Instellingsregeling Commissie administratieve lasten

27 november 1998

nr. 98069082 WJA/W

De Ministers van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de commissie: de Commissie administratieve lasten;

b. de minister: de Minister van Economische Zaken;

c. administratieve lasten: lasten voor ondernemingen als gevolg van het voldoen aan de administratieve en procedurele verplichtingen als gevolg van wet- en regelgeving;

d. MDW: het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit.

Artikel 2

Er is een Commissie administratieve lasten.

Artikel 3

1. De commissie heeft tot taak aan de minister een advies uit te brengen omtrent:

a. de in het kader van MDW te realiseren substantiële vermindering van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven;

b. het beter betrekken van het bedrijfsleven bij het ontwerpen en uitvoeren van nieuwe wet- en regelgeving, voor zover die wet- en regelgeving het bedrijfsleven aangaat.

2. Ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid:

a. maakt de commissie een analyse van de problematiek van de administratieve lastendruk, waarbij zij aandacht besteedt aan de regelgeving van het Rijk, de provincies en de gemeenten;

b. geeft de commissie wegen aan voor een structurele aanpak van de problematiek van de administratieve lastendruk;

c. draagt de commissie concrete oplos-singen aan voor situaties waarin de administratieve lastendruk door het bedrijfsleven als bijzonder knellend wordt ervaren.

3. De commissie betrekt bij haar werkzaamheden de Stuurgroep administratieve lasten, vertegenwoordigers van het georganiseerde bedrijfsleven en vertegenwoordigers van het Rijk, provincies en gemeenten.

Artikel 4

De commissie bestaat uit ten minste 4 en ten hoogste 14 leden.

Artikel 5

De commissie brengt haar advies uiterlijk op 31 december 1999 uit.

Artikel 6

Het beheer van de bescheiden betref-fende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Eco-nomische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van dat ministerie.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 1999 of zoveel eerder als de commissie haar advies uitbrengt.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Commissie administratieve lasten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Afschrift van deze regeling zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.


’s-Gravenhage, 27 november 1998. De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper.

Toelichting

In de brief van de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer over de voortgang in de vermindering van de administratieve lastendruk (14 april 1998; kamerstukken II 1997/98, 19 071, nr. 13) heeft het vorige kabinet aangegeven dat een commissie uit het bedrijfsleven zal worden ingesteld die zal adviseren over mogelijkheden om te komen tot een verdere lastenreductie in het kader van het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW). Deze regeling strekt tot het instellen van die commissie. De rapportage van de commissie zal aan de Ministeriële Commissie MDW worden voorgelegd.

De Commissie administratieve lasten is een college, dat adviseert over te voeren beleid van het Rijk en dat niet voor meer dan de helft bestaat uit ambtenaren. De regeling tot instelling van deze commissie is om deze reden gebaseerd op de Kaderwet adviescolleges. In de Kaderwet is een aantal zaken geregeld die gemeenschappelijk zijn aan de adviescolleges op basis van deze wet. De hierin geregelde onderwerpen behoeven derhalve niet meer afzonderlijk in deze regeling te worden opgenomen. Het betreft, bijvoorbeeld, de regeling omtrent het secretariaat van de commissie en de mogelijkheid voor een commissie om een eigen reglement van orde op te stellen.

De commissie heeft tot taak eigen voorstellen te doen om de lastendruk daadwerkelijk te verminderen. Naar verwacht mag worden, zal de commissie een selectie maken van een aantal sterk belastende domeinen van regelgeving en samen met alle betrokkenen daar voorstellen voor ontwikkelen. Het gaat er daarbij om dat de lastendruk voor het bedrijfsleven niet groter dient te zijn, dan voor het bereiken van het doel van de regelgeving nodig is. Verwacht mag worden dat van die aanpak een stimulans uitgaat op instanties die verantwoordelijk zijn voor regelgeving van vergelijkbare aard of problematiek (olievlekwerking). Een dergelijke werkwijze, waarmee, naar wij hopen, kan worden aangetoond dat lastenvermindering echt haalbaar is, is van groot belang voor het vergroten van het draagvlak voor verdere lastenvermindering.

De bedoeling is dat de voorstellen die de commissie zal doen ter vermindering van de administratieve lastendruk, tevens zullen kunnen bijdragen aan een kwalitatief beter openbaar bestuur met betere regulering en een betere procesbeheersing.

Het is zeker niet uitgesloten dat de commissie in haar advies suggesties zal doen over nog te ontwikkelen methoden om de administratieve lastendruk te verminderen, naast mogelijkheden vanuit reeds bekende methoden. De commissie zal in haar advies mede aandacht dienen te besteden aan de wenselijkheid en praktische haalbaarheid van een aantal andere opties om de lastendruk te mitigeren. Hiervoor zij verwezen naar genoemde brief aan de Tweede Kamer d.d. 14 april jl.

Teneinde een goede ingang bij de betrokken departementen te verzekeren zal de commissie regelmatig overleg voeren met een Stuurgroep, bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigers van die departementen.

Bij de samenstelling van de commissie zal vooral worden gelet op de persoonlijke inbreng die de leden kunnen leveren op het terrein van de administratieve lastendruk. Omdat de problematiek van de administratieve lastendruk heel complex is, is daarbij een aantal invalshoeken van belang. In ieder geval zal worden gezocht naar leden met goede kennis van de problematiek zoals die door het bedrijfsleven wordt ervaren, van toepassingsmogelijkheden van Informatie- en Communicatietechnologie, van veranderprocessen in organisaties, van aspecten van beveiliging van privacy-gevoelige gegevens, enzovoort.

Eveneens vanwege de complexiteit van de problematiek, en ook vanwege het feit dat in een relatief kort tijdsbestek een advies wordt gevraagd waarin uit de praktijk wordt aangetoond dat de voorstellen echt werken, is het niet mogelijk gebleken voor deze advisering aan te haken bij een reeds bestaand adviescollege.

De commissie wordt om een eenmalig advies gevraagd, dat een structurele doorwerking moet kunnen hebben. Het is niet de bedoeling dat de commissie zich op permanente basis zal buigen over casuïstiek die zich in de loop van de tijd aandient.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper.

Naar boven