De Minister van Binnenlandse Zaken,
Besluit:
Artikel I
De Regeling geneeskundige verzorging politie 1997 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 worden alfabetisch/lexicografisch de volgende definities
toegevoegd:
COTG: Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg;
ergotherapeut: een in Nederland gevestigde ergotherapeut als
bedoeld in het Ergotherapeutenbesluit die hulp verleent als bedoeld in dat
besluit;.
De definitie “Ziekenvervoer” vervalt.
B
Aan artikel 3 wordt toegevoegd:
Behandelingen en behandelingsmethoden die naar aard en de omvang in Nederland
niet kunnen worden gerekend te behoren tot geneeskundige of heelkundige hulp,
zoals deze gebruikelijk is in de kring van medische beroepsgenoten, komen
niet voor vergoeding in aanmerking.
C
Artikel 4, laatste alinea komt als volgt te luiden:
In bijzondere gevallen, waarin de geneeskundige of heelkundige behandelingen
om medisch-technische reden niet in Nederland of land van vestiging kan plaatsvinden,
kan de Commissie, na advies van de medisch adviseur, besluiten een gehele
of gedeeltelijke vergoeding van de kosten toe te kennen. De daartoe strekkende
aanvraag voor een machtiging dient zorg-vuldig medisch onderbouwd, van te
voren te worden ingediend.
D
In artikel 5, derde lid wordt de periode “per kalenderjaar”
vervangen door “periode van 12 maanden”
E
Artikel 6, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1) Behoudens bepaalde plastisch chirurgische (zie hiervoor artikel 8)
en behoudens kaakchirurgische hulp (zie hiervoor artikel 33, veertiende lid)
wordt voor de niet-klinische hulp in een erkende polikliniek door een specialist
90% van de kosten vergoed. In geval van poliklinische radiotherapeutische
behandeling worden de kosten geheel (100%) vergoed.
F
Aan artikel 8, tweede lid, wordt de volgende volzin toegevoegd:
In die gevallen waarbij een dergelijke correctieve ingreep poliklinisch
of in zogeheten dagbehandeling plaatsvindt worden de kosten vergoed zoals
bij andere niet-klinische behandelingen. (Zie artikel 6).
G
Aan artikel 9, eerste lid, wordt toegevoegd:
f) Voor een glutenvrij dieet ten behoeve van een coeliakiepatient wordt
een tegemoetkoming in de kosten verleend van f 500,- per periode van 12 maanden;
In artikel 9, tweede lid, letter b, onderdeel 2*, wordt de periode ’per
kalenderjaar’ vervangen door: per periode van 12 maanden.
H
In artikel 11, derde lid, laatste volzin vervalt de passage:
voorafgaande aan de opname in het ziekenhuis.
Artikel 11, vijfde lid vervalt.
I
In artikel 12, tweede lid wordt f 6,- vervangen door: f 6,10.
In artikel 12, zevende lid wordt f 48,- vervangen door: f 48,80.
J
Artikel 13, eerste lid, onderdeel m komt als volgt te luiden:
m. behandeling door een ergotherapeut
Artikel 13, tweede en derde lid komen als volgt te luiden:
2) Tijdens een verpleging in een ziekenhuis worden de kosten van paramedische
behandelingen, zonder limiet aan het aantal, genoemd onder a t/m c , h t/m
k en m, volledig vergoed indien en voor zover deze deel uitmaken van de behandeling
waarvoor de patiënt in het ziekenhuis is opgenomen.
3) Wanneer de deelnemer of het gezinslid niet in het ziekenhuis is opgenomen
worden de kosten van behandeling door een fysiotherapeut, een heilgymnast/masseur,
een Mensendieck- of Césartherapeut, voor 90% vergoed, met dien
verstande dat een deelnemer ingedeeld in groep A ten hoogste f 30,- per kalenderkwartaal
zelf bijdraagt en een deelnemer ingedeeld in groep B ten hoogste f 45,- per
kalenderkwartaal zelf bijdraagt.
Tot een aantal van negen behandelingen volstaat een verwijzing door een
huisarts of een specialist. Hiervoor is derhalve geen machtiging noodzakelijk.
Wanneer naar het oordeel van de verwijzende arts na negen behandelingen
voortzetting van therapie wenselijk wordt geacht, dient ten behoeve van voortgezette
therapie wel machtiging te worden aangevraagd. Machtiging kan door de Dienst
GVP worden afgegeven indien op een speciaal formulier (opvraagbaar bij de
Dienst)door de verwijzende arts de verwijzingsdiagnose en de ernst van de
handicap wordt aangegegeven onder vermelding van de beoogde frequentie en
de gewenste duur van de voorgenomen behandeling. De aanvraag zal door de medisch
adviseur worden beoordeeld.
