Vleesgroothandel en Exportslachterijen

Vormings- en Ontwikkelingsfonds 1998/2003

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VLEESGROOTHANDEL EN EXPORTSLACHTERIJEN

AI Nr. 9150

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Centrale Organisatie voor de Vleessector als partij te ener zijde mede namens de FNV Bondgenoten, de CNV Bedrijvenbond en de Unie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 1 september 1997 (Stcrt september 1997, nr. 168), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 2003 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen, zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:

Algemene bepaling

Waar in deze cao de mannelijke vorm van voornaamwoorden of zelfstandige naamwoorden wordt gebruikt, gebeurt dat in neutrale zin, steeds eveneens omvattend de vrouwelijke vorm.

Artikel 1 Definities

In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:

  • 1.

    • a. Werkingssfeer: die onderneming, of dat gedeelte van een onderneming, welke zich bezighoudt met een of meerdere van de volgende werkzamheden:

      • slachten van dieren m.u.v. pluimvee, wild en konijnen;

      • afsnijden of anderszins bewerken van geslachte dieren (m.u.v. pluimvee, wild en konijnen);

      • bewerken van vlees of ongesmolten dierlijke vetten;

      • verhandelen van vlees of ongesmolten dierlijke vetten;

      • inleenbedrijven;

    • met uitzondering van onderneming wier werkzaamheden bestaan uit het verhandelen, be- of verwerken van darmen en andere, niet voor menselijke consumptie bestemde, organen en met uitzondering van ondernemingen zonder produktiebewerkings- of verwerkingsfuncties.

    • (NB: al het andere dan darmen en niet voor menselijke consumptie bestemde organen is vlees in het kader van deze cao, zo ook bijvoorbeeld koppen en huiden).

    • b. Die ondernemingen, of dat gedeelte van een onderneming, waarin ook andere werkzaamheden dan bovenstaande worden verricht, wordt, indien meer cao's van toepassing kunnen zijn, gerangschikt onder de cao van die bedrijfstak, waartoe het merendeel van de werkzaamheden van deze onderneming behoort.

  • 2.

    • a. Inleenbedrijven: rechtpersonen of natuurlijke personen die voor ondernemingen zoals omschreven in dit artikel, anders dan door arbeid in dienstbetrekking, op contractbasis arbeid (laten) verrichten binnen die ondernemingen.

    • b. Inleenwerk: hieronder worden onder andere de volgende werkzaamheden verstaan: slachten of afsnijden of bewerken of uitbenen of verder veredelen van (geslachte) dieren of onderdelen daarvan.

  • 3. Werkgever: de natuurlijke- of rechtspersoon, die een onderneming als bedoeld onder 1 drijft.

  • 4. Werknemer: Werknemer is een ieder, die een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft aangegaan met een werkgever als bedoeld in lid 3.

  • 5. Stichting: De Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen, gevestigd te 's-Gravenhage.

  • 6. Administrateur: „het Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan GUO"

Artikel 2 Uitvoering

De nadere uitwerking van deze overeenkomst geschiedt volgens de statuten en reglementen van de Stichting. De statuten en reglementen zullen geen bepaling bevatten in strijd met deze overeenkomst. De statuten en reglementen zijn aan deze overeenkomst gehecht en worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst. De uitvoering wordt opgedragen aan de Stichting die zulks onder haar verantwoordelijkheid kan delegeren aan de Administrateur.

Artikel 3 Heffing

De financiering van de werkzaamheden van de Stichting geschiedt door:

  • A.

    • 1. Een door de werkgever verplicht te betalen bijdrage aan de Stichting bestaande uit een premie die wordt gerekend over de loonsom, waarover de werkgever premie is verschuldigd in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen, waarbij het bepaalde in artikel 6 lid 1 sub j van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen buiten beschouwing blijft.

    • 2. Deze premie wordt jaarlijks vastgesteld door partijen bij deze cao.

    • 3. De werkgever is van de verplichting tot premiebetaling gekweten door betaling aan de administrateur.

    • 4. Bij de introductie van de SVOVE-heffing is overeengekomen dat werkgevers en werknemers ieder voor gelijke delen de premie zouden betalen. De werknemersbijdrage is in het verleden door de werkgevers verrekend met loonaanpassingen. Hierdoor is de feitelijke situatie ontstaan dat de werkgever rechtstreeks een premie afdraagt.

    • 5. Per 1 oktober 199811 wordt de premie verhoogd van 0,5% naar 0,7% op jaarbasis.

  • B. Eventuele andere bijdragen.

