Warenwetregeling Dioxineverontreiniging levensmiddelen

4 juni 1999

GZB/VVB 992588

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141), alsmede op artikel 15, eerste lid, juncto artikel 1, vijfde lid, artikel 4, eerste lid, artikel 9, en artikel 13, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. beschikking 1999/363/EG: beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141);

b. andere EG-beschikking: een krachtens het EG-Verdrag met betrekking tot eet- of drinkwaren tot stand gekomen beschikking die in het belang van de volksgezondheid regels stelt ten aanzien van de verhandeling van andere eet- of drinkwaren die besmet kunnen zijn met dioxine dan bedoeld in het eerste lid, onder c, 1°;

c. mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren:

1° eet- of drinkwaren die zijn verkregen van als huisdier gehouden pluimvee dat in België is opgefokt tussen 15 januari 1999 en 1 juni 1999 op bedrijven waarvoor de Belgische autoriteiten beperkende maatregelen hebben vastgesteld, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder A, van beschikking 1999/363/EG; of

2° andere eet- of drinkwaren die bij een andere EG-beschikking zijn aangewezen als verontreinigd of mogelijk verontreinigd met dioxine;

met uitzondering van eet- of drinkwaren die na onderzoek niet verontreinigd blijken te zijn met dioxine.

Artikel 2

1. Het is verboden mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren binnen Nederlands grondgebied te brengen.

2. Het is verboden mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren te verhandelen anders dan met inachtneming van bij deze regeling gestelde voorschriften.

Artikel 3

Artikel 1, derde lid, van de Warenwet, is buiten toepassing ten aanzien van mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren.

Artikel 4

Mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren worden uitsluitend verhandeld ter aflevering aan een afvalverbrandingsinstallatie.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Dioxineverontrei-niging levensmiddelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

Op 4 juni 1999 is gepubliceerd beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141). Deze beschikking is noodzakelijk in verband met recent in België opgetreden zware dioxineverontreiniging van mengvoeder, waardoor ook diverse eet- of drinkwaren verontreinigd kunnen zijn. Bij deze regeling worden de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen vastgesteld, ook voor eventuele toekomstige beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter zake.

Volgens artikel 1, derde lid, van de Warenwet, is de Warenwet ten aanzien van het voorhanden of in voorraad hebben van een waar niet van toepassing indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de waar niet voor aflevering bestemd is. Tevens bepaalt dat lid dat de Warenwet ten aanzien van het afleveren van een waar niet van toepassing is indien aannemelijk kan worden gemaakt dat het afleveren geschiedt ter vernietiging van de waar of om de waar in overeenstemming te brengen met regels, bij of krachtens de Warenwet met betrekking tot die waar gesteld. Artikel 3 van deze regeling beoogt zeker te stellen dat mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren volledig binnen de reikwijdte van de Warenwet vallen, ook in de in artikel 1, derde lid, van die wet bedoelde gevallen. Artikel 1, vijfde lid, van de Warenwet maakt dit mogelijk. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat mogelijk met dioxine besmette eet- of drinkwaren in het belang van de volksgezondheid niet verhandeld mogen worden en moeten worden afgeleverd bij een afvalverbrandingsinstallatie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven