Termijn.

2. De begeleidingscommissie wordt ingesteld voor de periode tot en met de vaststelling, door het kabinet, van de Planologische Kernbeslissing deel 3 houdende een lange termijn-voorziening voor de nationale luchthaven.

Artikel 2

1. De Minister van Verkeer en Waterstaat benoemt de leden van de begeleidingscommissie in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken.

2. De onafhankelijkheid van de leden van de begeleidingscommissie is gewaarborgd.

3. Tot lid, tevens voorzitter, wordt benoemd drs. W.T. van Gelder, Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland, tot lid worden benoemd prof. dr. R.J. In ’t Veld en mr. G.M.W. Enthoven.

Artikel 3

1. De begeleidingscommissie heeft als taak het begeleiden van het besluitvormingsproces, als bedoeld in het kabinetstandpunt WRR-advies ’Besluiten over Grote Projecten’, in het kader van het project ’Ontwikkeling Nationale Luchthaven, Lange Termijn’.

2. De begeleidingscommissie beoordeelt:

a. de kwaliteit van het proces van besluitvorming;

b. de wijze waarop maatschappelijke actoren bij het proces worden betrokken;

c. de communicatie tussen het rijk en andere procespartners, en

3. De begeleidingscommissie beoordeelt de externe kwaliteitsborging met betrekking tot de onderbouwing van de besluitvorming op het eerste moment van afweging van de locaties Schiphol en een eiland in de Noordzee.

Artikel 4

1. De begeleidingscommissie regelt haar werkzaamheden naar eigen inzicht.

2. De begeleidingscommissie rapporteert haar bevindingen aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken.

3. De bevindingen van de begeleidingscommissie zijn openbaar en worden in afschrift aan de beide Kamers der Staten-Generaal gezonden.

4. De begeleidingscommissie is bevoegd, op verzoek van de Staten-Generaal, nadere informatie te verschaffen over haar bevindingen.

5. De begeleidingscommissie kan, op eigen initiatief of op verzoek, aanbevelingen doen aan de betrokken ministers.

6. Het eindrapport van de begeleidingscommissie wordt aangeboden aan de Staten-Generaal.

Artikel 5

1. De kosten voor het functioneren van de begeleidingscommissie komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

2. Voor het gebruikmaken van diensten van derden, waaruit financiële verplichtingen voor het Rijk voortvloeien, behoeft de begeleidingscommissie goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 6

1. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de begeleidingscommissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit algemene secretaris-aangelegenheden rijksadministratie op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

2. De bescheiden worden bij beëindiging van de werkzaamheden opgenomen in het Centraal archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 7

De werkzaamheden van de begeleidingscommissie Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur worden voortgezet tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Toelichting

Besluiten over grote infrastructurele projecten moeten pas worden genomen nadat er een dialoog in de samenleving heeft plaatsgehad.

In het Kabinetsstandpunt WRR-advies ’Besluiten over Grote Projecten’ (kamerstukken II 1995/96, 24 690, nr. 1) heeft het kabinet een procedure vastgesteld voor het voeren van een dergelijke dialoog.

De instelling van de begeleidingscommissie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Lange Termijn vloeit hier uit voort.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven