Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 1998, 250 pagina 9 | Overig |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Aanpassing grondslagen, bedragen en percentages ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen over 1995, 1996, 1997 en 1998
Nabetaling over december 1996 en aanpassing per 1 januari 1997
10 december 1998
DVVB/MB-U-981394
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 31a, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, 28a, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 35, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, 18, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en 25, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;
Besluit:
Hoofdstuk 1 Nabetaling over december 1996
De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 30 november 1996, worden voor een nabetaling over december 1996 verhoogd met 5,76%.
De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden voor een nabetaling over december 1996 vastgesteld als volgt:
De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 30 november 1996, worden voor een nabetaling over december 1996 verhoogd met 5,76%.
De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden voor een nabetaling over december 1996 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 39.216,-;
b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:
f 81.786,-;
f 50.507,-;
f 26.581,-;
f 26.979,-;
f 26.654,-;
f 53.136,-.
De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 30 november 1996, worden voor een nabetaling over december 1996 verhoogd met 5,76%.
De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over december 1996 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.268,-;
b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.783,-;
c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.432,-;
d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 4.124,-.
De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 30 november 1996, worden voor een nabetaling over december 1996 verhoogd met 5,76%.
De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over december 1996 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.268,-;
b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.783,-.
Hoofdstuk 2 Aanpassing per 1 januari 1997
De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 30 november 1996, worden per 1 januari 1997 verhoogd met 0,62%.
De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden per 1 januari 1997 vastgesteld als volgt:
De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 30 november 1996, worden per 1 januari 1997 verhoogd met 0,62%.
De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden per 1 januari 1997 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 37.308,-;
b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:
f 77.811,-;
f 48.052,-;
f 25.289,-;
f 25.668,-;
f 25.358,-;
f 50.554,-.
De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 30 november 1996, worden per 1 januari 1997 verhoogd met 0,62%.
De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 januari 1997 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.109,-;
b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.454,-;
c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.217,-;
d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 3.923,-.
De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 30 november 1996, worden per 1 januari 1997 verhoogd met 0,62%.
De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 januari 1997 vastgesteld als volgt:
a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.109,-;
b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.454,-.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Toelichting
De artikelen 31a van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, 28a van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 35 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, 18 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en 25 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, waarin de indexatie voor de onderscheiden wetten is geregeld, vormen de grondslag waarop de voorliggende regeling berust.
Bij de wet van 13 december 1990 (Stb. 641), tot wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (wijziging indexeringsregelen wetten voor oorlogsgetroffenen) zijn die zogenaamde indexatiebepalingen in die zin gewijzigd, dat de aanpassingen van de buitengewone pensioenen en uitkeringen ingevolge die wetten in principe de ontwikkelingen volgen van de ambtenarensalarissen, voor zover deze ontwikkelingen een algemeen karakter dragen als bedoeld in artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet. In verband met de wijziging van artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet bij de Wet financiële voorzieningen privatisering Abp zijn genoemde indexatiebepalingen bij wet van 2 november 1995 (Stb. 570), houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (herziening aanpassingssysteem wetten voor oorlogsgetroffenen), eveneens gewijzigd. Bij de Aanpassingswet privatisering Abp zijn de indexatiebepalingen in de wetten voor oorlogsgetroffenen tenslotte nader afgestemd op de bepalingen inzake artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals vervat in de Wet privatisering Abp.
Ten aanzien van de Abp-pensioenen heeft het bestuur van het Abp-fonds de volgende aanpassingen aan de ontwikkelingen van de overheidssalarissen vastgesteld. Per 1 januari 1997 is de aangepaste middelsom van de Abp-pensioenen structureel verhoogd met 0,62%.
Verder is in januari 1997 een nabetaling verstrekt ter grootte van 0,31% i.v.m. de eindejaarsuitkering 1996 en 0,17% in verband met het gemiddeld indexeringsmoment van de overheidssectoren per 22 september 1996.
Vanwege de koppeling van de ontwikkeling van de pensioenen en uitkeringen voor oorlogsgetroffenen - evenals de ontwikkeling van de militaire pensioenen
- aan de ontwikkeling van de pensioenen van het overheidspersoneel, worden in de voorliggende regeling de nabetaling 1996 en de aanpassing van de pensioenen en uitkeringen van oorlogsgetroffenen per 1 januari 1997 bepaald op:
- een (eenmalige) nabetaling over de maand december 1996 in de vorm van een incidentele verhoging met 5,76% van de per 30 november 1996 geldende percentages, grondslagen en bedragen, en
- een (permanente) aanpassing per 1 januari 1997 in de vorm van een structurele verhoging van 0,62% van de per 30 november 1996 geldende percentages, grondslagen en bedragen.
De incidentele verhoging met 5,76% stemt overeen met 12 maal 0,48% van de per 30 november 1996 geldende percentages, grondslagen en bedragen. De vermenigvuldiging van 12 maal 0,48% van het maandbedrag ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen is nodig, omdat de 0,48% nabetaling 1996 voor de Abp-pensioenen de algemene middelsom en dus een jaarbedrag betreft.
Er zij expliciet op gewezen dat in de voorliggende regeling de nabetaling 1996 en de structurele aanpassing elk afzonderlijk aan de per 30 november 1996 geldende percentages, grondslagen en bedragen zijn gerelateerd teneinde te voorkomen dat de eenmalige verhoging als gevolg van de nabetaling 1996 in de structurele verhoging per 1 januari 1997 is verdisconteerd.
In de artikelen 2 en 10 geeft de kolom A de verdeling naar het niveau van de pensioengrondslagen aan. De kolom B in artikel 2 geeft de voor de nabetaling 1996 vastgestelde percentages aan, waarmede het peil van de buitengewone pensioenen wordt aangepast (de z.g. welvaartstoeslagen) in relatie tot de pensioengrondslagen. De welvaartstoeslag bedraagt een zodanig percentage dat het buitengewoon pensioen bij een berekeningspercentage van 100 per 1 december 1996 gelijk is aan f 2.700,- verhoogd met 1352,44%. De kolom B in artikel 10 geeft de met ingang van 1 januari 1997 vastgestelde percentages aan van de welvaartstoeslagen. Ingevolge artikel 10 bedraagt de welvaartstoeslag een zodanig percentage dat het buitengewoon pensioen bij een berekeningspercentage van 100 per 1 januari 1997 gelijk is aan f 2.700,- verhoogd met 1281,77%.
Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 1997, overeenkomstig de ingangsdatum van de nabetaling 1996 en de aanpassing van de overheidspensioenen per 1 januari 1997 waarbij wordt aangesloten.
De Pensioen- en Uitkeringsraad heeft, vooruitlopend op de formele vaststelling van de onderhavige regeling, de buitengewone pensioenen en uitkeringen ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen feitelijk reeds dienovereenkomstig berekend.
De kosten die uit deze maatregelen voortvloeien bedragen voor 1997 f 13,6 mln en voor 1998 en de volgende jaren f 7,6 mln. De uitgavenstijging wordt gefinancierd uit de loonbijstelling 1997.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1998-250-p9-SC17098.html