Regeling aanwijzing categorieën van personen die indien zij daartoe de wens te kennen geven niet verzekerd worden ingevolge de Ziekenfondswet

29 december 1997

nr. VPZ/V-97.4751

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 3b, derde lid, van de Ziekenfondswet en artikel 2, tiende en elfde lid, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Ziekenfondswet;

Besluit:

Artikel 1

1. Indien zij daartoe de wens te kennen hebben gegeven, worden niet verzekerd ingevolge artikel 3, eerste lid, onder b, van de Ziekenfondswet, personen die naast de uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet dan wel de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen zodanige inkomsten genieten, dat de som van de uitkering en de bedoelde overige inkomsten het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet, overschrijdt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die op de dag, voorafgaande aan de dag met ingang waarvan een uitkering als bedoeld in het eerste lid wordt ontvangen, verzekerd waren ingevolge de Ziekenfondswet.

3. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt door betrokkene gedaan aan een ziekenfonds, werkende in de gemeente of in het deel van de gemeente waar hij woont, dan wel aan het in de Regeling aanwijzing ziekenfondsen Ziekenfondswet 1998 voor de aldaar bedoelde personen aangewezen ziekenfonds, binnen vier maanden, te rekenen vanaf de dag met ingang waarvan de uitkering wordt ontvangen.

4. Onder overige inkomsten worden verstaan alle inkomsten waarover ingevolge het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 en 5 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 inkomstenbelasting verschuldigd is.

5. Voor de toepassing van het vierde lid worden in aanmerking genomen de inkomsten welke betrokkene over het voorafgaande kalenderjaar heeft genoten of redelijkerwijs geacht kan worden te hebben genoten.

6. In afwijking van het vijfde lid worden voor de toepassing van dit artikel in aanmerking genomen de inkomsten welke betrokkene geacht kan worden te zullen genieten in het kalenderjaar, volgend op dat waarin:

a. wijziging komt in de burgerlijke staat van betrokkene dan wel;

b. betrokkene duurzaam gescheiden van zijn echtgenote of haar echtgenoot gaat leven dan wel na duurzaam gescheiden te hebben geleefd van zijn echtgenote of haar echtgenoot met die persoon weer gaat samenwonen dan wel;

c. betrokkene zich binnen het Rijk vestigt dan wel;

d. betrokkene een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet ontvangt.

7. Na een periode waarin een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet met toepassing van artikel 18 van die wet geheel is gekort, opnieuw tot uitbetaling komt, herleeft de verzekeringssituatie zoals die gold voor die periode.

Artikel 2

1. Indien zij daartoe de wens te kennen hebben gegeven, worden niet verzekerd ingevolge artikel 1, aanhef en onder r, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Ziekenfondswet, personen die naast het pensioen ingevolge de Algemene militaire pensioenwet zodanige inkomsten genieten, dat de som van het pensioen en de bedoelde overige inkomsten het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet, overschrijdt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die op de dag, voorafgaande aan de dag met ingang waarvan een pensioen als bedoeld in het eerste lid wordt ontvangen, verzekerd waren ingevolge de Ziekenfondswet.

3. Artikel 1, derde tot en met zesde lid, is op de in het eerste lid bedoelde personen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

1. Indien zij daartoe de wens te kennen hebben gegeven, worden niet verzekerd ingevolge artikel 1, aanhef en onder w, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Ziekenfondswet, personen die een in dat artikelonderdeel genoemde uitkering ontvangen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die op de dag, voorafgaande aan de dag met ingang waarvan een pensioen als bedoeld in het eerste lid wordt ontvangen, verzekerd waren ingevolge de Ziekenfondswet.

3. Artikel 1, derde lid, is op de in het eerste lid bedoelde personen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Een ontheffing van de ziekenfondsverzekering tot 1 april 1998, die is verleend met toepassing van artikel 2, elfde lid, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Zfw, zoals dit artikelonderdeel luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet houdende wijziging van de Ziekenfondswet in verband met aanpassing van de gronden voor ziekenfondsverzekering (herstructurering Ziekenfondswet), geldt als een ontheffing van de ziekenfondsverzekering ingevolge artikel 1, aanhef en onder r en w, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Zfw, tenzij betrokkene vóór 1 augustus 1998 aan een ziekenfonds, werkende in de gemeente of het deel van de gemeente waar hij woont, dan wel aan het in de Regeling aanwijzing ziekenfondsen Ziekenfondswet 1998 voor de aldaar bedoelde personen aangewezen ziekenfonds, te kennen geeft niet langer gebruik te willen maken van de mogelijkheid om niet verzekerd te zijn ingevolge de Ziekenfondswet. In laatstbedoeld geval is betrokkene vanaf 1 april 1998 verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet.

