Reglement van orde arrondissements- rechtbank te Leeuwarden

Reglement van orde, als bedoeld in artikel 90 van Reglement I, vastgesteld bij koninklijk besluit van 14 september 1838, Staatsblad nr 30.

Artikel 1

De rechtbank is verdeeld in de volgende vier sectoren:

- de sector bestuursrecht;

- de sector familie- en jeugdrecht;

- de sector handelsrecht;

- de sector strafrecht.

Deze sectoren zijn ieder weer verdeeld in een aantal meervoudige en een aantal enkelvoudige kamers.

Een lid van de rechtbank kan deel uitmaken van meer dan één sector.

Artikel 2 De sector bestuursrecht

Meervoudige kamers

Er zullen zoveel meervoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Een meervoudige kamer is belast met de behandeling van zaken die door een enkelvoudige kamer naar de meervoudige kamer zijn verwezen. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde meervoudige kamer is aangewezen.

Enkelvoudige kamers

Er zullen zoveel enkelvoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Behoudens de bij de wet genoemde uitzonderingen worden bestuursrechtelijke zaken behandeld en beslist door een enkelvoudige kamer. Elke enkelvoudige kamer is bovendien belast met de behandeling van die zaken die door de meervoudige kamer naar die enkelvoudige kamer zijn verwezen. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde enkelvoudige kamer is aangewezen.

Artikel 3 De sector familie- en jeugdrecht

Meervoudige kamers

Er zullen zoveel meervoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Een meervoudige kamer is belast met de behandeling van zaken die door een enkelvoudige kamer naar die meervoudige kamer zijn verwezen, alsmede met de behandeling van zaken die ingevolge het bij de wet bepaalde rechtstreeks bij de meervoudige kamer worden aangebracht. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde meervoudige kamer is aangewezen.

Enkelvoudige kamers

Er zullen zoveel enkelvoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Een enkelvoudige kamer behandelt de burgerlijke zaken gelegen op het terrein van het personen- en familierecht, behoudens die waarvan de behandeling is opgedragen aan de kinderrechter. Zij behandelt tevens verhaalszaken betreffende de Algemene Bijstandswet, alsmede verzoeken en vorderingen ingevolge de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen, voorzover die zaken niet door de meervoudige kamer worden behandeld. Tenminste één enkelvoudige kamer (kinderrechter) behandelt alle burgerlijke kinderzaken als bedoeld in artikel 58 a van de Wet R.O. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde enkelvoudige kamer is aangewezen.

Artikel 4 De sector handelsrecht

Meervoudige kamers

Er zullen zoveel meervoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Een meervoudige kamer is belast met de behandeling van zaken die door een enkelvoudige kamer naar die meervoudige kamer zijn verwezen, alsmede met de behandeling van zaken die ingevolge het bij de wet bepaalde rechtstreeks bij de meervoudige kamer zijn aangebracht. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde meervoudige kamer is aangewezen.

Enkelvoudige kamers

Er zullen zoveel enkelvoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Elke enkelvoudige kamer is belast met de behandeling van alle burgerlijke zaken en strafzaken waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt, met inachtneming van artikel 3 en behoudens de bij de wet genoemde uitzonderingen. Eén van de enkelvoudige kamers treedt op als enkelvoudige kamer als bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (rolrechter). De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde enkelvoudige kamer is aangewezen.

Artikel 5 De sector strafrecht

Meervoudige kamers

Er zullen zoveel meervoudige kamers zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Deze kamers treden voorzoveel nodig ook op als raadkamer als bedoeld in artikel 21 van het Wetboek van Strafvordering. Eén van de kamers treedt op als economische kamer als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de economische delicten en daarnaast treedt een andere kamer op als bijzondere strafkamer voor de behandeling van zaken als bedoeld in het Besluit Buitengewoon Strafrecht. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde meervoudige kamer is aanwezig.

Enkelvoudige kamers

Er zullen zoveel enkelvoudige kamers (politierechter) zijn als ieder jaar nodig wordt geoordeeld. Ten minste één enkelvoudige kamer treedt op als economische politierechter als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de economische delicten. Er is voorts een enkelvoudige raadkamer voor de behandeling van daarvoor in aanmerking komende strafzaken. Ten minste één kamer is belast met de behandeling van strafzaken in hoger beroep, waarvan door de president is bepaald dat zij bij de enkelvoudige kamer aanhangig worden gemaakt. Er is een enkelvoudige kamer (kinderrechter), die alle strafzaken van minderjarigen behandelt als bedoeld in artikel 58 a van de Wet R.O., voorzover deze niet worden behandeld door de meervoudige kamer, waarin de kinderrechter zitting heeft. De overige kamers zijn belast met de behandeling van alle zaken voor de behandeling waarvan in dit reglement geen bepaalde enkelvoudige kamer is aangewezen.

Artikel 6

Het lid van de rechtbank dat verhinderd is een zitting bij te wonen of zijn werkzaamheden buiten de zitting waar te nemen geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de sectorvoorzitter. De sectorvoorzitter wijst in geval van zodanige verhindering een vervanger aan.

Artikel 7

De griffie is, met inachtneming van de in artikel 68 van Reglement I vermelde uitzonderingen, in elk geval geopend van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur.

Artikel 8

Dit reglement treedt in werking op de veertiende dag na de publicatie in de Nederlandse Staatscourant. Op die dag vervalt het huidige reglement.

Vastgesteld in de algemene vergadering van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 2 september 1996.

Naar boven