Wijziging Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ

Wijziging van de Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ in verband met flexibilisering van de aanspraken op zorg op het terrein van de verstandelijk gehandicaptenzorg

14 december 1998

nr. VPZ/VU-983735

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 23, 24 en 25 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering;

Besluit:

Artikel I

De Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ1 wordt gewijzigd als volgt:

A. Paragraaf 6 en artikel 28 vervallen.

B. In artikel 29 vervalt: of verstandelijk.

C. Artikel 30, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a vervalt: of verstandelijk.

2. In onderdeel c wordt ’een lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte’ vervangen door: een lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte.

3. In onderdeel e wordt ’een lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte’ vervangen door: een lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte.

D. In artikel 31 vervalt: of verstandelijk.

E. Artikel 32 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt een lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte’ vervangen door : een lichamelijk gehandicapte.

2. In het tweede lid wordt ’kan zijn aanspraak’ vervangen door: kan de aanspraak, bedoeld in artikel 31 en in artikel 24 van het Besluit,.

F. De artikelen 33 en 34 vervallen.

G. Artikel 37 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ’3, 8, 24, eerste en tweede lid, 27, 28, 29 en 31, en in de artikelen 9, eerste lid, 11, eerste lid, 20, eerste lid, aanhef en onder d, en artikel 20g van het Besluit’ vervangen door: 3, 8, 24, eerste en tweede lid, 27, 29 en 31, en in de artikelen 9, eerste lid, 11, eerste lid, 20, eerste lid, aanhef en onder d, en de artikelen 20d, voorzover het betreft niet-klinische psychotherapie, 23, 24 en 25 van het Besluit

2. In het tweede lid wordt ’8 en 28, en in artikel 9, eerste lid, van het Besluit’ vervangen door: 8, en in de artikelen 9, eerste lid, en 23 van het Besluit

G. Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel e wordt ’de artikelen 27 en 28, en artikel 9 van het Besluit’ vervangen door: artikel 27, en de artikelen 9 en 23 van het Besluit.

2. In onderdeel f wordt ’na artikel 29’ ingevoegd: en artikel 25 van het Besluit.

3. In onderdeel g wordt ’na artikel 31’ ingevoegd: en artikel 24 van het Besluit.

H. In artikel 39, onder g, wordt na ’31’ ingevoegd: en de artikelen 24 en 25 van het Besluit.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris voornoemd,

M. Vliegenthart.

1 Stcrt. 1993, 250, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 19 december 1997, nr. VPZ/VU-974098, Stcrt. 245.

Toelichting

1. Algemeen

Met het koninklijk besluit van 4 november 1998 tot wijziging van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering en het Bijdragebesluit zorg in verband met flexibilisering van de aanspraken op zorg op het terrein van de verstandelijk gehandicaptenzorg (Stb. 626) zijn met ingang van 1 januari 1999 de mogelijkheden voor zorg-op-maat op het terrein van de verstandelijk gehandicaptenzorg binnen de aanspraken op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vergroot. Daartoe zijn de artikelen 23 tot en met 25 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering (verder te noemen: het Besluit) gewijzigd. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de inhoud en omvang van de aanspraken op verstandelijk gehandicaptenzorg die ten laste van de AWBZ-verzekering komen, geheel bij algemene maatregel van bestuur (amvb) te omschrijven. In beginsel worden alleen de voorwaarden waaronder de aanspraak tot gelding kan worden gebracht, zoals verwijzing, het moeten indienen van een behandelplan en voorafgaande toestemming, zonodig nog bij ministeriële regeling vastgesteld. Het gaat hierbij om meer procedurele voorwaarden. Indicatievoorwaarden zijn, voor zover relevant, wel met voornoemd besluit geregeld.

Het vorenstaande betekent dat diverse bepalingen in de Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ met de onderhavige regeling, die gebaseerd is op de gewijzigde artikel 23 tot en met 25 van het Besluit, zijn komen te vervallen dan wel gewijzigd zijn. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

2. Artikel I

A.

Deze paragraaf en bepaling is vervallen, omdat dit thans geheel in artikel 23 van het Besluit geregeld is.

B, C, D, E.

De term ’verstandelijk’ is in deze bepalingen komen te vervallen, omdat hetgeen in deze bepalingen is geregeld voor de verstandelijk gehandicaptenzorg, thans geheel in het Besluit is geregeld.

In artikel 32, eerste lid, stond abusievelijk het woord ’zintuiglijk’ vermeld. Er zijn geen dagverblijven voor zintuiglijk gehandicapten. Dit woord is daarom geschrapt.

Artikel 32, tweede lid, dient van toepassing te blijven op het tot gelding brengen van de aanspraak op verblijf in een dagverblijf voor verstandelijk gehandicapten. Naast het in artikel 31 omschreven verblijf, gaat het dus ook om het verblijf in artikel 24 van het Besluit.

F.

Artikel 33 is komen te vervallen, omdat een dergelijke vergaande ministeriële bemoeienis niet meer wenselijk wordt geacht. Tevens stond het tweede lid op gespannen voet met het met de Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 december 1997, VPZ/VU-974098 tot wijziging van de Regeling nadere regels zorgaanspraken in verband met afbakening van de aanspraak op plaatsing in een dagverblijf voor gehandicapten (Stcrt. 245) ingevoerde artikel 32, tweede lid.

Artikel 34 is komen te vervallen, omdat dit thans geheel in het Besluit is geregeld.

G en H.

De aanpassing van de artikelen 37, 38 en 39 houdt in dat voor de verstandelijk gehandicaptenzorg in plaats van verwijzing naar de artikelen 28, 29 en 31 van voornoemde regeling wordt verwezen naar de relevante bepalingen in het Besluit.

Ten aanzien van artikel 37 geldt tevens dat, blijkens het rapport van de Ziekenfondsraad inzake toestemmingsvoorwaarden AWBZ (uitgave Ziekenfondsraad 1998, nr. 781), per 1 januari 1998 ten onrechte een voorafgaande toestemming is ingevoerd voor psychotherapie die verleend wordt binnen een psychiatrische polikliniek, terwijl voor die datum volstaan kon worden met een melding. Dit is thans gecorrigeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Vliegenthart.

Naar boven