Artikel 5

De Regeling aanwijzing van categorieën van personen, tijdelijk uitgezonderd van de verplichte verzekering Ziekenfondswet wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Wet van 24 december 1997, houdende wijziging van de Ziekenfondswet in verband met aanpassing van de gronden voor ziekenfondsverzekering (herstructurering Ziekenfondswet) (Stb. 1997, 777) in werking treedt.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing categorieën van personen die indien zij daartoe de wens te kennen geven niet verzekerd worden ingevolge de Ziekenfondswet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

Met de inwerkingtreding van de Wet van 24 december 1997, houdende wijziging van de Ziekenfondswet in verband met aanpassing van de gronden voor ziekenfondsverzekering (herstructurering Ziekenfondswet) (Stb. 1997, 777) (hierna te noemen: Wet herstructurering Zfw) wordt onder meer geregeld dat de tijdelijke uitzonderingssituatie van de ziekenfondsverzekering voor deelnemers aan een publiekrechtelijke ziektekostenregeling en de bestaande tijdelijke mogelijkheid tot ontheffing van de ziekenfondsverzekering voor uitkeringsgerechtigden een permanent karakter krijgt.

Op grond van artikel 3, eerste lid, onder b, van de Ziekenfondswet zijn de rechthebbenden op een pensioen of een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de rechthebbenden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz), verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet. Ontheffing van de ziekenfondsverzekering voor deze categorieën van personen is mogelijk op grond van artikel 3b, derde lid, alsmede op grond van artikel 2, elfde lid, van het Aanwijzingsbesluit verzekerden Zfw (hierna te noemen: Aanwijzingsbesluit).

Met deze regeling wordt voorzien in de mogelijkheid voor bepaalde categorieën van personen om permanent ontheven te worden van de ziekenfondsverzekering. Het betreft personen die met inbegrip van de Anw of Waz-uitkering een inkomen hebben boven de loongrens van de ziekenfondsverzekering. Voormelde keuzemogelijkheid is tevens van toepassing voor rechthebbenden op een invaliditeitsuitkering wier ziekenfondsverzekering steunt op artikel 1, onder r of w, van het Aanwijzingsbesluit. Artikel 1, onder r, van het Aanwijzingsbesluit betreft personen die een pensioen genieten ingevolge de Algemene militaire pensioenwet, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45% of een invaliditeit van ten minste 45%. Artikel 1, onder w, van het Aanwijzingsbesluit betreft personen die een WAO-conforme uitkering ingevolge paragraaf 9 van de Wet privatisering ABP, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%.

Het inkomen dat in aanmerking wordt genomen, betreft de uitkering alsmede de inkomsten waarover betrokkene ingevolge het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 en 5 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 inkomstenbelasting verschuldigd is. Voor particulier tegen ziektekosten verzekerde personen die voormelde WAO-conforme uitkering ontvangen, wordt het inkomenscriterium buiten beschouwing gelaten.

De thans lopende ontheffingen van de ziekenfondsverzekering, die zijn verleend ingevolge artikel 2, elfde lid, van het Aanwijzingsbesluit lopen af op 1 april 1998. Om te voorkomen dat degenen die van deze ontheffingsmogelijkheid gebruik hebben gemaakt en ontheven wensen te blijven van de ziekenfondsverzekering, zich opnieuw tot een ziekenfonds zouden moeten wenden om een ontheffing te vragen is artikel 4 in deze regeling opgenomen. Op grond van laatstgenoemd artikel wordt de eerder verleende ontheffing gecontinueerd en definitief. Tevens is in de mogelijkheid voorzien dat degenen die juist wensen dat aan hun ontheffing een einde komt, weer onder de ziekenfondsverzekering kunnen komen wanneer zij dat kenbaar maken bij een ziekenfonds. Zij dienen dat te doen binnen vier maanden na de afloop van de thans lopende ontheffing. Zij worden ziekenfondsverzekerd met ingang van 1 april 1998. Met deze regeling wordt aangesloten bij de eerdere zogenoemde spijtoptantenregelingen bij de eerdere verlengingen van de tijdelijke uitzonderingssituaties zoals geregeld in de Regeling aanwijzing van categorieën van personen tijdelijk uitgezonderd van de verplichte verzekering Ziekenfondswet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven