Bekendmaking aan de scheepvaart

Communicatieregeling Rotterdamse haven

23 december 1997

Nr. 182/1997

Haven van Rotterdam

De Havenmeester van Rotterdam, tevens Rijkshavenmeester,

Gelet op artikelen 9.07 en 10.07 van het Binnenvaart Politie Reglement (Stb. 1983, 682), artikel 5 van het Scheepvaartreglement Territoriale zee (Stb. 1996, 170) en op artikel 1 lid c van de regeling marifooninstallaties (nr. RVR 205341 van 29 september 1995);

Maakt bekend:

1. Communicatieregeling

Met ingang van 1 januari 1998 wordt de bij deze bekendmaking gevoegde communicatieregeling van kracht.

2. Marifoonblokkanalen

De in genoemde communicatieregeling aangegeven sectoren van het VBS zijn aangewezen als marifoonblokgebieden, zoals bedoeld in de regeling marifooninstallaties.

3. Vervallen bekendmaking

Op bovengenoemde datum vervalt de bekendmaking 01/1991 met bijbehorende communicatieregeling.


Rotterdam, 23 december 1997.
De Havenmeester van Rotterdam,
Tevens Rijkshavenmeester.

Communicatieregeling

In verband met de ’Richtlijnen voor VTS’, resolutie A 578 (14) van de International Maritime Organisation (I.M.O.) en de te Rotterdam binnen het VBS opgedane ervaringen en aanpassingen wordt de werkwijze binnen het VBS-Rotterdam nader vastgesteld en toegelicht.

1. VHF-kanalen

Het VBS omvat verkeerscentrales, verkeersposten en patrouillevaartuigen.

Te gebruiken VHF-kanalen met roepnamen:

1.1 Verkeerscentrale

Hoek van Holland(VCH) VHF-kanaal 13

Maas Aanloop 1

Pilot Maas 2

Sector Maasmond 3

Sector Rozenburg 65

Sector Europoort 66

1.2 Verkeerscentrale

Botlek (VCB) VHF-kanaal 13

Sector Maassluis 80

Sector Botlek 61

Verkeerspost Hartel (VPH)

Sector Oude Maas 62

* Sector Hartel 5

1.3 Verkeercentrale

Stad(VCS) VHF-kanaal 13

Sector Eemhaven 63

Sector Waalhaven 60

Verkeerspost Maasboulevard (VPM)

Sector Maasbruggen 81

Sector Brienenoord 21

* Sector niet operationeel, VHF-kanaal niet in gebruik.

1.4 Patrouillevaartuigen

Havendienstvaartuigen zijn oproepbaar op de sectorkanalen.

2. Voorzieningen

Ten behoeve van de scheepvaart kan het VBS-Rotterdam voorzien in:

2.1 Verkeersbegeleiding

Hieronder wordt verstaan de verstrekking van relevante informatie die op de verkeerscentrales/posten beschikbaar is, aan de varende/ontmerende scheepvaart, via de VHF-kanalen der sectoren.

Verkeersbegeleiding wordt gegeven in het gehele gebied van het VBS-Rotterdam.

Teneinde in het VBS-Rotterdam de totale communicatie beheersbaar te houden wordt in principe verkeersbegeleiding gegeven in de volgende situaties:

2.1.1 Wanneer schepen in elkaars nabijheid zijn, maar niet in zicht van elkaar.

2.1.2 Wanneer schepen een manoeuvre gaan uitvoeren, die afwijkt van het gebruikelijke verkeerspatroon.

2.1.3 Indien verkeersbegeleiding vanuit het VBS-Rotterdam noodzakelijk wordt geacht.

2.2 Navigatie-assistentie

Hieronder wordt verstaan een geintensiveerde verkeersbegeleiding conform artikel 2.1. Deze dienstverlening kan verstrekt worden op verzoek of, indien noodzakelijk geacht, door verkeerscentrales/posten onder omstandigheden van slecht zicht.

In dit verband wordt onder ’slecht zicht’ verstaan een zicht van 2000 meter of minder op het redegebied en 1000 meter of minder op de rivier.

Navigatie-assistentie kan uitsluitend gegeven worden op:

2.2.1 Het redegebied en bestaat uit een beschrijving van verkeer in de omgeving, waarschuwing met betrekking tot het gevaar van aanvaring of aan de grond lopen.

2.2.2 Op de Nieuwe Waterweg, Nieuwe en Oude Maas tot aan begrenzing VBS-gebied en omvat gegevens omtrent de positie t.w.:

a. langsrichting - tot welk punt het schip in langsrichting van het vaarwater is gevorderd;

b. dwarsrichting - de afstand van het schip in dwarsrichting gemeten tot de plaatselijk gebruikelijke referentielijn;

c. bewegingsrichting - evenwijdig, naderend of verwijderend van de gemelde referentielijn.

d. eventueel aangevuld met een beschrijving van verkeer in de omgeving, passeerafstanden en vaarsnelheden.

2.3 Verkeersaanwijzingen

Verkeersaanwijzingen, conform de scheepvaartverkeerswet artikel 9 lid 1, zijn bindende opdrachten van de nautisch beheerder die via het VHF-kanaal 13 of op het betreffende sectorkanaal worden verstrekt.

2.4 Algemene informatie

Op VHF-kanaal 13 kan informatie van de nautisch beheerder worden verkregen die niet direct de verkeersbegeleiding betreft. Indien daarvoor het uitluisteren op het sectorkanaal moet worden onderbroken dient men dit te melden aan de verkeersambtenaar van de betreffende sector. Deze onderbreking dient zo kort mogelijk te zijn.

3. Meldingen bij deelname aan het VBS-Rotterdam

3.1 Melding bij binnenkomst

Zeevaart meldt zich bij binnenkomen van het VBS-gebied op de betreffende sectorkanalen:

op zee: VHF kanaal 1 Maas Aanloop;

via Oude Maas: VHF kanaal 62 sector Oude Maas;

via Nieuwe Maas: VHF kanaal 21 sector Brienenoord.

De meldingen dienen vergezeld te gaan van de volgende opgaven:

Naam, roepletters, diepgang en eventuele bijzonderheden.

3.2 Melding bij vertrek

Zeevaart meldt zich bij voorgenomen vertrek of verhalen binnen het VBS-gebied aan resp. VC Stad, VC Botlek of VC Hoek van Holland via VHF kanaal 13 onder vermelding van naam, diepgang, bestemming en eventuele bijzonderheden (voor sector indeling, zie bijgaand kaartje).

3.3 Melding op sectorkanalen

Zeevaart meldt zich op de sectorkanalen:

- bij ontmeren op het betreffende sectorkanaal met de melding dat zij aan het VBS-Rotterdam gaat deelnemen;

- bij de sectorgrenzen;

- bij het verlaten van het VBS-gebied;

- na te zijn afgemeerd, op het VHF-kanaal van de betreffende sector.

3.4 Bijzondere manoeuvres

Zee- en binnenvaart luisteren uit, nemen zonodig deel aan de ter plaatse gevoerde communicatie en melden zich bij het voornemen tot het uitvoeren van een bijzondere manoeuvre zoals het vaarwater kruisen, een haven in of uitvaren en elke andere handeling die afwijkt van het gebruikelijke verkeerspatroon op het VHF-kanaal van de betreffende sector.

3.5 Bruggen en Sluizen

Het aanvragen voor bediening van deze objecten en/of informatie over de volgorde van doorvaart kan geschieden op de daarvoor aangewezen kanalen die zijn aangegeven met de (blauwe) BPR borden E21. Indien daardoor het uitluisteren op het sectorkanaal moet worden onderbroken, dient men dit te melden aan de verkeersambtenaar van de betreffende sector. Deze onderbreking dient zo kort mogelijk te zijn.

4. Navigatie-assistentie/Positie-informatie

Indien zee- of binnenvaart door bijzondere omstandigheden, anders dan genoemd onder punt 2.2 voor navigatie-assistentie in aanmerking wenst te komen, kan dit bij de betreffende sector worden aangevraagd. In dit verband is bijvoorbeeld het niet goed werken van navigatie-apparatuur een bijzondere omstandigheid.

5. Communicatie

5.1 Actief en alert uitluisteren

Gedurende de vaart in het VBS-gebied dient de scheepvaart uit te luisteren op het VHF-kanaal van de sector waar men zich bevindt. Bij ’actief en alert’ uitluisteren blijft men geïnformeerd omtrent de totale verkeerssituatie.

Overbodige communicatie kan hiermede worden voorkomen.

Door middel van BPR borden B11 (met rode rand) zijn de te gebruiken VHF-kanalen nabij de sectorgrenzen aangegeven. Het verplicht uitluisteren geldt voor alle sectoren.

5.2 Gespreksdiscipline

Op de VHF kanalen der sectoren mag geen andere communicatie worden gevoerd dan de veilige navigatie en/of verkeersafwikkeling betreffend.

Onderlinge afspraken betreffende de navigatie kunnen direct of door tussenkomst van de verkeersambtenaar op het sectorkanaal worden gemaakt. Onder alle omstandigheden dient een strakke gespreksdiscipline te worden gehandhaafd, waartoe zo nodig door de verkeersambtenaar de nodige aanwijzingen kunnen worden gegeven. De verkeersambtenaren beschikken over de mogelijkheid het rechtstreekse contact tussen vaartuigen onderling te onderbreken. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt zal dit direct door de betreffende verkeersambtenaar aan de scheepvaart worden gemeld.

6. Algemeen

6.1 Gebruik informatie

De door uitluisteren verkregen of door de verkeersambtenaar verstrekte informatie, dient door de kapitein van het betreffende vaartuig gebruikt te worden voor optimalisering van de veilige navigatie. De informatie is niet bestemd, en mag dus niet worden gebruikt, voor het negeren van de vigerende reglementen of het achterwege laten van maatregelen die uit oogpunt van goed zeemanschap noodzakelijk zijn.

De verantwoording voor een veilige navigatie blijft altijd bij de verkeersdeelnemer.

6.2 Voertaal

De in het VBS-Rotterdam te gebruiken taal is primair Nederlands en secondair Engels, met uitzondering van de sectoren Maas Approach (kanaal 1), Pilot Maas (kanaal 2) en Maas Entrance (kanaal 3), waar de te gebruiken taal primair Engels en secondair Nederlands is.

Naar boven