Regeling eenmalige uitkering Wvg 1998

15 juli 1998

nr. FEZ/B&B/98/12983

Financieel Economische Zaken

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A.G.M. van de Vondervoort, en de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Wvg: de Wet voorzieningen gehandicapten;

b. minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

1. Voor het kalenderjaar 1998 wordt f 78 miljoen beschikbaar gesteld als additionele middelen voor de uitvoering van de Wvg.

2. De minister verdeelt het bedrag, genoemd in het eerste lid, over de in de bijlage bij deze regeling genoemde gemeenten, waarbij de uitkering wordt vastgesteld op het bedrag dat in de bijlage staat vermeld.

3. De uitkering wordt binnen een periode van 5 weken, te rekenen vanaf de dag van inwerkingtreding van deze regeling, aan de gemeenten betaald.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eenmalige uitkering Wvg 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 juli 1998.
De Minister voornoemd,
A.P.W. Melkert.

Toelichting

Op 1 april 1994 is de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) van kracht geworden.

Gemeenten hebben hierdoor de zorgplicht gekregen voor het verlenen van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen aan in de gemeente wonende gehandicapten. In de wet is bepaald wanneer geëvalueerd moet worden. Thans is voor de tweede maal geëvalueerd hoe de gemeente aan haar zorgplicht voldoet. Naar aanleiding van deze tweede evaluatie heeft het kabinet haar standpunt bepaald en bij brief van 20 januari 1998 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (kamerstukken II 1997/98, 25 847).

Het kabinet heeft in haar standpunt aangegeven de verdeling van de Wvg-middelen te willen aanpassen volgens een nieuwe verdeelsleutel die meer recht doet aan de praktijk, waar naast inwonertal nog andere criteria van belang zijn. Dit tegen de achtergrond van de constatering dat er gemeenten zijn die te maken hebben met aanzienlijke tekorten en gemeenten die overschotten hebben.

Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe verdeelsleutel voor 1999 en de daarop volgende jaren. Naast de maatstaf inwoners zullen met ingang van 1999 ook de maatstaven ’uitkeringsgerechtigden, ’bijstandsgerechtigden als correctie op uitkeringsgerechtigden’, ’ouderen’, ’lage inkomens’ en ’woonruimten’ worden gehanteerd. De gemeenten zijn zowel over de maatstaven als over de gewichten die zijn gehanteerd per maatstaf, geïnformeerd per Meicirculaire 1998.

De aanpassing van de verdeling vindt plaats tegen de achtergrond van een nog in ontwikkeling zijnde Wvg; de vraag naar Wvg-voorzieningen is nog niet uitgekristalliseerd. De definitieve verdeling zal worden bepaald op grond van de derde (laatste) evaluatie van de Wvg die naar verwachting in 2000 zal plaatsvinden.

Vooruitlopend op de nieuwe verdeelsleutel heeft het kabinet besloten om aan de gemeenten die er bij de herverdeling op vooruit gaan reeds in 1998 eenmalig een bedrag beschikbaar te stellen van f 78 mln. De Regeling eenmalige uitkering Wvg 1998 strekt hiertoe. Door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt eenmalig in totaal f 78 mln. via een specifieke uitkering aan uitgekeerd, waarbij het verschil tussen de uitkering volgens het oude en het nieuwe structurele verdeelmodel bepalend is. Een gemeente ontvangt dus eenmalig en definitief een tegemoetkoming indien het bedrag op basis van de nieuwe verdeelsleutel hoger is dan het bedrag op basis van de oude verdeelsleutel. Het bedrag van f 78 mln. is gebaseerd op het voorstel voor een nieuwe verdeelsleutel van de Wvg met ingang van 1999, zoals die ten tijde van de kabinetsbesluitvorming over de Voorjaarsnota 1998 (eind maart) bekend was.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.P.W. Melkert.

Bijlage, behorende bij artikel 2, tweede lid

Eenmalige uitkering Wvg gemeenten in 1998

stcrt-1998-133-p0-SC14707-1.gifstcrt-1998-133-p0-SC14707-2.gifstcrt-1998-133-p0-SC14707-3.gif
Naar boven