Tuinbouw

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TUINBOUW

AI Nr. 8970

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van BOAR namens de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland namens de bij hen aangesloten provinciale en gewestelijke organisaties als partij te ener zijde en mede namens de Voedingsbond FNV en CNV Bedrijvenbond als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Tuinbouw, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart opnieuw algemeen verbindend tot en met 30 juni 1998 de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Tuinbouw alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Vacantiefonds voor den Landbouw, eerder algemeen verbindend verklaard bij besluit van 14 juli 1997 (Stcrt. 1997, nr. 133), zulks met inachtneming van de navolgende wijzigingen en van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald;

Artikel 1 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:

    • 1e „Tuinbouwonderneming": een onderneming waarin de groenteteelt, de plantenteelt, de bloementeelt, de potplantenteelt, de fruitteelt, de kruidenteelt, de aardbeienplantenteelt, of buiten Noord- en Zuid-Holland de bloembollenteelt, hetzij een combinatie van deze, uitsluitend of in hoofdzaak worden uitgeoefend, een en ander onverminderd het bepaalde in lid 2;

    • 2e „Tuinbouwwerkzaamheden": werkzaamheden, welke in een tuinbouwonderneming plegen te worden verricht;

    • 3e „Werkgevers": zij die tuinbouwwerkzaamheden al dan niet in een tuinbouwonderneming doen verrichten, tenzij voor hen reeds een andere cao geldt;

    • 4e „Werknemers":

      • a. zij, die bij een werkgever krachtens overeenkomst tot het verrichten van arbeid persoonlijk werkzaam zijn, uitsluitend of in hoofdzaak voor het verrichten van tuinbouwwerkzaamheden met inbegrip van de genen die buiten de verzekeringsplicht van de werknemersverzekeringen vallen, tenzij op grond van lid 2 een andere cao op de arbeidsverhouding van toepassing is;

      • b. zij, die anders dan op de voet van het bepaalde onder a, bij een werkgever op arbeidsovereenkomst werkzaam zijn, voor zover krachtens een bepaling, als bedoeld in lid 2, deze cao op de arbeidsverhouding van toepassing is;

    • 5e „Cao-jaar": een periode van 12 maanden, lopende van 1 maart tot 1 maart daaropvolgend.1

    • 5e „Cao-jaar": een periode van 12 maanden, lopende van 1 maart tot 1 maart daaropvolgend.1

    • 6e „Cao-loon": het bedrag als vermeld in de loonschalen danwel hiervan afgeleid op grond van de desbetreffende bepalingen inzake loonsverhogingen, leeftijd, functieklasse en functiejaar.

    • 7e „Feitelijk loon": het cao-loon of een hoger overeengekomen loon.

    • 8e „Maandloon": het weekloon vermenigvuldigd met 52,2 en vervolgens gedeeld door 12.

    • 9e „Uurloon": 1/38 deel van het feitelijke loon per week of 1/165,3 deel van het feitelijke loon per maand.

  • 2. Indien een werknemer in een onderneming ook andere dan tuinbouwwerkzaamheden verricht, kan bij de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer schriftelijk worden bepaald, dat voor de gehele duur der arbeidsverhouding van toepassing is hetzij deze cao, hetzij de op de andere werkzaamheden betrekking hebbende cao."

Artikel 4 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 4 Indeling functieklassen

De werknemers worden in één van de volgende klassen ingedeeld:

Aanloopschaal

van 1 oktober 19961 tot en met 30 juni 1998

Werknemers, die eenvoudige werkzaamheden verrichten waarvoor geen opleiding en geen werkervaring is vereist, en die in de periode van 1 oktober 1995 tot 1 oktober 1996 niet eerder met de werkgever waarvoor zij de werkzaamheden gaan verrichten een regulier dienstverband van zes maanden of meer hebben gehad.

Klasse I

Werknemers, die onder leiding werkzaamheden verrichten van eenvoudige aard waarvoor geen vakkennis en slechts geringe ervaring is vereist.

Werknemers die op of na 1 maart 1995 in dienst zijn gekomen en die zijn ingedeeld in klasse I of onder het niveau van functieklasse I, worden ingaande 1 oktober 1996 ingeschaald in klasse I. Voor deze werknemers geldt dat voor de hieronder genoemde automatische overgang naar klasse II wordt uitgegaan van indiensttreding per l oktober 1996.

Werknemers van 21 jaar en jonger, ingedeeld in klasse I, gaan automatisch na één jaar dienstverband bij dezelfde werkgever, naar klasse II. Werknemers van 21 jaar en jonger die hieraan niet voldoen, dienen voor indeling in klasse II te bewijzen dat zij elders in de tuinbouw in totaliteit een dienstverband van één jaar hebben gehad.

Werknemers van 22 jaar en ouder, ingedeeld in klasse I, gaan automatisch na 130 werkdagen, doch maximaal na één jaar dienstverband bij dezelfde werkgever, naar klasse II.

Werknemers van 22 jaar en ouder die hieraan niet voldoen, dienen voor indeling in klasse II te bewijzen dat zij elders in de tuinbouw in totaliteit 130 werkdagen hebben gehad, of in totaliteit een dienstverband van één jaar hebben gehad.

Klasse II

Werknemers in de glastuinbouw, inclusief (pot)plantenbedrijven en de fruitteelt, die onder leiding werkzaamheden verrichten waarvoor beperkte vakkennis en vaardigheid is vereist.

Klasse III

Werknemers op vollegronds groentebedrijven of in de bloembollenteelt die onder leiding werkzaamheden verrichten waarvoor beperkte vakkennis en vaardigheid is vereist.

Werknemers op (pot)plantenbedrijven, die de uitvoerende werkzaamheden voor een deel zelfstandig en voor een deel onder toezicht of na instructie verrichten.

Klasse IV

Werknemers in de glastuinbouw exclusief (pot)plantenbedrijven, op vollegronds groentebedrijven, in de fruitteelt of in de bloembollenteelt die de uitvoerende werkzaamheden voor een deel zelfstandig en voor een deel onder toezicht of na instructie verrichten.

Werknemers op (pot)plantenbedrijven met planten die meer routinematig verzorgd worden, die zelfstandig alle voorkomende uitvoerende werkzaamheden verrichten. Zij onderkennen factoren die de bedrijfsuitoefening kunnen verstoren, nemen hiertegen maatregelen en melden deze. Zij geven incidenteel aanwijzigingen bij de uitvoering van werkzaamheden.

Werknemers in de bloembollenteelt die belast zijn met het onderscheiden en zonodig verwijderen van de uit het oogpunt van kwaliteitsbeheersing afwijkende planten (selecteur).

Klasse V

Werknemers in de glastuinbouw (groenten en bloemen), in de fruitteelt of op (pot)plantenbedrijven met planten die een individuele zorg vereisen, die zelfstandig alle voorkomende uitvoerende werkzaamheden verrichten. Zij onderkennen factoren die de bedrijfsuitoefening kunnen verstoren, nemen hiertegen maatregelen of melden deze. Zij geven incidenteel aanwijzigingen bij de uitvoering van werkzaamheden.

Klasse VI

Werknemers in de glastuinbouw, inclusief (pot)plantenbedrijven, die zelfstandig alle voorkomende uitvoerende werkzaamheden verrichten, leiding geven bij de uitvoering en controle uitoefenen. Zij nemen in beperkte mate zelfstandig beslissingen ten aanzien van de werkuitvoering, onderkennen factoren die de bedrijfsuitoefening kunnen verstoren en nemen daartegen in beperkte mate zelfstandig maatregelen. Zij onderhouden in beperkte mate externe contacten over levering van goederen en diensten.

Werknemers op vollegronds groentebedrijven of in de bloembollenteelt die zelfstandig alle voorkomende uitvoerende werkzaamheden verrichten. Zij onderkennen factoren die de bedrijfsuitoefening kunnen verstoren, nemen hiertegen maatregelen of melden deze. Zij geven incidentele aanwijzigingen bij de uitvoering van werkzaamheden.

Klasse VII

Werknemers in de gespecialiseerde glastuinbouw of op (pot)plantenbedrijven met planten die meer routinematig verzorgd worden, die belast zijn met de algehele leiding en controle van de werkuitvoering en betrokken zijn bij de bedrijfsvoering op lange termijn. Zij nemen in hoofdzaak zelfstandig beslissingen ten aanzien van de gehele bedrijfsuitvoering, onderkennen verstorende factoren en nemen daartegen zelfstandig maatregelen. Zij onderhouden externe contacten over levering van goederen en diensten en over afzet van produkten. Voorts verrichten zij uitvoerende werkzaamheden.

Werknemers op vollegronds groentebedrijven, in de fruitteelt of in de bloembollenteelt die zelfstandig alle voorkomende uitvoerende werkzaamheden verrichten, leiding geven bij de uitvoering en controle uitoefenen. Zij nemen in beperkte mate zelfstandig beslissingen ten aanzien van de werkuitvoering, onderkennen factoren die de bedrijfsuitoefening kunnen verstoren en nemen daartegen in beperkte mate zelfstandig maatregelen.

Zij onderhouden in beperkte mate externe contacten over levering van goederen en diensten.

Klasse VIII

Werknemers in de niet gespecialiseerde glastuinbouw, op (pot)plantenbedrijven met planten die een individuele zorg vereisen, op vollegronds groentebedrijven, in de fruitteelt, of in de bloembollenteelt die belast zijn met de algehele leiding en controle van de werkuitvoering en betrokken zijn bij de bedrijfsvoering op lange termijn. Zij nemen in hoofdzaak zelfstandig beslissingen ten aanzien van de gehele bedrijfsuitoefening, onderkennen verstorende factoren en nemen daartegen zelfstandig maatregelen. Zij onderhouden externe contacten over levering van goederen en diensten en over afzet van produkten. Voorts verrichten zij uitvoerende werkzaamheden."

Artikel 22 lid 2 sub c wordt toegevoegd en gelezen als volgt:

  • „c. Voor vaste werknemers gelden vanaf 1 januari 19981 ten minste de cao-lonen zoals vermeld in bijlage IA (nieuw)."

  • Artikel 22 lid 3 sub d wordt toegevoegd en gelezen als volgt:

  • „d. Voor losse werknemers gelden vanaf 1 januari 19981 ten minste de cao-lonen zoals vermeld in bijlage IA (nieuw)."

Artikel 22 lid 4 onder d wordt een tweede volzin toegevoegd en gelezen als volgt:

„Met ingang van 1 januari 19981 vindt een initiële loonsverhoging plaats van 0,75% over het feitelijke loon."

Bijlage I wordt gelezen als volgt:

„Bijlage I Vakantiebonwaarden

Onderstaande vakantiebonwaarden per week als bedoeld in artikel 43 lid 4, gelden voor losse werknemers die een weekloon ontvangen overeenkomstig de in artikel 22 lid 3 vermelde bedragen. Voor losse werknemers die een hoger loon ontvangen, en voor vaste werknemers zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub c, moeten de vakantiebonwaarden individueel worden vastgesteld op basis van 24,5% van het feitelijke loon, met uitzondering van de overwerkvergoeding.

Bij betalingsperioden met minder of meer dan 5 loondagen dienen de bonwaarden te worden aangepast naar evenredigheid van de arbeidstijd.

Voor deeltijddienstverbanden waarbij aanspraak op vakantiebonverstrekking bestaat worden de vakantiebonwaarden op basis van 24,5% van het feitelijke loon bepaald.

De berekende vakantiebonwaarden worden per betalingsperiode afgerond op hele guldens conform artikel 43 lid 7.

Wekelijkse vakantiebonwaarden vanaf 1 januari 199811, bij volle loonweken op basis van de cao-lonen uit artikel 22 lid 3 voor losse werknemers bij een voltijds dienstverband:

LeeftijdAanloopschaal
15 jaarƒ  42,00
16 jaarƒ  49,00
17 jaarƒ  56,00
18 jaarƒ  64,00
19 jaarƒ  74,00
20 jaarƒ  87,00
21 jaarƒ 103,00
22 jaarƒ 120,00
vanaf 23 jaarƒ 142,00
LeeftijdKl IKl IIKl IIIKl IVKl VKl VI
17 jaar e.j.ƒ  71,00ƒ  93,00ƒ 101,00    
18 jaarƒ  81,00ƒ 107,00ƒ 120,00    
19 jaarƒ  95,00ƒ 125,00ƒ 138,00ƒ 146,00ƒ 152,00ƒ 157,00
20 jaarƒ 111,00ƒ 142,00ƒ 155,00ƒ 164,00ƒ 171,00ƒ 176,00
21 jaarƒ 130,00ƒ 160,00ƒ 171,00ƒ 181,00ƒ 189,00ƒ 195,00
22 t/m 64 jaarƒ 152,00ƒ 178,00ƒ 184,00ƒ 195,00ƒ 203,00ƒ 210,00
65 jaar e.o.ƒ 152,00ƒ 178,00ƒ 184,00ƒ 195,00ƒ 203,00ƒ 210,00
LeeftijdKl VII en VIII
22 t/m 64 jaarƒ 228,00"

Bijlage IA wordt gelezen als volgt:

„Bijlage IA behorende bij artikel 22 lid 2c en lid 3d

Voor vaste werknemers gelden vanaf 1 januari 19981 ten minste de volgende cao-lonen:

Weeklonen

LeeftijdAanloopschaal  
15 jaarƒ 173,35   
16 jaarƒ 199,35   
17 jaarƒ 228,25   
18 jaarƒ 262,90   
19 jaarƒ 303,35   
20 jaarƒ 355,40   
21 jaarƒ 418,95   
22 jaarƒ 491,15  
vanaf 23 jaarƒ 577,85  
LeeftijdKlasse IKlasse IIKlasse III
17 jaar en jongerƒ 289,70ƒ 372,65ƒ 404,60
18 jaarƒ 331,95ƒ 425,90ƒ 478,15
19 jaarƒ 386,65ƒ 496,85ƒ 551,75
20 jaarƒ 453,80ƒ 567,85ƒ 617,95
21 jaarƒ 529,65ƒ 638,80ƒ 684,15
22 t/m 64 jaar met:   
0 functiejarenƒ 621,65ƒ 667,65ƒ 735,65
1 functiejaar ƒ 709,80ƒ 748,75
2 functiejaren ƒ 722,45ƒ 768,80
3 functiejaren ƒ 742,20 
LeeftijdKlasse IVKlasse VKlasse VI
19 jaarƒ 581,50ƒ 596,65ƒ 611,65
20 jaarƒ 651,30ƒ 668,25ƒ 685,00
21 jaarƒ 721,10ƒ 739,85ƒ 758,40
22 t/m 64 jaar met:   
0 functiejarenƒ 775,35ƒ 795,55ƒ 815,50
1 functiejaarƒ 788,80ƒ 808,95ƒ 835,60
2 functiejarenƒ 802,25ƒ 822,20ƒ 849,00
3 functiejarenƒ 815,50ƒ 835,60ƒ 862,40
4 functiejaren ƒ 849,00ƒ 875,70
5 functiejaren ƒ 862,40ƒ 895,85
LeeftijdKlasse VII en VIII
22 t/m 64 jaar met: 
0 functiejarenƒ 909,20
1 functiejaarƒ 929,25
2 functiejarenƒ 949,40

Maandlonen

LeeftijdAanloopschaal  
15 jaarƒ   751,20   
16 jaarƒ   863,80  
17 jaarƒ   989,00   
18 jaarƒ 1.139,30  
19 jaarƒ 1.314,50   
20 jaarƒ 1.539,90  
21 jaarƒ 1.815,30   
22 jaarƒ 2.128,30  
vanaf 23 jaarƒ 2.503,90  
LeeftijdKlasse IKlasse IIKlasse III
17 jaar en jongerƒ 1.260,20ƒ 1.621,00ƒ 1.760,10
18 jaarƒ 1.444,00ƒ 1.852,60ƒ 2.080,10
19 jaarƒ 1.682,00ƒ 2.161,30ƒ 2.400,10
20 jaarƒ 1.974,10ƒ 2.470,10ƒ 2.688,10
21 jaarƒ 2.304,00ƒ 2.778,80ƒ 2.976,10
22 t/m 64 jaar met:   
0 functiejarenƒ 2.704,20ƒ 2.904,30ƒ 3.200,10
1 functiejaar ƒ 3.087,60ƒ 3.257,10
2 functiejaren ƒ 3.142,70ƒ 3.344,30
3 functiejaren ƒ 3.228,60 
LeeftijdKlasse IVKlasse VKlasse VI
19 jaarƒ 2.529,60ƒ 2.595,50ƒ 2.660,60
20 jaarƒ 2.833,20ƒ 2.906,90ƒ 2.979,80
21 jaarƒ 3.136,70ƒ 3.218,40ƒ 3.299,10
22 t/m 64 jaar met:   
0 functiejarenƒ 3.372,80ƒ 3.460,60ƒ 3.547,40
1 functiejaarƒ 3.431,30ƒ 3.518,90ƒ 3.634,90
2 functiejarenƒ 3.489,80ƒ 3.576,60ƒ 3.693,20
3 functiejarenƒ 3.547,40ƒ 3.634,90ƒ 3.751,40
4 functiejaren ƒ 3.693,20ƒ 3.809,30
5 functiejaren ƒ 3.751,40ƒ 3.896,90
LeeftijdKlasse VII en VIII 
22 t/m 64 jaar met:   
0 functiejarenƒ 3.955,00  
1 functiejaarƒ 4.042,20   
2 functiejarenƒ 4.129,90  

Voor losse werknemers gelden in de periode vanaf 1 januari 19981 ten minste de volgende lonen1.

Weeklonen

LeeftijdAanloopschaal  
15 jaarƒ 173,35   
16 jaarƒ 199,35  
17 jaarƒ 228,25   
18 jaarƒ 262,90  
19 jaarƒ 303,35   
20 jaarƒ 355,40  
21 jaarƒ 418,95   
22 jaarƒ 491,15  
vanaf 23 jaarƒ 577,85  
LeeftijdKlasse IKlasse IIKlasse III
17 jaar en jongerƒ 289,70ƒ 381,15ƒ 413,75
18 jaarƒ 331,95ƒ 435,60ƒ 488,95
19 jaarƒ 386,65ƒ 508,20ƒ 564,20
20 jaarƒ 453,80ƒ 580,80ƒ 631,90
21 jaarƒ 529,65ƒ 653,40ƒ 699,60
22 t/m 64 jaar:ƒ 621,65ƒ 726,00ƒ 752,25
LeeftijdKlasse IVKlasse VKlasse VI
19 jaarƒ 596,60ƒ 621,75ƒ 641,80
20 jaarƒ 668,20ƒ 696,35ƒ 718,80
21 jaarƒ 739,75ƒ 770,95ƒ 795,80
22 t/m 64 jaar:ƒ 795,45ƒ 829,00ƒ 855,70
LeeftijdKlasse VII en VIII 
22 t/m 64 jaar:ƒ 929,30  

