Aanpassing maatregelen Belgische vee- en pluimveeproducten

17 juni 1999

TRCJZ 1999/6342

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 9, eerste lid, van Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395) en artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en gelet op artikel 68 van de Veewet, artikel 99 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 19 juncto 13 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel I

De artikelen I en II van de Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 juni 1999, nr. TRCJZ/1999/58591 vervallen.

Artikel II

De Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 7 juni 1999, nr. TRCJZ/1999/58582 en de Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 15 juni 1999/TRCJZ/6238 worden ingetrokken.

Artikel III

Artikel III van de Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 juni 1999, nr. TRCJZ/1999/5859 komt te luiden:

Artikel III

1. Het is verboden producten verkregen van of uit sedert 15 januari 1999 in België gehouden runderen, varkens of pluimvee in Nederland te brengen, tenzij:

a. voorzover de producten verkregen zijn van varkens of runderen, wordt voldaan aan artikel 2, onderdelen A en C, van beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147);

b. voorzover de producten verkregen zijn van pluimvee, wordt voldaan aan artikel 2, onderdelen A en C, van beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141).

2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op producten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147) en als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141).

Artikel IV

De Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 1985 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel x door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

y. het vlees mag niet afkomstig zijn van runderen of varkens afkomstig uit België, die aldaar gehouden zijn in de periode sedert 15 januari 1999, tenzij naar het oordeel van de bevoegde Nederlandse veterinaire autoriteit de slachtdieren voldoen aan de criteria die voortvloeien uit artikel 2, onderdelen B en C, van beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147).

B

Aan artikel 3 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

q. het vlees mag niet afkomstig zijn van runderen of varkens afkomstig uit België, die aldaar gehouden zijn in de periode sedert 15 januari 1999, tenzij naar het oordeel van de bevoegde Nederlandse veterinaire autoriteit de slachtdieren voldoen aan de criteria die voortvloeien uit artikel 2, onderdelen B en C, van beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147).

Artikel V

Aan artikel 4.3 van de Regeling keuring en handel dierlijke produkten wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het tweede lid is niet van toepassing op vers vlees afkomstig van pluimvee uit België, dat aldaar gehouden is in de periode sedert 15 januari 1999, tenzij naar het oordeel van de bevoegde Nederlandse veterinaire autoriteit het pluimvee voldoet aan artikel 2, onderdelen B en C, van beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141).

Artikel VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van publicatie in de Staatscourant.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
J.F. de Leeuw, directeur-generaal.

1 Stcrt. 104, gewijzigd bij ministeriële regelingen van 7 juni 1999 (Stcrt. 105) en 15 juni 1999 (Stcrt. 111).

2 Strct. 105.

Toelichting

Naar aanleiding van het in België in de handel komen van veevoeder met een te hoog gehalte aan dioxine zijn uit oogpunt van dier- en volksgezondheid voorlopige maatregelen getroffen (Stcrt. 104, Stcrt. 105, Stcrt. 111, Stcrt. 112). Inmiddels zijn Beschikking nr. 99/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141) en Beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147) vastgesteld en tot uitvoering gebracht. Bij ministeriële regeling van 15 juni 1999 (Stcrt. 111) zijn de door de Staatssecretaris van LNV getroffen nationale maatregelen in overeenstemming gebracht met het in de beschikkingen neergelegde regime, voorzover het producten uit België betreft die afkomstig zijn van sedert 15 januari 1999 in België gehouden pluimvee, runderen en varkens. Onderhavige regeling strekt ertoe de nationale maatregelen met betrekking tot levend vee en pluimvee, dat sedert 15 januari 1999 in België is gehouden, alsmede daarvan afkomstige producten, in overeenstemming te brengen met de beschikkingen van de Europese Commissie. Tevens worden de invoerverboden voor tamme konijnen en aquicultuurdieren, alsmede daarvan afkomstige producten, ingetrokken. Dit betekent dat thans uitsluitend nog restricties gelden voor runderen, varkens en pluimvee afkomstig uit België en voor van die dieren afgeleide producten. Indien betreffende dieren of producten in Nederland worden gebracht, dient daarbij immers te worden voldaan aan het in de beschikkingen neergelegde regime.

Beschikking 1999/389/EG geeft voorts aanleiding artikel 2, eerste lid, onderdeel y, en artikel 3, onderdeel q, van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen opnieuw aan te passen. Op grond van deze artikelen gold met ingang van 4 juni 1999 een algeheel verbod om vlees afkomstig van slachtdieren, voorzover het vee betrof, uit België voor menselijke en dierlijke consumptie geschikt te verklaren. Ingevolge deze regeling dient uitsluitend nog vlees dat afkomstig is van sedert 15 januari 1999 in België gehouden runderen en varkens ongeschikt te worden verklaard en uitsluitend indien het vlees afkomstig is van slachtdieren die niet voldoen aan de criteria die voortvloeien uit artikel 2, onderdelen B en C, van de beschikking 1999/389/EG. Voor pluimveevlees is artikel 4.3 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten overeenkomstig aangepast.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

voor deze:

J.F. de Leeuw, directeur-generaal.

Naar boven