Aan artikel 13, achtste lid, wordt na ’Het maximum aantal te vergoeden
haptonomische behandelingen is negen’toegevoegd: Verlenging is niet
mogelijk.
Artikel 13, negende t/m twaalfde lid, komt als volgt te luiden:
9) In de kosten van chiropractische behandeling wordt een tegemoetkoming
in de kosten gegeven van 90% tot een maximum van f 67,50 per behandeling.
Per 12 maanden worden maximaal 9 behandelingen vergoed. De behandelaar dient
lid te zijn van de Nederlandse Chiropractoren Associatie.
10) De kosten van oedeemtherapie worden voor 90% vergoed tot een
maximum van f 60,- per behandeling, indien de verwijzing door een arts
heeft plaatsgevonden.
11) De kosten van podotherapeutische behandeling worden voor 90%
vergoed tot een maximum van f 150,- per periode van 12 maanden, indien
er sprake is van diabetes mellitus en de verwijzing heeft plaatsgevonden door
een specialist. Deze vergoeding is exclusief de kosten van eventueel te leveren
speciale podotherapeutische zolen.
12) In de kosten van een op verwijzing van een arts uitgevoerde manuele
therapie door een manueel therapeut, wordt per behandeling een tegemoetkoming
gegeven van 90% van het door het COTG vastgestelde tarief voor manuele
therapie door een fysiotherapeut. Per periode van 12 maanden worden maximaal
9 behandelingen vergoed.
Aan artikel 13 wordt een veertiende lid toegevoegd dat als volgt luidt:
14) De kosten van ergotherapie worden voor 90% vergoed tot een
maximum van f 200,- per verzekerde per periode van 12 maanden.
K
In artikel 14, zesde lid, wordt “per jaar” vervangen door:
per periode van 12 maanden.
L
Artikel 15:
In artikel 15 wordt “per kalenderjaar” vervangen door: per
periode van 12 maanden; en wordt “per 2 kalenderjaren” vervangen
door: per periode van 24 maanden.
M
Artikel 15, derde lid, onderdeel e, vergoeding, komt als volgt te luiden:
Vergoeding: het vergoedingspercentage is 100%, met dien verstande
dat voor orthopedische schoenen een eigen bijdrage van f 120,- per paar geldt.
N
Artikel 15, derde lid, onderdeel q, vergoeding, komt als volgt te luiden:
Vergoeding: de in dit onderdeel genoemde middelen worden in bruikleen
verstrekt.
O
In artikel 16, derde lid, worden “5 kalenderjaren” en “5
jaar” vervangen door: per periode van 60 maanden
Artikel 16, vierde lid, onderdeel f, komt als volgt te luiden:
f. Het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde gehoorhulpmiddel wordt
in bruikleen verstrekt.
Artikel 16, onderdeel g, vervalt.
P
In artikel 17, derde lid, worden “2 kalenderjaren” respectievelijk “twee
kalenderjaren” telkens vervangen door:
per periode van 24 maanden.
In artikel 17 derde lid wordt “kalenderjaar” vervangen door:
per periode van 12 maanden.
Q
Artikel 26 komt als volgt te luiden:
1. Verstrekkingen:
a. In vitro fertilisatie (IVF);
b. Gametes Intra Fallopian Transfer (GIFT-methode);
c. Intra cytoplasmatic sperm injection (ICSI);
d. Kunstmatige inseminatie met zaadcellen van eigen echtgenoot of partner
(KIE)
e. Kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID).
2. De vergoeding wordt uitsluitend verleend in het geval van ongewenste
onvruchtbaarheid op pathologische gronden. Met betrekking tot de in het eerste
lid genoemde behandelingen dient van te voren bij de medisch adviseur machtiging
te worden aangevraagd, die kan worden verleend na het aantonen van een medische
indicatie door de behandelende gynaecoloog. Uitkeringsvoorwaarden: de vrouw
dient ingeschreven te zijn als deelnemer of gezinslid.
Er worden uitsluitend vergoedingen gegeven voor behandelingen die plaatsvinden
in instellingen die hiertoe van overheidswege toestemming hebben.
3. Vergoeding: Per te realiseren zwangerschap wordt het totaal van de
in het eerste lid genoemde geneeskundige behandelingsvormen en de daarmee
samenhangende onderzoeken volgens C.O.T.G.-tarieven voor 90% vergoed
tot een eenmalig bedrag van maximaal f 7200,-.
R
In artikel 27 worden ’jaar’ en ’kalenderjaar’
gewijzigd in:
per periode van 12 maanden.
S
Artikel 29 komt als volgt te luiden:
1. Voor een tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten ter zake van
vervoer van patiënten, komt alleen vervoer in aanmerking dat in direct
verband staat met ziekte of ongeval, waarvan de behandelkosten door de Dienst
of krachtens de AWBZ worden vergoed of een tegemoetkoming wordt uitgekeerd.
Er wordt slechts een vergoeding gegeven voor medisch noodzakelijk vervoer.
2. Medisch noodzakelijk vervoer betreft vervoer van patiënten, die
wegens ziekte of gebrek geen gebruik kunnen maken van een openbaar vervoermiddel,
zoals trein, metro, tram, bus of veerboot. Bij de aanvraag voor de noodzakelijke
machtiging dient door de huisarts of de specialist schriftelijk te worden
aangegeven, wegens welke medische beperkingen geen gebruik gemaakt kan worden
van openbaar vervoer.
3. Vergoeding of tegemoetkoming in de kosten wordt verleend indien vervoer
plaatsvindt van de patiënt met een ambulance, ziekenauto, (huur)auto
of taxi:
a. naar en/of van het dichtstbijzijnde ziekenhuis waar de patiënt
een onderzoek of behandeling zal ondergaan;
b. naar en/of van de volgende dichtstbijzijnde inrichtingen of personen:
1° een polikliniek;
2° een specialist of tandartsspecialist;
3° een fysiotherapeut, therapeut Mensendieck, therapeut César
of logopedist;
4° een instrumentmaker voor het aanmeten of passen van een orthopedisch
hulpmiddel.
4. Eveneens vindt vergoeding van kosten plaats in geval van medisch noodzakelijke
repatriëring naar het land van vestiging van een patiënt en in geval
van vervoer van een stoffelijk overschot naar het land van vestiging, indien
dat vervoer tot stand is gekomen via bemiddeling door de alarmcentrale.
5. De volgende vergoedingen of tegemoetkomingen worden verleend indien
sprake is van:
a. Vervoer per ambulance: 100% vergoeding
b. medisch noodzakelijk vervoer per taxi: 90% vergoeding
c. medisch noodzakelijk vervoer van de patiënt per (huur)auto: f
0,33 per km
d. vervoer van de patient of het stoffelijk overschot vanuit het buitenland
(zie ook artikel 29, derde lid): 100% vergoeding
6. Indien vervoer heeft plaatsgevonden om te voldoen aan de oproep van
de administrateur, de medisch adviseur of de tandheelkundig adviseur, wordt
een vergoeding van de reiskosten gegeven, berekend naar de tarieven van de
goedkoopste reisgelegenheid per openbaar vervoer.
T
Artikel 30, eerste lid, komt te luiden:
1. Kosten van prothetische voorzieningen door een tandprotheticus worden
als volgt vergoed:
Een vergoeding voor reparatie wordt alleen toegekend onder de voorwaarde
dat aan de nota van reparatie een gespecificeerde techniek-kostennota is toegevoegd.
U
Aan artikel 31, onderdeel R., wordt toegevoegd:
09 tweevlaks composiet inlay
10 drievlaks composiet inlay
Uit artikel 31, onderdeel G, wordt verwijderd:
initiële behandeling:
16 therapeutische positiebepaling
30 planmatig inslijpen van occlusie en articulatie
39 instructie spierfunctie/oefeningen
spalktherapie (splinttherapie): 80%
41 relaxatie c.q. stabilisatiesplint
42 repositiesplint
45 vervolgcontrole per zitting, na tweede correctie
49 gegoten occlusale spalk/splint
In artikel 31, onderdeel P, worden de volgende verstrekkingen gewijzigd:
45 noodprothese van zes tot acht elementen
éénmalig tot een maximum van f 270,-
21 bovenprothese volledig tot een maximum van f 700,-
25 onderprothese volledig tot een maximum van f 700,-
30 volledige boven -en onderprothese tot een maximum van f 1400,-
Aan artikel 31, onderdeel P, wordt toegevoegd:
50 tissue conditioning 90%
In artikel 31, onderdeel O., opschrift, en in alle onderdelen, wordt O.
hernummerd tot D.
V
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 32 wordt toegevoegd:
Implantaten in de tandenloze onderkaak en de bijbehorende uitneembare
prothese, bij de volledig tandenloze patiënt 90%
I70 Initieel onderzoek implantologie
I71 Verlengd onderzoek implantologie
I72 Proefopstelling
Plaatsing twee implantaten in de tandenloze onderkaak
I20 Plaatsing twee implantaten, één-fase systeem
I22 Plaatsing twee implantaten, twee-fasen systeem
I80 Mucosaplastiek/mucosatransplantaat
I21 Plaatsing van twee abutments Mesostructuur
I23 Twee magneten of drukknoppen, tevens wordt vergoed 90% van
de techniek- en materiaalkosten tot een maximum van f 500,-
I24 Steg op twee implantaten
Tevens wordt vergoed 90% van de techniek- en materiaalkosten tot
een maximum van f 1000,-.
Plaatsing van vier implantaten in de tandenloze onderkaak
I40 Plaatsing van vier implantaten, één-fase systeem
I42 Plaatsing van vier implantaten, twee-fasen systeem
I80 Mucosaplastiek/mucosatransplantaat
I41 Plaatsing van vier abutments Mesostructuur
I43 Vier magneten of drukknoppen, tevens wordt vergoed 90% van
de techniek- en materiaalkosten tot een maximum van f 1000,-
I24 Steg op vier implantaten, tevens wordt vergoed 90% van de techniek-
en materiaalkosten tot een maximum van f 2000,-
Per implantaat wordt een vergoeding verleend tot 90% van de kosten
tot een maximum van f 500,- per implantaat.
(Overkappings)prothese
I85 Boven- en onderprothese
I87 Onderprothese
I88 Omvorming bestaande onderprothese
Vergoeding wordt verleend van 90% tot een maximum van f 700,-
per boven- of onderprothese, en f 1400,- voor een boven- en onderprothese.
Rebasing overkappingsprothese op implantaten 90%
I90 Rebasing zonder stegdemontage
I91 Rebasing met stegdemontage bij twee implantaten
I92 Rebasing met stegdemontage bij vier implantaten
Periodieke nazorg implantologie90%
I95 Standaard consult nazorg
I96 Uitgebreid consult nazorg
W
Aan artikel 33, veertiende lid, wordt toegevoegd:
Implantaten ten behoeve van kronen en brugwerk komen niet voor vergoeding
in aanmerking. Vergoeding vindt slechts plaats indien het implantaat wordt
geplaatst door een kaakchirurg of door een tandarts, opgenomen in de lijst
van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI), als gekwalificeerd
tandarts-implantoloog.
Artikel 33, vijftiende lid wordt als volgt gewijzigd:
’in de vier kalenderjaren’ wordt vervangen door: per periode
van 48 maanden.
De tweede volzin: ’Vergoeding vindt slechts plaats indien het implantaat
wordt geplaatst door een kaakchirurg dan wel door een tandarts, opgenomen
in de lijst van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI),
als gekwalificeerd tandarts-implantoloog.’ vervalt.
X
Artikel 35, eerste lid, eerste volzin, komt als volgt te luiden:
1) De actieve deelnemer geeft binnen acht dagen schriftelijk aan de administratie
van het korps kennis van:
In artikel 35, eerste lid, vervalt onderdeel h en worden de onderdelen
i en j verletterd tot h en i.
Aan artikel 35, tweede lid, wordt toegevoegd:
De gepensioneerde deelnemer zendt de in het eerste lid bedoelde kennisgeving
rechtstreeks in aan de administratie van de Dienst.
Artikel 35, derde lid komt te vervallen onder vernummering van het vierde
en vijfde lid tot derde en vierde lid.
Artikel 35, derde lid, komt als volgt te luiden:
4) De administratie van het korps draagt zorg dat de ingevolge het eerste
lid aan hem verstrekte gegevens op een daartoe door de Dienst verstrekt formulier
(model 8a) binnen acht dagen aan de administratie van de Dienst wordt gezonden.
Tevens verstrekt de administratie deze gegevens voor zover van toepassing
aan de ambtenaar belast met de berekening van de bezoldiging.
Aan artikel 35 wordt een vijfde lid toegevoegd dat als volgt luidt:
5) De deelnemer geeft binnen acht dagen door middel van een formulier
van wijziging model (8) aan de Dienst kennis van:
a. verhuizing;
b. wijziging van betaalnummer;
c. ziekte of ongeval waarvoor met betrekking tot de kosten eventueel rechten
tegenover derden gelden.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998, met dien
verstande dat artikel 1, onderdeel M, in werking treedt met ingang van de
tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
en terugwerkt tot en met 1 januari 1997.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Het ligt in de bedoeling een deel van de in 1997 naar het tweede compartiment
overgehevelde thuiszorg (voor rekening van de zorgverzekeraar) vanaf 1 januari
1998 weer onder te brengen in de AWBZ. Dit vormt de aanleiding tot wijziging
van artikel 11.
De tandheelkundige verstrekkingen zijn aangepast aan landelijke normen
inzake de vergoeding van prothese.
Niet medisch noodzakelijk vervoer is verwijderd uit de regeling. Uitgangs-punt
bij deze wijziging is, dat het kosten betreft waarvan niet in redelijkheid
gesteld kan worden dat deze door de zorgverzekeraar gedragen dienen te worden.
In de meeste artikelen van de Regeling GVP 1997 is de periode “kalenderjaar”
of “(n) kalenderjaren” vervangen door periode van 12 maanden of
periode van (n) maanden”.
Aan artikel 1 van de regeling Dienst GVP 1997 zijn twee definities toegevoegd.
Aan artikel 3 is toegevoegd, dat uitsluitend behandelingen en behandelingsmethoden
die in Nederland gebruikelijk zijn worden vergoed. Hiermee wordt de vergoeding
van experimentele behandelingen voorkomen.
De wijziging van artikel 4 betreft een tekstuele aanpassing, ter verduidelijking.
Aan artikel 6 is toegevoegd, dat de behandeling in een erkende polikliniek
moet worden uitgevoerd.
Ter verduidelijking is aan artikel 8 toegevoegd dat, indien de behandeling
poliklinisch plaatsvindt, een bijdrage wordt gevraagd die bij alle poliklinische
behandelingen van toepassing is.
Aan artikel 9 is toegevoegd dat voor een glutenvrij dieet ten behoeve
van een coeliakie-patiënt een tegemoetkoming wordt verleend.
Het oude vijfde lid is vervallen omdat deze bepaling ook reeds is opgenomen
in het eerste lid.
Reden voor wijziging van artikel 12 is een beleidsmatige koppeling met
het Verstrekkingenbesluit Ziekenfondsverzekering.
Uit artikel 13 is verwijderd dat er sprake moet zijn van extra-murale
hulp.
Het derde lid is alleen tekstueel aangepast ter verduidelijking. Wel is
de hulpverlener ergotherapeut hier verwijderd daar deze is opgenomen in het
nieuwe veertiende lid.
Deze bepaling in artikel 15 was bij de vorige publicatie niet meegenomen.
Daarom dient deze wijziging terugwerkende kracht te hebben tot 1 januari 1997.
Zie artikel II.
De tekst van artikel 26 is ter verduidelijking aangepast.
Tevens is in plaats van een 3-tal pogingen te vergoeden een vast bedrag
opgenomen. Dit bedrag komt overeen met 3 maal het voor deze behandeling geldende
COTG-tarief. Het stelt de deelnemer in staat om zelf te bepalen welke vorm
van kunstmatige bevruchting kan plaatsvinden.
Niet medisch noodzakelijk vervoer is verwijderd uit de regeling.
De 40 km grens (vice versa) tot waar een vergoeding zou plaatsvinden is
geschrapt. Wel is de vergoeding verlaagd van f 0,40 naar f 0,33 per km waarbij
een koppeling is gelegd met het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie.
De vergoeding in artikel 30 voor prothetische voorziening door een protheticus
is verhoogd. Per 1 januari 1997 is de landelijke lijst COTG-tarieven voor
implantaten aanzienlijk uitgebreid. Door de wijziging ontstaat er voor de
meest voorkomende behandeling met implantaten geen hogere eigen bijdrage dan
voorheen.
Aan artikel 33, veertiende lid, is ter verduidelijking toegevoegd dat
implantaten ten behoeve van kroon- en brugwerk niet worden vergoed.
Het eerste lid van artikel 35 is in die zin gewijzigd, dat aan- en afmelding
van gezinsleden via de administratie van het korps dient te gebeuren. Het
oude onderdeel h is verplaatst naar het vierde lid. Na vernieuwing ontstaat
een nieuw vijfde lid.
Voor wat betreft de terugwerkende kracht, zie de toelichting bij artikel
I, onderdeel M.