Artikel 4 Besteding van de heffing

  • 1. Van de op grond van artikel 3 sub a ter beschikking gekomen gelden wordt 0,3 % aangewend voor de financiering van:

    • De kosten verbonden aan de uitvoering van de cao Vleessector, de cao Vrijwillig Uittreden voor de Vleesgroothandel en voor de Groothandel in Slachtafvallen en Darmen en deze cao.

    • De kosten van voorlichting en informatie over de onder sub 1 genoemde cao's aan de werkgevers en de werknemers.

    • De kosten van opleiding, vorming, ontwikkeling en research in de meest ruime zin ten behoeve van de bedrijfsgenoten en het daarmee verband houdende onderzoek.

    • De kosten van het verlof van de werknemer, bestemd voor het bijwonen van jaarlijkse congressen, alsmede de vakgroepsbestuursvergaderingen van zijn vakorganisatie die zijn werkgever vergoed kan krijgen middels een jaarafsluitende declaratie in te dienen bij het secretariaat van de Stichting.

  • 2. Van de op grond van artikel 3 sub A ter beschikking gekomen gelden, wordt 0,2 % aangewend voor de financiering van de uitvoering van het Opleidingsplan dat als bijlage A aan deze overeenkomst is gehecht en wordt geacht hiervan een integrerend onderdeel uit te maken. Dit opleidingsplan betreft de vakopleiding van werknemers middels een door de overheid erkend leerlingstelsel.

  • 3. Van de op grond van artikel 3 sub a ter beschikking gekomen gelden, wordt 0,2 % aangewend voor de financiering van de uitvoering van het Bedrijfstakscholingsplan dat als bijlage B aan deze overeenkomst is gehecht en wordt geacht hiervan een integrerend onderdeel uit te maken.

  • 4. Per contractjaar wordt uit de in het derde lid van dit artikel genoemde gelden een bedrag gereserveerd van f 500.000,–. Dit bedrag is bestemd voor het instellen van 50 werkervaringsplaatsen, welke met f 10.000,– per plaats kunnen worden gesubsidieerd.

  • 5. Per contractjaar wordt uit de in het derde lid van dit artikel genoemde gelden f 100.000,– ter beschikking gesteld van de Instroompoule FNV/CNV Brugprojecten.

  • 6. Middenkader- en deelcursussen zullen voor 50 % worden gesubsidieerd via SVOVE. Nieuwe opleidingsthema's zijn onder meer: veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden.

  • 7. Per contractjaar zal vanuit de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen (SVOVE) f 300.000,– ter beschikking worden gesteld ter bevoordeling van de instroom van jongeren in de bedrijfstak.

  • Tot 1 april 2000 wordt dit bedrag gereserveerd uit de in het tweede lid van dit artikel genoemde gelden.

  • 8. De Stichting Kwaliteit van de Arbeid zal worden gefinancierd uit de ter beschikking komende gelden uit dat deel van de loonsomheffing welke op grond van lid 2 en 3 van dit artikel voor Opleidingsplan en Bedrijfstakscholingsplan is bestemd, op basis van een gelijke verdeling.

BIJLAGE I FINANCIERINGSREGLEMENT VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VLEESGROOTHANDEL EN EXPORTSLACHTERIJEN

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

Stichting:

De Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Werkgever:

De werkgever als bedoeld in de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Administrateur:

„Het Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan GUO".

Artikel 2

  • 1. De werkgever is jaarlijks een bijdrage verschuldigd aan de Stichting.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een jaarlijks door partijen bij de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen vast te stellen premie gerekend over de loonsom waarover de werkgever premie is verschuldigd ingevolge de Coördinatiewet Sociale Verzekering. De hoogte van deze premie wordt opgenomen in artikel 3 sub a lid 5 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 3. De bijdrage wordt geheven door de administrateur. De werkgever is ten aanzien van zijn verplichting tot het doen van de bijdrage als bedoeld in dit artikel gekweten door betaling van het verschuldigde bedrag aan de administrateur.

  • 4. Tegemoetkomingen als bedoeld in de cao waarvan dit reglement deel uitmaakt worden vergoed op basis van gespecificeerde declaraties. De stichting kan nadere voorwaarden stellen waaraan eventuele tussendeclaraties en voorschotnota's moeten voldoen en op welke wijze de betrokken instelling dient te rapporteren over de afgesproken activiteiten.

Artikel 3

De bijdrage als bedoeld in artikel 2 is bestemd ter bestrijding van de kosten van:

  • 1. De werkzaamheden verbonden aan de uitvoering van de cao vleessector, de VUT-cao en de SVOVE-cao. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder artikel 4 lid 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 2. opleiding, vormings- en ontwikkelingswerk in de meest ruime zin, in de Vleesgroothandel en Exportslachterijen en het daarmede verband houdende onderzoek. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder artikel 4 lid 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 3. maatregelen ter bevordering van de deelname van jeugdige werknemers aan de vakopleiding. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder artikel 4 lid 2 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 4. voorlichting en informatie ten behoeve van werkgevers en werknemers over de Collectieve Arbeidsovereenkomsten Vleesgroothandel en Exportslachterijen. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder Artikel 4 lid 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 5. maatregelen die ertoe leiden, dat op het niveau van individuele ondernemingen in de Vleesgroothandel en Exportslachterijen:

    • een bedrijfsbeleid ten aanzien van arbeidsomstandigheden wordt gevoerd en waar mogelijk wordt verbeterd zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • kennis wordt vergroot over systematieken ter verbetering van arbeidsomstandigheden zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • bedrijfsgezondheidszorg wordt toegepast zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • activiteiten worden ontwikkeld en systemen worden toegepast om het ziekteverzuim terug te dringen zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid en

    • problemen met betrekking tot de arbeidsvoorziening worden opgelost zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • het verrichten van onderzoek en researchwerk terzake van vorming, ontwikkeling en opleiding zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • onderzoek van de consequenties van de economische en technische ontwikkeling in de bedrijfstak voor de vorming, de opleiding en het ontwikkelingswerk zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • het verwerken van de hiervoor genoemde resultaten van het onderzoekwerk in cursussen, hetzij voor ondernemers, hetzij voor werknemers zulks ter beoordeling van het Bestuur van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid.

    • De financiering hiervoor zal geschieden conform het genoemde in artikel 4 lid 8 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 6. opleiding, vormings- en ontwikkelingswerk ten behoeve van de werknemers en de ondernemers in de Vleesgroothandel, voorzover zulks op sociaal terrein is gelegen. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder artikel 4 lid 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 7. het verlof van de werknemer, bestemd voor het bijwonen van jaarlijkse congressen, alsmede de vakgroepbestuursvergaderingen van zijn vakorganisaties, die zijn werkgever vergoed kan krijgen door middel van een jaarafsluitende declaratie in te dienen bij het secretariaat van de Stichting. De financiering hiervoor zal geschieden uit de gelden genoemd onder artikel 4 lid 1 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 8. De uitvoering van het in de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen (als bijlage A) opgenomen Opleidingsplan.

  • 9. De uitvoering van het in de cao Vleessector (als bijlage B) opgenomen Bedrijfstakscholingsplan.

  • 10. De verdeling van de bijdrage als bedoeld in artikel 2 van dit Reglement over de bestemmingen genoemd in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Artikel 4

De verdeling van de bijdrage over partijen bij de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen bestemd ter bestrijding van de kosten genoemd in artikel 3 lid 1 van dit Reglement geschiedt op basis van de volgende verdeelsleutel, nadat de kosten ten behoeve van deelname aan congressen dan wel vergaderingen met betrekking tot de cao e.d. (waaronder vakbondsverlof) daaruit zijn voldaan:

  • 1. ¼ deel ter bestrijding van de kosten voor werknemersorganisaties voortvloeiend uit de werkzaamheden, verbonden aan het uitvoeren van de cao Vleessector, de cao Vrijwillig Uittreden voor de Vleesgroothandel en voor de Groothandel in Slachtafvallen en Darmen en de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen inclusief de door werknemersorganisaties te verzorgen voorlichting en informatie over deze cao's;

  • 2. ¼ deel ter bestrijding van de kosten voor de werkgeversorganisatie voortvloeiende uit de werkzaamheden, verbonden aan het uitvoeren van de cao Vleessector, de cao Vrijwillig Uittreden voor de Vleesgroothandel en voor de Groothandel in Slachtafvallen en Darmen en de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen inclusief de door de werkgeversorganisatie te verzorgen voorlichting en informatie over deze cao's;

  • 3. ¼ deel voor vormings- en ontwikkelingswerk, opleiding en research van de werknemersorganisaties;

  • 4. ¼ deel voor vormings- en ontwikkelingswerk, opleiding en research van de werkgeversorganisatie.

BIJLAGE II STATUTEN VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VLEESGROOTHANDEL EN EXPORTSLACHTERIJEN

Artikel 1 Naam en zetel

  • 1. De stichting draagt de naam: Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en exportslachterijen.

  • 2. De stichting is gevestigd te 's-Gravenhage.

  • 3. Onder „Georganiseerd Overleg" wordt verstaan: het georganiseerd overleg van de werkgevers- en werknemersorganisaties.

  • Onder „organisaties" wordt verstaan: de organisaties die partij zijn bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst vormings- en ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en exportslachterijen.

Artikel 2 Doel

De stichting heeft ten doel het financieren van:

  • de werkzaamheden verbonden aan de uitvoering van de Collectieve Arbeidsovereenkomsten Vleesgroothandel en Exportslachterijen;

  • opleiding, vormings- en ontwikkelingswerk in de meest ruime zin, in de vleesgroothandel en exportslachterijen en het daarmede verband houdende onderzoek;

  • maatregelen ter bevordering van de deelname van jeugdige werknemers aan de vakopleiding;

  • voorlichting en informatie ten behoeve van werkgevers en werknemers over de Collectieve Arbeidsovereenkomsten Vleesgroothandel en exportslachterijen;

  • maatregelen die ertoe leiden, dat op het niveau van individuele ondernemingen in de vleesgroothandel en exportslachterijen:

    • een bedrijfsbeleid ten aanzien van arbeidsomstandigheden wordt gevoerd en waar mogelijk wordt verbeterd;

    • kennis wordt vergroot over systematieken ter verbetering van arbeidsomstandigheden;

    • bedrijfsgezondheidszorg wordt toegepast;

    • activiteiten worden ontwikkeld en systemen worden toegepast om het ziekteverzuim terug te dringen; en

    • problemen met betrekking tot de arbeidsvoorziening worden opgelost.

De stichting tracht dit doel te bereiken door bijdragen te heffen van de werkgevers in de vleesgroothandel en exportslachterijen en deze met andere baten van de stichting te gebruiken voor de financiering van projecten als genoemd in artikel 12.

Artikel 3 Bestuur

De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit zeven leden.

Artikel 4 Benoeming van de leden van het bestuur

De bestuursleden worden benoemd als volgt:

  • drie leden door de werkgeversorganisatie Centrale Organisatie voor de Vleesgroothandel, gevestigd te 's-Gravenhage, alsmede een plaatsvervanger van hen;

  • vier leden door de gezamenlijke werknemersorganisaties, te weten twee door de Voedingsbond Federatie Nederlandse Vakverenigingen, gevestigd te Utrecht, één door de Industrie- en Voedingsbond Christelijk Nationaal Vakverbond, gevestigd te Utrecht, en één door de Unie Vakbond voor industrie- en dienstverlening te Houten, alsmede een plaatsvervanger voor ieder van hen.

Artikel 5 Zittingsduur en beëindiging bestuurslidmaatschap

  • 1. De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van twee jaar. In tussentijds ontstane vacatures wordt voorzien door benoeming voor de duur van de resterende bestuursperiode van het zittende bestuur Aftredende bestuursleden kunnen opnieuw worden benoemd.

  • 2. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

    • a. door overlijden;

    • b. door periodiek aftreden;

    • c. door schriftelijk bedanken;

    • d. door ontslag door benoemende instantie.

Artikel 6 Voorzitter en vertegenwoordiging

  • 1. Telkenjare wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter en vice-voorzitter aan, met dien verstande, dat, indien het voorzitterschap wordt vervuld door één van de leden uit de werkgeverssector, het vice-voorzitterschap wordt bekleed door één van de leden uit de werknemerssector, en omgekeerd.

  • Het voorzitterschap en vice-voorzitterschap zal jaarlijks wisselen.

  • 2. Voorzitter en vice-voorzitter vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1. Rechtsgeldige besluiten kunnen, voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Onder volstrekte meerderheid wordt hier verstaan: meer dan de helft van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. Het bestuur kan geen besluiten nemen indien niet tenminste twee bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisatie en twee bestuursleden benoemd door de werknemersorganisaties, zoals vermeld in artikel 4, aanwezig zijn.

  • 3. Ieder bestuurslid brengt één stem uit, met dien verstande dat het aantal stemmen van de drie bestuursleden benoemd door de werkgeversorganisatie gelijk is aan het aantal stemmen van de vier bestuursleden benoemd door de werknemersorganisaties.

  • 4. Bij het staken der stemmen wordt in een volgende vergadering welke ten hoogste één maand later plaatsvindt, andermaal over hetzelfde voorstel gestemd.

  • 5. De bestuursleden worden tenminste veertien dagen van te voren schriftelijk onder opgave van de agenda ter vergadering opgeroepen.

Artikel 8 Secretariaat

Het bestuur wordt in de uitvoering van zijn werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat, gevestigd bij de Centrale Organisatie voor de Vleesgroothandel.

Artikel 9 Geldmiddelen

De middelen van de stichting bestaan uit:

  • a. bijdragen, die door de werkgevers in de Vleesgroothandel verstrekt zijn op grond van de bepalingen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en exportslachterijen;

  • b. eventuele andere baten.

Artikel 10 Financieringsreglement

Het bestuur stelt een financieringsreglement vast waarin tenminste zijn geregeld de grondslag van de bijdragen, de wijze van incasseren en de wijze van verdelen van de gelden.

Artikel 11 Beheer en bestuursbevoegdheid

  • 1. De gelden van de stichting worden door het bestuur beheerd.

  • 2. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, gene uitgezonderd.

  • De in de wet voorkomende bevoegdheidsbeperkingen op dit punt gelden derhalve niet.

Artikel 12 Projecten

De te financieren en subsidiëren objecten kunnen binnen de doelstelling van het fonds bestaan uit:

  • a. opleiding, vormings- en ontwikkelingswerk ten behoeve van de werknemers en de ondernemers in de Vleesgroothandel, voor zover zulks op sociaal terrein is gelegen;

  • b. het verrichten van onderzoek en researchwerk terzake van vorming, ontwikkeling en opleiding;

  • c. onderzoek van de consequenties van de economische en technische ontwikkeling in de bedrijfstak van de vorming, de opleiding en het ontwikkelingswerk;

  • d. het verwerken van de hiervoor genoemde resultaten van het onderzoekwerk in cursussen, hetzij voor ondernemers hetzij voor werknemers;

  • e. bevordering van de deelname van jeugdige werknemers aan de vakopleiding;

  • f. de werkzaamheden verbonden aan het zo goed mogelijk doen uitvoeren van collectieve arbeidsovereenkomsten in de bedrijfstak en daaruit voortvloeiend de voorlichting en informatie over de collectieve arbeidsovereenkomsten.

Artikel 13 Rekening en verantwoording, boekjaar

  • 1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand der stichting zodanige aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

  • Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten op te maken.

  • Het bestuur is verplicht jaarlijks een externe registeraccountant aan te stellen ter controle van de hiervoor bedoelde stukken.

Artikel 14 Ministerieel vertegenwoordiger

Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten.

Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen.

Waarnemers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.

Artikel 15 Tijdsduur

De stichting is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 16 Statutenwijziging of ontbinding

  • 1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatsvinden door het bestuur, na toestemming van het Georganiseerd Overleg.

  • 2. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.

  • 3. De stichting kan worden ontbonden door hetzij de werkgeversorganisatie hetzij de gezamenlijke werknemersorganisaties als bedoeld in artikel 4 door middel van een aangetekend schrijven aan het bestuur, waarin zij hun medewerking aan de stichting opzeggen.

  • Een jaar nadat bedoelde kennisgeving is ontvangen is de stichting van rechtswege cntbonden.

  • Het bestuur is belast met de liquidatie en geeft na goedkeuring van het Georganiseerd Overleg een bestemming aan een eventueel batig saldo van de stichting, met dien verstande, dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat het meest overeenstemt met het doel van de stichting.

Artikel 17 Slotbepaling

In alle gevallen waarin door deze statuten of de wet niet is voorzien, beslist het bestuur.

BIJLAGE A ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 2 VAN DE CAO VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VLEESGROOTHANDEL EN EXPORTSLACHTERIJEN

Opleidingsplan

Artikel 1 Definities

Stichting:

De Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Werkgever:

De werkgever als bedoeld in de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen;

SVO:

SVO, opleiding voor de vleessector, gevestigd te Utrecht.

Artikel 2 Doel

Met de uitvoering van dit Opleidingsplan wordt getracht een bijdrage te leveren aan de terugdringing van de werkloosheid en aan een beter behoud van werk door middel van de hiernavolgende maatregelen ter bevordering van de deelneming aan de vakopleiding.

Artikel 3 Arbeidsovereenkomst en leerovereenkomst

  • a. Met inachtneming van het hieronder bepaalde kan een werkgever aan deelnemers vanaf de leeftijd van 16 jaar een arbeidsovereenkomst bieden welke is gekoppeld aan een leerovereenkomst als bedoeld in de wet op het leerlingwezen.

  • b. De arbeidsovereenkomst wordt voor bepaalde tijd, namelijk de duur van de opleiding, aangegaan op basis van een normale werkweek.

  • c. De leerovereenkomst wordt tussen de werkgever en de desbetreffende deelnemer, hierna te noemen leerling, ten overstaan van de SVO gesloten.

Artikel 4 Verplichting werkgever en leerling

  • a. De werkgever stelt de leerling in staat een opleiding te volgen bij de SVO binnen het leerlingwezen met inachtneming van de wettelijke uitvoeringsbepalingen.

  • b. De werkgever verplicht zich tot het verstrekken van onderricht in de praktijk van het beroep en de leerling verplicht zich tot het leveren van een leerprestatie.

  • c. Tevens verplicht de werkgever zich om de leerling in de gelegenheid te stellen het algemene en op het beroep gerichte onderwijs te volgen en de leerling verplicht zich van deze mogelijkheid gebruik te maken.

  • d. Bij het behalen van het diploma betaalt werkgever een diplomatoeslag van f 450,– bruto.

  • e. Indien een leerling één jaar na het behalen van het diploma nog bij dezelfde werkgever in dienst is betaalt deze een éénmalige diplomatoeslag van f 600,– bruto.

Artikel 5 Lonen

Tijdens de opleiding worden de leerlingen gedurende 24 maanden betaald conform bijlage 1 van de loontabel behorende bij de cao Vleessector. Hierna worden de leerlingen betaald conform functieniveau B van de loontabel van de cao Vleessector.

Artikel 6 CAO

Op de arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van het Opleidingsplan zijn de bepalingen van de cao Vleessector van toepassing.

Artikel 7 Subsidie

  • a. De werkgever, die een leerling in dienst neemt op basis van dit Opleidingsplan ontvangt een subsidie uit het fonds. De bedragen van de subsidie, afhankelijk van de leeftijd van de leerling, zijn in het eerste opleidingsjaar als volgt:

16 jaarf 2050,00
17 jaarf 3360,00
18 jaarf 3850,00
19 jaarf 4320,00
20 jaarf 5300,00
21 jaar en ouderf 6240,00

In het tweede opleidingsjaar wordt de helft van de bovenstaande bedragen uitbetaald.

  • b. Tevens krijgt de werkgever de op grond van artikel 4 betaalde diplomatoeslagen vergoed.

  • c. Als datum voor het vaststellen van de leeftijd voor de leeftijdsubsidie wordt genomen 1 juli van ieder jaar of de datum van het afsluiten van de leerovereenkomst indien deze later ligt.

  • d. Subsidies in het eerste jaar worden verstrekt ten behoeve van leerlingen, die in het betreffende cursusjaar voor het eerst in het eerste leerjaar de primaire opleiding in het kader van het leerlingstelsel volgen.

  • e. De subsidie wordt berekend en halfjaarlijks uitbetaald door de SVO.

Artikel 8 Cursusgeld, reisgeld en kosten leermiddelen

  • a. Voor leerlingen, die op 1 augustus van het betreffende jaar nog geen 18 jaar zijn, is geen cursusgeld verschuldigd, terwijl deze leerlingen via het leerlingstelsel een vergoeding van de reiskosten van huis naar cursusplaats ontvangen voor afstanden boven de 8 km van 18 cent per km.

  • b. Voor leerlingen van 18 jaar en ouder worden deze cursuskosten vergoed door de werkgever. De reiskosten worden vergoed op basis van de bedrijfsregeling danwel op basis van openbaar vervoer, indien het onderwijs buiten het bedrijf plaatsvindt.

  • c. Voor alle leerlingen geldt dat de kosten van de leermiddelen worden betaald door de werkgever.

Artikel 9

Volgens het bepaalde in artikel 55 van de cao Vleessector zijn bedrijven verplicht een opleidingsplan op te stellen ter bevordering van opleiding van zittend personeel.

Artikel 10

Van de in het 2e lid van artikel 4 van de cao-SVOVE genoemde gelden worden middenkader- en deelcursussen voor 50% gefinancierd. Daaronder vallen tevens niet-functie gebonden cursussen, zulks na goedkeuring door het Bestuur van de SVOVE.

Artikel 11 Praktijkonderricht

Indien een werkgever niet in de gelegenheid is praktijkonderricht te verstrekken, kan door bemiddeling van de SVO het praktijkonderricht worden gegeven door een collega-bedrijf in de regio dat de leerlingen opleidt volgens dit Opleidingsplan.

Artikel 12 Rekening en verantwoording

Ten behoeve van de uitbetaling van subsidie door SVO (zie artikel 7d), stelt het bestuur van de Stichting middelen ter beschikking van de SVO. Jaarlijks legt de SVO rekening en verantwoording af aan het bestuur over de besteding van deze middelen.

BIJLAGE B ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 3 VAN DE CAO VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VLEESGROOTHANDEL EN EXPORTSLACHTERIJEN

Bedrijfstakscholingsplan Vleesgroothandel en Exportslachterijen

Artikel 1 Definities

In dit Bedrijfstakscholingsplan wordt verstaan onder:

Stichting:

De Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen;

Werkgever:

De werkgever als bedoeld in de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Deelnemer:

Degene die een opleiding volgt in het kader van dit Bedrijfstakscholingsplan, zolang het dienstverband voor bepaalde tijd voortduurt.

SVO:

De SVO, opleiding voor de vleessector, gevestigd te Utrecht.

Artikel 2 Doel

Met de uitvoering van dit Bedrijfstakscholingsplan wordt getracht:

  • Een bijdrage te leveren aan de terugdringing van de werkloosheid.

  • Te voorzien in de behoefte aan vakbekwaam personeel in de bedrijfstak Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Artikel 3 Deelnemers

Aan het Bedrijfstakscholingsplan kunnen deelnemen:

  • werklozen of anderszins werkzoekenden vanaf de leeftijd van 24 jaar.

In bijzondere mate wordt aandacht besteed aan:

  • langdurig werklozen

  • herintredende vrouwen

  • tweede generatie buitenlandse werknemers

Artikel 4 Arbeidsopleidingsovereenkomst

  • a. Met inachtneming van het hierna bepaalde zal normaliter een werkgever aan de in artikel 3 genoemde deelnemers een arbeidsopleidingsovereenkomst voor bepaalde tijd aanbieden.

  • b. De arbeidsopleidingsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd namelijk voor de duur van één jaar. In dit jaar wordt vijf maanden door de deelnemers de opleiding in het kader van dit Bedrijfstakscholingsplan gevolgd. De overige maanden van dit jaar wordt in de onderneming arbeid verricht. De arbeidsovereenkomst kan reeds gedurende dit jaar conform artikel 8 worden omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Artikel 5 Verplichtingen werkgever en deelnemer

  • a. De werkgever stelt de deelnemer in staat om de opleiding krachtens dit Bedrijfstakscholingsplan te volgen bij de SVO volgens het scholingsprogramma dat ten behoeve van dit Bedrijfstakscholingsplan is ontwikkeld.

  • b. De werkgever verplicht zich tot het verstrekken van de praktijkinstructie en stelt de deelnemer in staat om gedurende de opleiding in de productielijn werkzaam te zijn. De deelnemer verplicht zich tot het leveren van een leerprestatie.

  • c. Daarnaast verplicht de werkgever zich om de deelnemer in de gelegenheid te stellen het algemene en op het beroep gerichte door de SVO gegeven onderwijs te volgen.

De deelnemer verplicht zich om dit onderwijs te volgen.

Artikel 6 Lonen

  • 1. Tijdens de opleiding ontvangen de deelnemers een brutoloon dat gelijk is aan functieperiodiek 0 van loonniveau 1 van de loontabel behorende bij de cao Vleessector. Dit brutoloon geldt voor de tijd dat een deelnemer én in het bedrijf werkt én de opleiding volgt, op basis van de normale werkweek.

  • 2. Na de opleiding wordt de deelnemer indien hij het diploma behorende bij de opleiding heeft behaald, ingeschaald volgens het loonniveau dat bij de functie hoort.

  • 3. Bij het behalen van het diploma betaalt werkgever een diplomatoeslag van f 450,– bruto.

  • 4. Indien een deelnemer één jaar na het behalen van het diploma nog bij dezelfde werkgever in dienst is betaalt deze een éénmalige diplomatoeslag van f 600,– bruto.

Artikel 7 Cao

Op de arbeidsopleidingsovereenkomst tussen werkgever en deelnemer zijn de bepalingen van de cao Vleessector van toepassing.

Artikel 8 Subsidie

  • 1. Aanspraak op subsidie kan een werkgever maken die de deelnemers in staat stelt om een opleiding te volgen krachtens dit Bedrijfstakscholingsplan.

  • 2.

    • a. De hoogte van de subsidie bedraagt per deelnemer f 12.150,–.

    • b. Tevens wordt een reiskostenvergoeding voor de deelnemer betaalt van ten hoogste f 500,– gedurende de opleidingsperiode, voor de reiskosten van huis naar cursusplaats, voorzover het onderwijs buiten het bedrijf plaatsvindt.

    • c. Voorts krijgt de werkgever de op grond van artikel 6 betaalde diplomatoeslagen vergoed.

  • 3. De aanspraak op subsidie van de werkgever vervalt, indien de werkgever de deelnemer die het diploma heeft behaald, geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanbiedt aansluitend op het dienstverband voor bepaalde tijd.

  • De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan op ieder moment gedurende het eerste jaar van het dienstverband door de werkgever aan de deelnemer worden aangeboden.

Artikel 9 Uitbetaling van de subsidie en de reiskostenvergoeding

  • 1. De subsidie en de reiskostenvergoeding worden uitbetaald door de SVO uit het gedeelte bedrijfstakscholingsfonds van de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

  • 2. Betaling van de subsidie aan de werkgever vindt plaats:

    • nadat de deelnemer de opleiding heeft afgerond en het daarbij behorende diploma heeft ontvangen en

    • indien de werkgever de werknemer een dienstverband voor onbepaalde tijd heeft aangeboden.

  • 3. De werkgever verschaft de SVO de gegevens benodigd voor het uitbetalen van de subsidie en de reiskostenvergoeding.

Artikel 10 Cursusgeld, reiskosten en kosten leermiddelen en materialen

  • 1. De cursuskosten en de kosten van de leermiddelen en materialen (inclusief gereedschappen) komen ten laste van de werkgever.

  • 2. De reiskosten van huis naar cursusplaats van de deelnemer worden vergoed door de werkgever op basis van de bedrijfsregeling, dan wel op basis van openbaar vervoer voorzover het onderwijs buiten het bedrijf plaatsvindt.

Artikel 11 Praktijkonderricht

Indien een werkgever niet in de gelegenheid is om praktijkonderricht te verstrekken dan kan door bemiddeling van de SVO het praktijkonderricht worden gegeven door een collega-bedrijf in de regio dat ook deelneemt aan de opleiding krachtens dit Bedrijfstakscholingsplan.

Artikel 12 Rekening en verantwoording

Ten behoeve van de uitbetaling van de subsidie door de SVO stelt het bestuur van de Stichting middelen ter beschikking aan de SVO. Jaarlijks legt de SVO rekening en verantwoording af aan de Stichting over de besteding van de middelen aan de hand van een door een externe registeraccountant opgesteld rapport.

BIJLAGE III MODEL ARBEIDSOPLEIDINGSOVEREENKOMST

hierna te noemen werkgever, en

hierna te noemen deelnemer

verklaren hierbij de volgende arbeidsopleidingsovereenkomst te zijn aangegaan.

Artikel 1

Deze arbeidsopleidingsovereenkomst wordt aangegaan ter uitvoering van het Bedrijfstak scholingsplan Vleesgroothandel en Exportslachterijen, dat als bijlage B is opgenomen bij de cao Vormings- en Ontwikkelingsfonds Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Artikel 2

De werkgever stelt de deelnemer in de gelegenheid een opleiding te volgen krachtens dit Bedrijfstakscholingsplan. Gedurende de door het opleidingsinstituut aangegeven tijd wordt de deelnemer in de gelegenheid gesteld de opleiding te volgen. Tevens verplicht de werkgever zich om zorg te dragen voor voldoende praktijkinstructie van de deelnemer.

Artikel 3

De deelnemer wordt gedurende de opleiding begeleid door

(Naam)

(Functie)

Artikel 4

De deelnemer verplicht zich tot het leveren van een leerprestatie volgens de gekozen vakspecialisatie van het scholingsprogramma van het Bedrijfstakscholingsplan Vleesgroothandel en Exportslachterijen.

Artikel 5

Deze arbeidsopleidingsovereenkomst treedt in werking met ingang van

Zij is aangegaan voor de duur van één jaar en eindigt derhalve op

Gedurende of na afloop van dit jaar kan aan de deelnemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden door de werkgever.

Artikel 6

De deelnemer ontvangt een beloning van f

(Dit is het brutosalaris op basis van loongroep I, functieperiodiek 0 van de loontabel cao Vleesgroothandel en Exportslachterijen).

Daarnaast ontvangt de deelnemer een reiskostenvergoeding voor de reiskosten van huis naar cursus plaats op basis van de bedrijfsregeling dan wel op basis van openbaar vervoer, indien het onderwijs buiten het bedrijf plaatsvindt.

Artikel 7

De cursuskosten en de kosten van bedrijfskleding, leermiddelen en materialen (inclusief gereedschappen) komen ten laste van de werkgever.

Artikel 8

Wordt de opleiding bij de SVO in het kader van dit Bedrijfstakscholingsplan afgebroken dan vloeit daaruit de ontbinding vande arbeidsopleidingsovereenkomst tussen de deelnemer en de werkgever voort, zonder dat daartoe voorafgaande opzegging noodzakelijk is.

Voor het overige eindigt de arbeidsopleidingsovereenkomst na verloop van een jaar van rechtswege zonder dat daartoe voorafgaande opzegging noodzakelijk is.

te

d.d.

De werkgever

De werknemer

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 23 december 1998

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen nawerking.

Naar boven