Uitkeringsreglement BWOO

18 december 1997

De Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs (USZO),

gelet op artikel 12, eerste lid onder c van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO),

besluit de volgende voorschriften ten behoeve van een doelmatige controle vast te stellen:

§1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. betrokkene: degene bedoeld in artikel 1 onder b van het BWOO;

b. inspecteur: een door of namens het uitvoeringsorgaan aangewezen en schriftelijk gemachtigd persoon;

c. uitkering: een uitkering in de zin van het BWOO;

d. uitvoeringsorgaan: het orgaan dat is belast met de uitvoering van dit besluit.

§2 Controlevoorschriften

Artikel 2

Betrokkene verstrekt, op een door het uitvoeringsorgaan aan te geven tijdstip en voorgeschreven wijze, op een door hem ondertekend en volledig ingevuld formulier dat door het uitvoeringsor- gaan beschikbaar wordt gesteld, tenminste een opgave betreffende:

a. de werkzaamheden die door hem zijn verricht gedurende de periode waarover door hem aanspraak op uitkering wordt gemaakt;

b. de inkomsten die door hem al dan niet uit bedoelde werkzaamheden, over die periode zijn genoten;

c. persoonsgebonden gegevens, zoals naam, adres en woonplaats;

d. activiteiten gericht op arbeidsinpassing, die door betrokkene gedurende die periode zijn verricht.

Artikel 3

De betrokkene, ten aanzien van wie aangifte van werkloosheid is gedaan, is, ook nadat hij uitkering heeft ontvangen, verplicht te voldoen aan een verzoek van het uitvoeringsorgaan;

a. op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen;

b. dagelijks één of meerdere malen op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen ter ondertekening van een controlelijst;

c. aanwezig te zijn op zijn woon- of verblijfplaats op door het uitvoeringsorgaan aan te wijzen uren;

d. controle mogelijk te maken door inspecteurs, die zich met een daartoe strekkende machtiging kunnen legitimeren;

e. indien hij niet bereikbaar is op zijn woon- of verblijfplaats, de mededelingen op te volgen die de inspecteur op de door de inspecteur aldaar achtergelaten kaart stelt;

f. inzage te verlenen van boeken, bescheiden, stukken, en andere gegevensdragers, voorzover deze betekenis kunnen hebben voor het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering of het bedrag van de uitkering dat aan de betrokkene wordt betaald.

Artikel 4

De betrokkene is verplicht het uitvoeringsorgaan onverwijld in kennis te stellen van het ontstaan van ziekte, als gevolg waarvan hij verhinderd is arbeid te verrichten, alsook zijn herstel daarvan.

§3 Slotbepalingen

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitkeringsreglement BWOO.


Heerlen, 18 december 1997.
Stichting USZO,
de directie,
M.A. Ruys, voorzitter.

Toelichting

Algemeen

Artikel 12, eerste lid onder c van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO) verplicht betrokkene de voorschriften op te volgen die het uitvoeringsorgaan ten behoeve van een doelmatige controle stelt. Deze voorschriften gaan niet verder dan strikt noodzakelijk zijn voor een juiste en rechtmatige uitvoering van het BWOO.

Artikelsgewijs

§1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Dit artikel bevat enkele definitiebepalingen.

§2 Controlevoorschriften

Artikel 2 In dit artikel is de plicht neergelegd voor de betrokkene om gegevens te verstrekken op een door het uitvoeringsorgaan beschikbaar gesteld formulier, het zogenaamde maandformulier. Op grond van dit artikel dient betrokkene de aan hem gestelde vragen te beantwoorden. Vanwege de duidelijkheid is er voor gekozen de voornaamste verplichtingen die betrokkene op het maandformulier moet beantwoorden expliciet te noemen. Een aantal gegevens, zoals naam, adres en woonplaats zullen door de uitvoeringsorganisatie worden voorgedrukt op het maandformulier. Betrokkene dient deze gegevens te controleren en indien nodig te corrigeren danwel aan te vullen.

Op het maandformulier wordt vermeld dat betrokkene de gegevens naar waarheid heeft verstrekt en dat geen relevante feiten en omstandigheden zijn verzwegen. Door voor te schrijven dat betrokkene het maandformulier moet ondertekenen, dient betrokkene er zich van bewust te zijn dat hij dient in te staan voor de volledigheid en juistheid van de te verstrekken informatie.

Artikel 3 In dit artikel wordt de medewerking gevraagd van de betrokkene voor het inwinnen van inlichtingen door het uitvoeringsorgaan en de mogelijkheid van verificatie van de door hem verstrekte gegevens. De betrokkene dient daartoe desgevraagd te verschijnen en inlichtingen te ver-strekken alsmede inzage te geven in en gelegenheid te geven tot het maken van afschriften van bescheiden. Dit laatste kan mede een verificatiedoel hebben.

Onder a. is geregeld dat de betrokkene op een aangegeven plaats en tijd kan worden gevraagd te verschijnen.

Onder b. is geregeld dat indien het uitvoeringsorgaan daartoe aanleiding ziet, het een betrokkene kan verplichten zich dagelijks JJn of meermalen op een bepaalde plaats aan te melden. Hiertoe kan de directie van de USZO besluiten als twijfel bestaat over de beschikbaarheid voor arbeid van de betrokkene dan wel andere omstandigheden, voorzover deze betekenis kunnen hebben voor het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering of het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald. In dit kader dient hij tevens controle thuis mogelijk te maken.

Onder c tot en met e worden een aantal verplichtingen genoemd die met name zien op de beschikbaarheid van betrokkene voor arbeid. Betrokkene moet controle thuis mogelijk maken.

Controle thuis heeft een meerwaarde in vergelijking met een controle ten kantore van de USZO. Anders dan bij een bezoek aan het kantoor van de USZO heeft de betrokkene thuis alle gegevens bij de hand. Dat levert in de afhandeling een aanzienlijk tijdsvoordeel op.

Om een thuisbezoek efficiNnt te kunnen plannen is het noodzakelijk dat de inspecteur er van op aan kan dat hij de betrokkene thuis aantreft. Om deze reden is de verplichting opgenomen dat een betrokkene - vanzelfsprekend na afspraak - op een afgesproken dag c.q. uren thuis dient te zijn.

Betrokkene hoeft zich niet bij voortduring beschikbaar te houden voor controle, noch dient betrokkene bij voortduring thuis bereikbaar te zijn, of dat de inspecteur kan vernemen waar hij bereikbaar is. Wel is voorgeschreven dat betrokkene op aangegeven uren thuis dient te zijn, alsmede dat hij de aanwijzingen opvolgt die de insprecteur achterlaat indien betrokkkene niet thuis is. Deze aanwijzingen kunnen er toe strekken om wel controle mogelijk te maken, bijvoorbeeld door alsnog een tijdstip aan te geven waarop betrokkene thuis bereikbaar dient te zijn.

Onder f. is geregeld dat het uitvoeringsorgaan inzage kan krijgen in en desgewenst kan beschikken over noodzakelijk geachte stukken, zoals bijvoorbeeld loonstroken, balans en winst- en verliesrekening, loonbelastingverklaring, etc. Met name de betrokkene die (nog) werkzaam is als zelfstandige of in een vrij beroep werkzaam is, zal tijdig de balans, de winst- en verliesrekeningen, de aangifte voor de inkomstenbelasting over het voorgaande boekjaar en andere stukken van belang voorzover deze betekenis hebben voor de uitkering moeten verstrekken.

Artikel 4 Ziekte en herstel Zodra de betrokkene als gevolg van ziekte gedurende korte danwel langere tijd niet beschikbaar is voor arbeid dient USZO hiervan in kennis te worden gesteld, aangezien dit betekent dat gedurende de periode van ziekte geen recht op uitkering bestaat.

Het melden van ziekte en herstel dient onverwijld te gebeuren, doch uiterlijk de eerste werkdag voor 09.00 uur na ontstaan van de ziekte dan wel het herstel.

§3 Slotbepalingen

Artikel 5 Dit artikel regelt het moment waarop deze regeling in werking treedt en de wijze waarop deze regeling bekend wordt gemaakt.

Naar boven