Wijziging uitvoeringsregeling en vaststelling subsidieplafond KREDO

17 december 1998

nr. WJZ/JZ 98081256

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 6, 12, tweede lid, onder h, en 16, tweede lid, van het Besluit kredieten elektronische diensten-ontwikkeling;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling ’KREDO’ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 komt te luiden:

Het tarief voor de vergoeding van rente wordt vastgesteld op 4,9 %.

B

In bijlage 2, onder c, wordt de zinsnede ’Is voor de aanvrager een verzoek tot surséance van betaling ingediend, danwel faillissement aangevraagd?’ vervangen door: Is voor de aanvrager een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of een verzoek tot surséance van betaling ingediend, danwel faillissement aangevraagd?

Artikel II

1. Als perioden na afloop waarvan de aanvragen op grond van het Besluit kredieten elektronische diensten-ontwikkeling, die in die periode zijn ontvangen, worden behandeld, worden vastgesteld:

a. 1 januari 1999 tot en met 18 juni 1999;

b. 21 juni 1999 tot en met 17 december 1999.

2. Het subsidieplafond voor het in 1999 verlenen van subsidies in de vorm van een krediet op aanvragen ontvangen in de in het eerste lid, onder a, bedoelde periode, wordt vastgesteld op f 10 000 000,00.

3. Het subsidieplafond voor het in 2000 verlenen van subsidies in de vorm van een krediet op aanvragen ontvangen in de in het eerste lid, onder b, bedoelde periode, wordt vastgesteld op f 10 000 000,00.

4. Het subsidieplafond wordt verdeeld op de wijze als bepaald in artikel 11 van het Besluit kredieten elektronische diensten-ontwikkeling.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 17 december 1998. De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink.

1 Stcrt. 1997, 235, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 22 april 1998, Stcrt. 78

Naar boven