Aanpassing grondslagen, bedragen en percentages ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen over 1995, 1996, 1997 en 1998

Nabetaling over juni 1997 en aanpassing per 1 juli 1997

10 december 1998

DVVB/MB-U-981395,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 31a, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, 28a, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 35, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, 18, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en 25, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;

Besluit:

Hoofdstuk 1 Nabetaling over juni 1997

Artikel 1

De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden voor een nabetaling over juni 1997 verhoogd met 3,12%.

Artikel 2

De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden voor een nabetaling over juni 1997 vastgesteld als volgt:

stcrt-1998-250-p10-SC17099-1.gifstcrt-1998-250-p10-SC17099-2.gif

Artikel 3

De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden voor een nabetaling over juni 1997 verhoogd met 3,12%.

Artikel 4

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden voor een nabetaling over juni 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 38.472,-;

b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:

f 80.239,-;

f 49.551,-;

f 26.078,-;

f 26.469,-;

f 26.149,-;

f 52.131,-.

Artikel 5

De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden voor een nabetaling over juni 1997 verhoogd met 3,12%.

Artikel 6

De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over juni 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.206,-;

b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.655,-;

c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.349,-;

d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 4.045,-.

Artikel 7

De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden voor een nabetaling over juni 1997 verhoogd met 3,12%.

Artikel 8

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over juni 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.206,-;

b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.655,-.

Hoofdstuk 2 Aanpassing per 1 juli 1997

Artikel 9

De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden per 1 juli 1997 verhoogd met 1,01%.

Artikel 10

De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden per 1 juli 1997 vastgesteld als volgt:

stcrt-1998-250-p10-SC17099-3.gifstcrt-1998-250-p10-SC17099-4.gif

Artikel 11

De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden per 1 juli 1997 verhoogd met 1,01%.

Artikel 12

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden per 1 juli 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 37.680,-;

b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:

f 78.597,-;

f 48.537,-;

f 25.544,-;

f 25.927,-;

f 25.614,-;

f 51.065,-.

Artikel 13

De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden per 1 juli 1997 verhoogd met 1,01%.

Artikel 14

De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 juli 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.140,-;

b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.519,-;

c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.260,-;

d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 3.963,-.

Artikel 15

De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 31 mei 1997, worden per 1 juli 1997 verhoogd met 1,01%.

Artikel 16

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 juli 1997 vastgesteld als volgt:

a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.140,-;

b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.519,-.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1997.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers

Toelichting

De artikelen 31a van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, 28a van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 35 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, 18 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en 25 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, waarin de indexatie voor de onderscheiden wetten is geregeld, vormen de grondslag waarop de voorliggende regeling berust.

Bij de wet van 13 december 1990 (Stb. 641), tot wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (wijziging indexeringsregelen wetten voor oorlogsgetroffenen) zijn die zogenaamde indexatiebepalingen in die zin gewijzigd, dat de aanpassingen van de buitengewone pensioenen en uitkeringen ingevolge die wetten in principe de ontwikkelingen volgen van de ambtenarensalarissen, voor zover deze ontwikkelingen een algemeen karakter dragen als bedoeld in artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet. In verband met de wijziging van artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet bij de Wet financiële voorzieningen privatisering Abp zijn genoemde indexatiebepalingen bij wet van 2 november 1995 (Stb. 570), houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (herziening aanpassingssysteem wetten voor oorlogsgetroffenen), eveneens gewijzigd. Bij de Aanpassingswet privatisering Abp zijn de indexatiebepalingen in de wetten voor oorlogsgetroffenen tenslotte nader afgestemd op de bepalingen inzake artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals vervat in de Wet privatisering Abp.

Ten aanzien van de Abp-pensioenen heeft het bestuur van het Abp-fonds de volgende aanpassingen aan de ontwikkelingen van de overheidssalarissen vastgesteld. Per 1 juli 1997 is de aangepaste middelsom van de Abp-pensioenen structureel verhoogd met 1,01%.

Verder is over juni 1997 een nabetaling verstrekt ter grootte van 0,26% i.v.m. een nabetaling van 0,20% en een eenmalige uitkering van 0,06%.

Vanwege de koppeling van de ontwikkeling van de pensioenen en uitkeringen voor oorlogsgetroffenen - evenals de ontwikkeling van de militaire pensioenen - aan de ontwikkeling van de pensioenen van het overheidspersoneel, worden in de voorliggende regeling de nabetaling over juni 1997 en de aanpassing van de pensioenen en uitkeringen van oorlogsgetroffenen per 1 juli 1997 bepaald op:

- een (eenmalige) nabetaling over de maand juni 1997 in de vorm van een incidentele verhoging met 3,12% van de per 31 mei 1997 geldende percentages, grondslagen en bedragen, en

- een (permanente) aanpassing per 1 juli 1997 in de vorm van een structurele verhoging van 1,01% van de per 31 mei 1997 geldende percentages, grondslagen en bedragen.

De incidentele verhoging met 3,12% stemt overeen met 12 maal 0,26% van de per 31 mei 1997 geldende percentages, grondslagen en bedragen. De vermenigvuldiging van 12 maal 0,26% van het maandbedrag ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen is nodig, omdat de 0,26% nabetaling over juni 1997 voor de Abp-pensioenen de algemene middelsom en dus een jaarbedrag betreft.

Er zij expliciet op gewezen dat in de voorliggende regeling de nabetaling over juni 1997 en de structurele aanpassing elk afzonderlijk aan de per 31 mei 1997 geldende percentages, grondslagen en bedragen zijn gerelateerd teneinde te voorkomen dat de eenmalige verhoging als gevolg van de nabetaling in de structurele verhoging is verdisconteerd.

In de artikelen 2 en 10 geeft de kolom A de verdeling naar het niveau van de pensioengrondslagen aan. De kolom B in artikel 2 geeft de voor de nabetaling over juni 1997 vastgestelde percentages aan, waarmede het peil van de buitengewone pensioenen wordt aangepast (de z.g. welvaartstoeslagen) in relatie tot de pensioengrondslagen. De welvaartstoeslag bedraagt een zodanig percentage dat het buitengewoon pensioen bij een berekeningspercentage van 100 per 1 juni 1997 gelijk is aan f 2.700,- verhoogd met 1.324,88%. De kolom B in artikel 10 geeft de met ingang van 1 juli 1997 vastgestelde percentages aan van de welvaartstoeslagen. Ingevolge artikel 10 bedraagt de welvaartstoeslag een zodanig percentage dat het buitengewoon pensioen bij een berekeningspercentage van 100 per 1 juli 1997 gelijk is aan f 2.700,- verhoogd met 1.295,55%.

Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 juli 1997, overeenkomstig de ingangsdatum van de nabetaling 1997 en de aanpassing van de overheidspensioenen per 1 juli 1997 waarbij wordt aangesloten.

De Pensioen- en Uitkeringsraad heeft, vooruitlopend op de formele vaststelling van de onderhavige regeling, de buitengewone pensioenen en uitkeringen ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen feitelijk reeds dienovereenkomstig berekend.

De kosten die uit deze maatregelen voortvloeien bedragen voor 1997 f 9,4 mln en voor 1998 en de volgende jaren f 12,4 mln. De uitgavenstijging wordt gefinancierd uit de loonbijstelling 1997.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven