Schoendetailhandel

Sociaal Fonds Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE SCHOENDETAILHANDEL INZAKE SOCIAAL FONDS

AI Nr. 9144

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van DETAM Pensioen Services namens de Christelijke Bond van Schoenwinkeliers in Nederland, de Vereniging van Ondernemers in de Modedetailhandel „MITEX" en de Vereniging van Filiaal- en Grootwinkelbedrijven in Schoenen als partijen te ener zijde mede namens de FNV Bondgenoten en de Dienstenbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Schoendetailhandel inzake Sociaal Fonds, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 12 december 1997 (Stcrt. 1997, nr. 244), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van artikel 5 van de statuten en artikel 4 van het reglement van de Stichting Sociaal Fonds Schoendetailhandel behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Schoendetailhandel inzake Sociaal Fonds, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 2002 artikel 5 van de statuten en artikel 4 van het reglement van de Stichting Sociaal Fonds Schoendetailhandel behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Schoendetailhandel inzake Sociaal Fonds, zoals dit als volgt is gewijzigd en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:

BIJLAGE I STATUTEN VAN DE STICHTING SOCIAAL FONDS SCHOENDETAILHANDEL

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Schoendetailhandel inzake Sociaal Fonds.

Artikel 5 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 5 Bestuur

  • 1. Het bestuur van de Stichting bestaat uit vier leden, van wie twee worden benoemd door de werkgeversorganisaties, te weten:

    • a. één door de Christelijke Bond van Schoenwinkeliers in Nederland;

    • b. één door de Vereniging van Ondernemers in Schoenmodebedrijven;

  • en twee door de werknemersorganisaties, te weten:

    • a. één door de FNV Bondgenoten, gevestigd te Amsterdam;

    • b. één door de Dienstenbond CNV, gevestigd te Hoofddorp.

  • Voor ieder bestuurslid wordt door de organisatie, die dit lid heeft benoemd, een plaatsvervanger benoemd, die alleen als bestuurslid optreedt bij ontstentenis casu quo afwezigheid van het lid als wiens plaatsvervanger hij is benoemd.

  • 2. Het lidmaatschap casu quo het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur eindigt door periodiek aftreden, schriftelijk bedanken, overlijden, alsmede indien de betrokken organisatie de benoeming intrekt.

  • 3. Ieder jaar in de maand januari treedt een werkgeversbestuurslid en een werknemersbestuurslid, alsmede hun plaatsvervangers af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De aftredenden zijn met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, onmiddellijk herbenoembaar.

  • 4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan voorzien door de organisatie die, gelet op het bepaalde in het eerste lid, daarvoor in aanmerking komt. Een bestuurslid, casu quo plaatsvervangend bestuurslid, dat in zulk een vacature is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene die hij opvolgt moest aftreden. Het bestuur kan zijn bevoegdheden uitoefenen ook wanneer er vacatures zijn.

  • 5. Door het bestuur kan aan de leden casu quo plaatsvervangende leden van het bestuur voor het bijwonen van vergaderingen of daarmede gelijk te stellen bijeenkomsten een vergoeding worden toegekend.

  • 6. Het bestuur wijst een werkgeversbestuurslid en een werknemersbestuurslid aan, die beurtelings voor de tijd van een kalenderjaar als voorzitter optreden. Het bestuur bepaalt wie voor het eerst als voorzitter zal optreden. Bij ontstentenis van de fungerende voorzitter treedt de andere voorzitter als zodanig op.

  • 7. Evenzo wijst het bestuur een werkgeversbestuurslid en een werknemersbestuurslid aan, die beurtelings voor de tijd van een kalenderjaar als secretaris optreden, met dien verstande, dat met de werkgeversvoorzitter de werknemerssecretaris en met de werk-nemersvoorzitter de werkgeverssecretaris fungeert. Bij ontstentenis van de fungerende secretaris treedt de andere secretaris als zodanig op."

BIJLAGE II REGLEMENT

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Schoendetailhandel inzake Sociaal Fonds respectievelijk als bedoeld in artikel 12 lid 1 van de Statuten van de Stichting Sociaal Fonds Schoendetailhandel.

Artikel 4 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 4 Werkwijze

  • 1. De aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 13, lid 3 van de statuten dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend, en wel

    • voor eenmalige subsidies: zo spoedig mogelijk na het nemen van het besluit een subsidie aan te vragen;

    • voor periodieke subsidies: jaarlijks vóór de eerste januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • Bij de aanvragen dient een begroting betreffende de besteding van de aangevraagde gelden te worden meegezonden.

  • 2. De verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen gelden als bedoeld in artikel 13, lid 3 van de statuten dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend, en wel

    • voor eenmalige subsidies: zo spoedig mogelijk na de besteding van deze gelden;

    • voor periodieke subsidies: jaarlijks vóór de eerste juli volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking had.

  • 3. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidieaanvraag mee te zenden begroting dient te voldoen. Behoudens een subsidie voor activiteiten waarvan de kosten verantwoord worden door middel van een gespecificeerde factuur van een derde, dient de verantwoording vergezeld te gaan van een verklaring van een registeraccountant, waaruit blijkt dat de ontvangen gelden zijn besteed in overeenstemming met de doelstelling van de Stichting.

  • 4. Op beslissingen van het bestuur omtrent de subsidieaanvraag kan geen beroep worden ingesteld, onverlet de mogelijkheid een nieuwe aanvraag in te dienen."

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 18 december 1998

C. J. Meerhof.

Naar boven