Maandlonen

LeeftijdAanloopschaal  
15 jaarƒ   751,20   
16 jaarƒ   863,80  
17 jaarƒ   989,00   
18 jaarƒ 1.139,30  
19 jaarƒ 1.314,50   
20 jaarƒ 1.539,90  
21 jaarƒ 1.815,30   
22 jaarƒ 2.128,30  
vanaf 23 jaarƒ 2.503,90  
LeeftijdKlasse IKlasse IIKlasse III
17 jaar en jongerƒ 1.260,20ƒ 1.658,00ƒ 1.799,80
18 jaarƒ 1.444,00ƒ 1.894,90ƒ 2.127,00
19 jaarƒ 1.682,00ƒ 2.210,70ƒ 2.454,20
20 jaarƒ 1.974,10ƒ 2.526,50ƒ 2.748,70
21 jaarƒ 2.304,00ƒ 2.842,30ƒ 3.043,20
22 t/m 64 jaar:ƒ 2.704,20ƒ 3.158,10ƒ 3.272,30
LeeftijdKlasse IVKlasse VKlasse VI
19 jaarƒ 2.595,20ƒ 2.704,70ƒ 2.791,70
20 jaarƒ 2.906,60ƒ 3.029,20ƒ 3.126,70
21 jaarƒ 3.218,00ƒ 3.353,80ƒ 3.461,70
22 t/m 64 jaar:ƒ 3.460,20ƒ 3.606,20ƒ 3.722,30
LeeftijdKlasse VII en VIII 
22 t/m 64 jaar:ƒ 4.042,50"  

Bijlage XIII wordt gelezen als volgt:

„Minimumloon vanaf 1 januari 1998

Leeftijdper maandper week 
15 jaarƒ   682,90ƒ 157,60 
16 jaarƒ   785,30ƒ 181,20  
17 jaarƒ   899,10ƒ 207,50  
18 jaarƒ 1.035,70ƒ 239,00 
19 jaarƒ 1.195,10ƒ 275,80  
20 jaarƒ 1.399,90ƒ 323,10  
21 jaarƒ 1.650,30ƒ 380,80 
22 jaarƒ 1.934,90ƒ 446,50  
23 jaarƒ 2.276,30ƒ 525,30" 

II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgenomen bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een ontheffing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.

III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 5 maart 1998

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Bedoeld wordt de periode van 1 oktober 1996 tot en met 30 juni 1998.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

In de loonbedragen per l januari 1998 zijn de prijscompensatie en de initiële verhoging per 1 januari 1998 verwerkt.

XNoot
1

De vakantiebonwaarden per 1 juli 1997 vloeiden reeds voort uit de cao zoals die gold tot en met 30 september 1997. Bij verlenging van de cao zijn deze bedragen ongewijzigd gebleven tot en met 31 december 1997.

XNoot
1

In de lonen voor losse werknemers zit met ingang van 1 januari 1998 geen compensatie meer voor het verschil in werknemers WW-premie tussen vaste en losse werknemers BV TAB. Dit verschil bestaat ingaande 1 januari 1998 namelijk niet meer. Dit betekent dat ingaande 1 januari 1998 de compensatie voor het verschil in wachtgeldpremie conform de cao-bepaling is teruggebracht van 4,15% naar 0%. Hierdoor zijn de bruto cao-loonbedragen en -vakantiebonwaarden voor losse werknemers ingaande 1 januari 1998 lager dan de bedragen in 1997. Daartegenover staat dat de inhouding van de wa-premie voor losse werknemers verdwijnt per 1 januari 1998.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

In de lonen voor losse werknemers zit met ingang van 1 januari 1998 geen compensatie meer voor het verschil in werknemersdeel WW-premie tussen vaste en losse werknemers BV TAB. Dit verschil bestaat ingaande 1 januari 1998 namelijk niet meer. Dit betekent dat ingaande 1 januari 1998 de compensatie voor het verschil in wachtgeldpremie conform de cao-bepaling is teruggebracht van 4,15% naar 0%. Hierdoor zijn de bruto cao-loonbedragen en -vakantiebonwaarden voor losse werknemers ingaande l januari 1998 lager dan de bedragen in 1997. Daartegenover staat dat de inhouding van de wa-premie voor losse werknemers verdwijnt per 1 januari 1998.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

Naar boven