Vaststelling bijdragen op grond van Besluit kostenverhaal Elektriciteitswet 1998

6 juli 1999

WJZ/W 99044573

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 8, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal Elektriciteitswet 1998,

Besluit:

Artikel 1. Leges

De bedragen die verschuldigd zijn voor handelingen als bedoeld in artikel 2 van het Besluit kostenverhaal Elektriciteitswet 1998, zijn:

a. voor het in 1999 verlenen van instemming met een aanwijzing als netbeheerder: f 10.000;

b. voor het in 1999 aanwijzen van een netbeheerder door de Minister van Economische Zaken: f 10.000;

c. voor het in 1999 verlenen van een ontheffing van de plicht een netbeheerder aan te wijzen: f 1000;

d. voor het in 1999 verlenen van een leveringsvergunning: f 7000.

Artikel 2. Jaarlijkse bijdragen van netbeheerders en vergunninghouders

De bedragen die netbeheerders en vergunninghouders in 1999 verschuldigd zijn op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit kostenverhaal Elektriciteitswet 1998 zijn:

a. voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet: f 150 000;

b. voor de overige netbeheerders: f 22.500, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal aansluitingen op 31 december 1998 op het door de desbetreffende netbeheerder beheerde net vermenigvuldigd met f 0,07548;

c. voor de vergunninghouders: f 15.000, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal beschermde afnemers waaraan de desbetreffende vergunninghouder op 31 december 1998 elektriciteit leverde, vermenigvuldigd met f 0,06433.

Artikel 3. Wijze van betaling

1. De bedragen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, worden betaald aan het Ministerie van Economische Zaken.

2. De directeur van de dienst int de bedragen, bedoeld in de artikelen 1 en 2.

Artikel 4. Inwerkingtreding

1. De artikelen 1, onderdeel d, 2, onderdeel c, en 3 treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst.

2. De artikelen 1, onderdeel a, b en c, en 2, onderdelen a en b, treden in werking met ingang van 1 oktober 1999.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 6 juli 1999. De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Dit besluit stelt op grond van artikel 8 van het Besluit kostenverhaal Elektriciteitswet 1998 de bedragen vast die in 1999 verschuldigd zijn voor het verrichten van handelingen op grond van de Elektriciteitswet 1998. De bedragen zijn gebaseerd op de begroting van de Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet (Dte). Van de geraamde uitgaven voor 1999 van f 3.350.000 wordt 60% doorberekend (f 2.010.000). Van dit bedrag zal 60% worden doorberekend aan netbeheerders en 40% aan vergunninghouders, gezien de omvang van de uitvoeringswerkzaamheden van de Dte ten behoeve van de netbeheerders, respectievelijk de vergunninghouders.

Ook het vaste bedrag dat netbeheerders en vergunninghouders verschuldigd zijn, is vastgesteld met behulp van deze verdeling. In 1999 bedraagt het vaste bedrag voor netbeheerders f 22.500 en voor vergunninghouders f 15.000. Deze vaste bedragen worden verhoogd met variabele bedragen. Voor netbeheerders wordt het variabele bedrag berekend door het aantal aansluitingen in 1998 op het door de netbeheerder beheerde net te vermenigvuldigen met een bedrag van f 0,07548, voor vergunninghouders wordt het aantal beschermde afnemers waaraan de vergunninghouder in 1998 elektriciteit leverde vermenigvuldigd met een bedrag van f 0,06433. Als peildatum voor het aantal aansluitingen geldt 31 december 1998. Het totaal aantal aansluitingen in Nederland op die datum was 7.134.548.

Een bijzondere positie wordt ingenomen door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Voor deze netbeheerder ligt het vaste deel van de bijdrage hoger dan dat van de bijdrage voor de regionale netbeheerders. Aan de landelijke netbeheerder is in de wet namelijk een aantal bijzondere en exclusieve taken en bevoegdheden toegekend, waardoor de landelijke netbeheerder op een aantal punten meer aandacht van de dienst vraagt. Gedacht kan worden aan het vaststellen van de tarieven voor systeemdiensten en aan het beoordelen van het systeem van de programma-verantwoordelijkheid. Er is daarentegen slechts een gering aantal aansluitingen op het landelijk hoogspanningsnet. Daarom wordt voor 1999 het variabele bedrag voor de netbeheerder van landelijk hoogspanningsnet op nihil gesteld, en is hij alleen een vast bedrag verschuldigd van f 150.000.

De bijdragen die aanvragers van een vergunning of een ontheffing en verzoekers om instemming moeten voldoen, worden vastgesteld aan de hand van de begrote uitgaven van behandeling van vergunning-, ontheffing- of instemmingaanvragen. De in rekening te brengen bedragen zijn daarom kostendekkend.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink.

Bezwaar

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage.

Naar boven