Regeling vergoedingen leden-beroepsgenoten

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot vaststelling van het vacatiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten voor de leden-beroepsgenoten en de plaatsvervangende leden-beroepsgenoten van de regionale tuchtcolleges en van het centrale tuchtcollege (Regeling vergoedingen leden-beroepsgenoten)

26 februari 1998

nr. CSZ/BO-98847

De Ministr van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 62, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1

1. Het vacatiegeld voor de leden-beroepsgenoten en de plaatsvervangende leden-beroepsgenoten van de regionale tuchtcolleges en van het centrale tuchtcollege bedraagt f 420 per zitting van het desbetreffende college.

2. De leden-beroepsgenoten en de plaatsvervangende leden-beroepsgenoten van de colleges ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 1997.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen leden-beroepsgenoten.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Naar boven