Beleidsregels voor de beslissing op aanvragen voor Opiumwetverloven

11 mei 1998

nr. GMV-981877

De Opiumwet en Opiumwetverloven

De Opiumwet verbiedt het binnen- en buiten het grondgebied van Nederland brengen, het bereiden, het bewerken, het verwerken, het verkopen, het afleveren, het verstrekken, het vervoeren, het aanwezig hebben en het vervaardigen van substanties die onder het regime van lijst I of lijst II van de wet vallen (Opiumwetmiddelen). Slechts de openbare apothekers, ziekenhuisapothekers, artsen, tandartsen en dierenartsen mogen zonder verlof bepaalde handelingen met Opiumwetmiddelen verrichten in het kader van hun normale beroepsuitoefening. Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek (bv. clinical trials) is wel een Opiumwetverlof nodig. Ook aangewezen instellingen (bv. voor verslavingszorg) mogen zonder verlof bepaalde handelingen met Opiumwetmiddelen verrichten.

Krachtens de artikelen 6 en 7 van de Opiumwet kan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op aanvraag een verlof verlenen voor het verrichten van een of meer handelingen met Opiumwetmiddelen. Deze verloven kunnen slechts ten behoeve van bepaalde doeleinden en aan bepaalde personen of instellingen worden verleend. Met het oog op het beslissen op aanvragen voor een Opiumwetverlof zijn deze beleidsregels opgesteld. Zij bevatten een uitwerking van de in de wet genoemde criteria die gehanteerd worden bij de beslissing op een aanvraag om een verlof. Tevens geven zij aan welke beperkingen en voorschriften aan een verlof (kunnen) worden verbonden.

Voor het aanvragen van een Opiumwetverlof dient een volledig ingevuld aanvraagformulier te worden ingezonden. Een aanvraagformulier kan verkregen worden bij het Ministerie van VWS, Bureau Vergunningen en Verloven, kamer B-571, Postbus 5406, 2280 HK Rijswijk.

Doeleinden waarvoor een Opiumwetverlof kan worden verleend

De Opiumwet geeft een viertal doeleinden aan waarvoor een verlof kan worden verleend: voor wetenschappelijke doeleinden, voor instructieve doeleinden, voor zover de volksgezondheid zulks vordert en voor zover de diergezondheid zulks vordert.

Intrekking Opiumwetverlof

Een verlof kan worden ingetrokken indien het belang van de volksgezondheid dit vordert of indien de verlofhouder handelt in strijd met de Opiumwet of met de aan het verlof verbonden voorschriften.

De criteria die gehanteerd worden bij de beslissing op een aanvraag voor een verlof

Bij een aanvraag voor een Opiumwetverlof voor wetenschappelijke of instructieve doeleinden dient de noodzaak van het verlof te worden aangetoond. Indien er alternatieve mogelijkheden zijn, d.w.z. dat het doel redelijkerwijs kan worden bereikt zonder gebruik te maken van Opiumwetmiddelen, is de noodzaak in beginsel niet aangetoond.

Opiumwetverloven die aangevraagd worden omdat de volksgezondheid of de diergezondheid zulks vordert worden slechts afgegeven ten behoeve van de productie en distributie van (dier)geneesmiddelen en grondstoffen voor (dier)geneesmiddelen. Bij een zodanige aanvraag dient de aanvrager de aan hem verleende vergunning bedoeld in artikel 2 eerste lid, onder d, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening of bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet te overleggen.

In alle gevallen mag het opgegeven doel niet in strijd zijn met andere regelgeving of beleidsregels.

Bijzondere situaties

Voor de Opiumwetmiddelen hennep, bolkaf (papaver) en codeïne bestaat een bijzondere situatie. Ook bestaat er een bijzondere situatie voor de training van speurhonden verdovende middelen.

Hennep

Gelet op het Enkelvoudig verdrag inzake verdovende middelen van de Verenigde Naties mag hennep geteeld worden voor land- en tuinbouwkundige doelen (de winning van zaad of vezel, de windkering en het veredelen of in stand houden van plantenrassen). Het telen voor andere doelen (bv. als grondstof voor geneesmiddelen) is slechts toegestaan indien er een overheidsinstantie is ingesteld die de oogst opkoopt en het exclusieve recht van verhandeling, uitvoer etc. heeft. De Opiumwet bevat een bepaling die inhoudt dat de aanvrager van een Opiumwetverlof die hennep wil produceren en verhandelen als medische grondstof moet aantonen dat zulks in het belang van de volksgezondheid is. Omdat de geneeskundige werking van hennep vooralsnog niet wetenschappelijk is onderbouwd, vordert het belang van de volksgezondheid niet dat een zodanig verlof verleend wordt.

De Opiumwet bevat ook een bepaling die inhoudt dat bij een aanvraag voor een verlof voor onderzoek met hennep de noodzaak van het verlof moet worden aangetoond. Omdat onderzoek naar de geneeskundige werking van hennep alleen met hennep kan geschieden, kan een verlof voor wetenschappelijke doeleinden worden verleend voor uit het buitenland geïmporteerde en daar legaal geteelde hennep.

Op grond van de Opiumwet is de aanwezigheid van hennep ten behoeve van de winning van zaad of vezel of de windkering (landbouwdoeleinden) vrijgesteld. Hiervoor behoeft dus geen verlof te worden aangevraagd. In het geval van zaadwinning of windkering moet de plant nadat hij voor deze doeleinden is gebruikt, gedestrueerd worden of worden verwerkt tot vezels.

Het veredelen en instandhouden van plantenrassen (tuinbouwdoeleinden) is in de Opiumwet aan een verlof verbonden.

Bolkaf

Alle handelingen met bolkaf (ieder deel van de plant Papaver somniferum na de oogst, met uitzondering van het zaad) zijn in beginsel verboden. Hierop zijn een aantal uitzonderingen van toepassing: het aanwezig hebben, vervoeren en dorsen van bolkaf om te dienen als natuurlijke kunstmest of voor de productie van blauw maanzaad of olie uit zaad is niet verboden, indien de bolkaf direct na het dorsen wordt vernietigd. Het aanwezig hebben, dorsen, vervoeren, verkopen en afleveren van bolkaf is niet verboden indien de bolkaf wordt afgeleverd aan een houder van een Opiumwetverlof ten behoeve van de vervaardiging van opiumalkaloïden (bv. morfine). Het aanwezig hebben, bewerken, verkopen, afleveren en vervoeren van al of niet gesteelde vruchten van bolkaf is niet verboden als deze bestemd zijn als versiersel (sierbloemen).

Codeïne

Het aanwezig hebben, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren is niet verboden voor preparaten welke codeïne bevatten in een verhouding van 1:2000 of minder, en welke geen andere Opiumwetmiddelen bevatten.

Speurhonden verdovende middelen

Opiumwetverloven voor het opleiden van speurhonden verdovende middelen worden slechts verleend ten behoeve van de opsporing van verdovende middelen in Nederland. Deze opsporing is voorbehouden aan politie en douane. Zij leiden hiertoe intern de speurhonden op. Omdat deze instellingen in hun eigen behoefte voorzien en geen honden betrekken van derden, is er geen noodzaak een zodanig verlof aan derden te verlenen.

Beperkingen en voorschriften bij verlening van een Opiumwetverlof

Een verlof kan worden verleend onder beperkingen. Bovendien kunnen aan een verlof voorschriften worden verbonden. De beperkingen en voorschriften zijn afhankelijk van de aard van de aanvraag en kunnen per geval verschillen. Aan ieder Opiumwetverlof worden beperkingen en voorschriften gesteld met betrekking tot het aantal en soort Opiumwetmiddelen waarop het verlof betrekking heeft, de handelingen die hiermee mogen worden verricht, het doel waarvoor het verlof is aangevraagd, de adequate beveiliging van de aanwezige Opiumwetmiddelen, een sluitende administratie, medewerking aan de inspecteur voor de gezondheidszorg bij de controle op de naleving van het verlof en de geldigheidsduur van het verlof.

Onderstaand is voor ieder doel waarvoor een verlof kan worden verleend aangegeven wat de specifieke beperkingen en voorschriften zijn die aan een verlof kunnen worden verbonden. Dit is geen complete lijst, omdat aan ieder Opiumwetverlof de beperkingen en voorwaarden moeten kunnen worden gesteld die nodig zijn om de volksgezondheid te waarborgen.

Aanvragen voor wetenschappelijke doeleinden

a. wetenschappelijk onderzoek

b. onderzoek in het kader van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen

c. chemische analyse in het kader van wetenschappelijk onderzoek

d. veredeling en instandhouding van plantenrassen

e. overige wetenschappelijke doelen

Voorschriften voor a t/m e:

Het doel dient op wetenschappelijke wijze te zijn onderbouwd (bv. er is een wetenschappelijke onderzoeksprotocol voor een klinische studie of bij het veredelen van planten).

Indien van toepassing, dient er voldaan te worden aan diverse kwaliteitseisen zoals GMP, GLP, GCP, GCLP of diverse certificeringsnormen (bv. ISO en NEN). Indien hieraan (nog) niet kan worden voldaan, moet dit gemotiveerd worden.

Voorschriften voor a:

Indien er proefpersonen zijn betrokken bij het onderzoek dient een verklaring te worden overgelegd waaruit blijkt dat de onderzoeksopzet met positief resultaat getoetst is door de betrokken medisch-ethische commissie.

Er dient met een gestandaardiseerd preparaat (standaardisatie op bijvoorbeeld één of meerdere inhoudsstoffen) te worden gewerkt. Aangegeven dient te worden hoe het preparaat wordt bereid en van wie dit preparaat zal worden betrokken.

Aanvragen voor instructieve doeleinden

a. onderricht aan personen, die intermediair zijn

b. voorlichting aan jongeren en scholieren

c. opleiding van speurhonden verdovende middelen

d. overige instructieve doeleinden

Voorschriften voor a:

De betrokken personen dienen bij voorkeur een lesbevoegdheid te bezitten.

Voorschriften voor b:

De voorlichting dient ingebed te zijn in voorlichtingsprogramma’s over alcohol, tabak en drugs. De voorlichting dient te geschieden door algemeen erkende instituten (bv. Trimbosinstituut).

Aanvragen in het belang van de volksgezondheid

a. de productie en distributie van geneesmiddelen en grondstoffen voor medische en wetenschappelijke doelen.

b. buitengewone omstandigheden

Voorschrift voor a:

De aanvrager dient de aan hem verleende vergunning bedoeld in artikel 2 eerste lid, onder d, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening te overleggen.

Voorschriften en beperkingen voor b:

De activiteiten dienen ten behoeve van de Staat te zijn. Het verlof wordt alleen verleend voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmee verband houdende buitengewone omstandigheden.

Aanvragen in het belang van de gezondheid van dieren

Hieronder wordt verstaan: de productie en distributie van diergeneesmiddelen en grondstoffen voor medische en wetenschappelijke doelen.

Voorschrift: De aanvrager dient de aan hem verleende vergunning, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, te overleggen.

Naar boven