Organisatieregeling dienstonderdelen OM

«Wet op de Rechterlijke Organisatie»

15 december 1997

Nr. 665425/897

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtshandhaving en Rechtspleging

Regeling van de Minister van Justitie van 15 december 1997, nr. 665425/897, houdende de organisatie van de dienstonderdelen bij het openbaar ministerie (Organisatieregeling dienstonderdelen OM)

De Minister van Justitie,

Gelet op de Wet op de Rechterlijke Organisatie en het voorstel van wet reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket (kamerstuk 25392);

Gelet op het Organisatiebesluit van het Ministerie van Justitie, besluit van de Minister van Justitie d.d. 9 januari 1997;

Overwegende dat in de Wet op de rechterlijke organisatie de organisatie van het openbaar ministerie is geregeld;

Overwegende dat de directeur-generaal wetgeving, rechtshandhaving en rechtspleging verantwoordelijk is voor het beheer van de dienstonderdelen van het openbaar ministerie en dat het College van procureurs-generaal belast is met het beheer van de dienstonderdelen van het openbaar ministerie;

Overwegende dat de artikelen 3, 4 en 43 van de Politiewet 1993 de grondslag bieden voor de bijzondere ambtenaren van politie;

Overwegende dat de directeur-generaal wetgeving, rechtshandhaving en rechtspleging verantwoordelijk is voor het beheer van de Rijksrecherche en dat het College van procureurs-generaal belast is met het beheer van de Rijksrecherche;

Overwegende dat het, in verband met de beheersmatige ontvlechting van het openbaar ministerie en de zittende magistratuur, wenselijk is per 1 januari 1998 een nieuwe beheersstructuur in te voeren ten aanzien van dienstonderdelen bij het openbaar ministerie;

Besluit:

Artikel 1 (Landelijke diensten)

De volgende landelijke diensten ressorteren onder het College van procureurs-generaal:

a. het bureau ontnemingen openbaar ministerie (BOOM);

b. de Rijksrecherche.

Artikel 2 (Bureau ontnemingen openbaar ministerie)

1. Het Bureau ontnemingen openbaar Ministerie (BOOM) is gevestigd te Leeuwarden.

2. Het BOOM heeft met betrekking tot de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel tot taak:

a. het verlenen van ondersteuning aan de portefeuillehouder van het College van procureurs-generaal;

b. het verlenen van algemene faciliteiten aan het openbaar ministerie;

c. het verlenen van zaaksondersteuning aan de zaaksofficier;

d. het verlenen van ondersteuning aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB).

3. Aan het hoofd van het BOOM staat een directeur, die ondergeschikt is aan het College van procureurs-generaal.

4. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het BOOM.

5. De directeur maakt schriftelijk afspraken met de directeur arrondissementale stafdienst in het arrondissement Leeuwarden over de door de arrondissementale stafdienst te verlenen facilitaire ondersteuning.

6. De directeur maakt schriftelijke afspraken met het College van procureurs-generaal over de ter beschikking te stellen middelen en het leveren van de daaraan te koppelen prestaties van het BOOM.

Artikel 3 (Rijksrecherche)

1. De Rijksrecherche is gevestigd te Tiel.

2. Aan het hoofd van de Rijksrecherche staat een directeur, die ondergeschikt is aan het College van procureurs-generaal.

3. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de Rijksrecherche.

4. De directeur maakt schriftelijke afspraken met het College van procureurs-generaal over de ter beschikking te stellen middelen en het leveren van de daaraan te koppelen prestaties van de Rijksrecherche.

Artikel 4 (Facilitaire ondersteuning en budgetafspraken)

1. De hoofden van de overige dienstonderdelen van het openbaar ministerie maken schriftelijk afspraken met de directeur arrondissementale stafdienst in het arrondissement waar het dienstonderdeel is gevestigd over de door de arrondissementale stafdienst te verlenen facilitaire ondersteuning ten behoeve van het desbetreffende dienstonderdeel.

2. De hoofden van de overige dienstonderdelen maken schriftelijke afspraken met het College van procureurs-generaal over de ter beschikking te stellen middelen en het leveren van de daaraan te koppelen prestaties van het betreffende dienstonderdeel.

Artikel 5 (Publicatie)

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Artikel 6 (Inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Artikel 7 (Citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatieregeling dienstonderdelen OM.


Den Haag, 15 december 1997.
De Minister van Justitie,
namens de Minister,
de Directeur-Generaal Wetgeving, Rechtshandhaving en Rechtspleging,
C.P.M. Cleiren.

Toelichting

De beheermatige ontvlechting van het openbaar ministerie en de zittende magistratuur maakt het noodzakelijk per 1 januari 1998 een nieuwe beheerstructuur in te voeren ten aanzien van enkele dienstonderdelen van het openbaar ministerie. De structuur met betrekking tot de directeuren gerechtelijke ondersteuning wordt opgeheven. De huidige organisatiebesluiten per arrondissement worden ingetrokken in de Organisatieregeling beheer gerechten en landelijke diensten.

De arrondissementale beheerstructuur bestaat per 1 januari 1998 uit drie onderdelen:

1. de diensten beheer gerechten in eerste aanleg en de diensten beheer bij de Hoge Raad, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en bij de bijzondere rechtsprekende colleges;

2. de dienstonderdelen van het openbaar ministerie;

3. de arrondissementale stafdienst.

Rekening houdende met het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket) (kamerstuk 25392) worden de dienstonderdelen van het openbaar ministerie in deze organisatieregeling vastgelegd. Het betreft het bureau ontnemingen openbaar ministerie (BOOM) en de Rijksrecherche. De diensten beheer gerechten in eerste aanleg, de diensten beheer bij de Hoge Raad, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en de bijzondere rechtsprekende colleges, de arrondissementale stafdiensten en de landelijke diensten zijn in een aparte organisatieregeling (de Organisatieregeling beheer gerechten en landelijke diensten) opgenomen.

Uit een oogpunt van doelmatigheid is gekozen voor een gemeenschappelijke beheerinfrastructuur voor de zittende magistratuur en het openbaar ministerie. In elk arrondissement is een arrondissementale stafdienst. Deze beheerdienst verleent facilitaire ondersteuning op het gebied van personeel, informatie, financiën, automatisering en verzorgt facilitaire voorzieningen zoals huisvesting, beveiliging, catering, etc. De omvang en kwaliteit van de uitvoering van deze taken zullen in schriftelijke afspraken met de dienstonderdelen van het openbaar ministerie worden vastgelegd. Een uitzondering wordt overigens gemaakt voor de Rijksrecherche, die over eigen facilitaire ondersteuning beschikt. Op termijn zal, nadat meer duidelijkheid bestaat omtrent de toekomstige beheerstructuur bij de gerechten - waarover de Commissie Leemhuis zich onder meer buigt -, de bekostiging van de arrondissementale stafdiensten gestalte krijgen langs de lijnen van de zittende magistratuur en het openbaar ministerie.

De taken van de Rijksrecherche zijn geregeld in de Taakbeschikking bijzondere ambtenaren van politie, besluit de Minister van Justitie, d.d. 25 maart 1994, Staatscourant 64 van 31 maart 1994, en in de circulaire van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, d.d. 10 juli 1997, kenmerk 640772/597/EA97/U598, Staatscourant 135 van 18 juli 1997, inzake de taken en inzet Rijksrecher-che. Het beheer van de Rijksrecherche is per 1 januari 1998 overgedragen door de directeur strafrechtelijke handhaving aan het College van procureurs-generaal.

Den Haag, 15 december 1997.

De Minister van Justitie,

namens de Minister,

de Directeur-Generaal Wetgeving, Rechtshandhaving en Rechtspleging,

C.P.M. Cleiren.

Naar boven