Besluit mandaat, volmacht en machtiging RVD Algemene Zaken

7 december 1998

Nr. 98P000396

Centrale Afdeling Personeel en Organisatie

De Hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst,

Gelet op de artikelen 5 en 6 van het Besluit mandaat, machtiging en volmacht diensthoofden Algemene Zaken,

Besluit:

Artikel 1

De aan de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst krachtens artikel 2, eerste lid, van het Besluit mandaat, machtiging en volmacht diensthoofden Algemene Zaken verleende bevoegdheden worden gemandateerd aan de plaatsvervangend hoofddirecteur.

Artikel 2

De aan de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst krachtens artikel 2, eerste lid, van het Besluit mandaat, machtiging en volmacht diensthoofden Algemene Zaken verleende bevoegdheden worden eveneens gemandateerd aan:

a. de adjunct-directeur Bedrijfsvoering van de Rijksvoorlichtingsdienst;

b. de directeur Voorlichting;

c. de directeur Toepassing Communicatietechniek;

d. de plaatsvervangers van de onder a tot en met c genoemde functionarissen alsmede het hoofd van de Postbus 51 Informatiedienst.

e. de personeelsmanagementadviseurs die voor de Rijksvoorlichtingsdienst zijn aangewezen.

Artikel 3

1. De plaatsvervangend hoofddirecteur maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik:

a. bij afwezigheid van de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst.

b. in andere gevallen voor zover het aangelegenheden betreft die aan hem zijn toevertrouwd.

2. Een functionaris als bedoeld in artikel 2, onder a tot en met e, maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de hoofddirecteur.

Artikel 4

1. De plaatsvervangend hoofddirecteur en een functionaris als bedoeld in artikel 2, onder a t/m d wordt tevens volmacht en machtiging verstrekt.

2. De senior specialist Media-advies en -inkoop, de adviseur Media-advies en -inkoop en het hoofd Specialistische Dienstverlening wordt volmacht en machtiging verstrekt.

3. Het plaatsvervangend hoofd Account en Projectmanagement, de Accountmanagers, het hoofd Communicatieonderzoek.Van de Directie Toepassing Communicatietechniek, alsmede het hoofd Pers en Publiciteit en het hoofd Informatie Voorziening van de Directie Voorlichting wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat per geval vijftig duizend gulden niet te boven gaat.

4. De secretaris Voorlichtingsraad wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede per geval een bedrag is gemoeid dat een bedrag van vijftigduizend gulden niet te boven gaat.

5. Het hoofd Film en Videodistributie van de Directie Voorlichting wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede per geval een bedrag is gemoeid dat vijfentwintig duizend gulden niet te boven gaat.

6. Het hoofd Bibliotheek van de Directie Voorlichting wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat drieduizend gulden niet te boven gaat.

7. De beleidsmedewerker AV en kunst van de Directie Voorlichting wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat drieduizend gulden niet te boven gaat.

8. Artikel 3, tweede lid is ten aanzien van de functionarissen bedoeld in de leden 1 t/m 6 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

9. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, tweede lid worden de bevoegdheden die krachtens dit artikel worden verstrekt aan de functionarissen bedoeld in artikel 2 a t/m d alsmede de leden 2 t/m 6 van dit artikel nader bepaald door en uitgeoefend met inachtneming van nadere schriftelijke instructies.

Artikel 5

1. Het in een document vastleggen van een besluit dient te geschieden op briefpapier van het ministerie met als hoofd ’Ministerie van Algemene Zaken’.

2. Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt aan het slot:

“DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

namens deze,

DE PLV. HOOFDDIRECTEUR VAN DE RIJKSVOORLICHTINGSDIENST”,

gevolgd door de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

3. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris als bedoeld in artikel 2, onder a tot en met c, vermeldt aan het slot:

“DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

namens deze,”

DE HOOFDDIRECTEUR VAN DE RIJKSVOORLICHTINGSDIENST,

namens deze,”

gevolgd door de functieaanduiding, handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

Artikel 6

Het vastleggen van een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dient te geschieden op officieel briefpapier, zoals dat in de voorschriften met betrekking tot de huisstijl Algemene Zaken is aangegeven.

De handtekening op het document dient gevolgd te worden door de naam en de functieaanduiding van de betrokken functionaris.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 1998.

Artikel 8

Het besluit van 5 augustus 1998, nr. 98P000396, wordt per 1 december 1998 Ingetrokken.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging RVD Algemene Zaken.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal, de diensthoofden en de in dit besluit genoemd functionarissen.


Den Haag, 21 december 1998.
De Hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst
E. Brouwers.

Naar boven