Wijziging Overdrachtsregeling bevoegdheden landbouwwet 1966

«Landbouwwet»

19 december 1997

Nr. J. 9714223

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 23 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1 van de Overdrachtsregeling bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen wordt gewijzigd als volgt:

1. De zinsnede beginnend met “Op de voet van” en eindigend met “van de Landbouwwet toegekende bevoegdheden over aan” wordt vervangen door:

Op de voet van het bepaalde in artikel 2, doch onverminderd

- de In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981,

- de Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980,

- paragraaf 3 van de Beschikking steun boter met bijzonder gebruik of bijzondere bestemming 1981,

- de Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van bepaalde landbouwprodukten 1979,

- de Regeling steunverlening dierlijke EG-premies,

- de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen en

- de Regeling superheffing 1993,

draagt de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor zover nodig in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, de aan hem in de artikelen 13, 15, 17, 19 en 20 van de Landbouwwet toegekende bevoegdheden over aan:.

2. In de onderdelen I en II wordt de zinsnede “de produkten” telkens vervangen door: de producten.

3. Onderdeel III wordt vervangen door:

III) het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw, voor wat betreft:

1) de producten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 (PbEG L 181);

2) de producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 3072/95 (PbEG L 329);

3) de producten, genoemd in artikel 1, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 822/87 (PbEG L 84) met uitzondering van ongegist druivensap (met inbegrip van druivenmost) zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker en druiven, andere dan voor tafelgebruik, voor zover het betreft de in artikel 15 van de Landbouwwet toegekende bevoegdheid.

4) producten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2358/71 (PbEG L 246);

5) de producten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 603/95 nr. (PbEG L 63);

6) de producten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr 1696/71 (PbEG L 175);

7) de producten, genoemd in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 1765/92 (PbEG L 181), voor zover de producten andere zijn dan die welke worden genoemd in onderdeel V, onder 2;

8) de producten, genoemd in artikel 1, eerste lid, van Verordening (EEG) nr. 1308/70 (PbEG L 146).

4. In onderdeel IV wordt de zinsnede “de produkten” vervangen door: de producten.

5. Onderdeel V wordt gewijzigd als volgt:

a. In onderdeel 1 wordt de zinsnede “de produkten” vervangen door: de producten.

b. Onderdeel 2 wordt vervangen door:

2) de producten, genoemd in bijlage 1 van Verordening (EEG) nr. 1586/97 (PbEG L 215) voor zover de te verwerken grondstoffen worden genoemd in onderdeel 1.

6. Onderdeel VI wordt vervangen door:

VI. het bestuur van het Productschap Tuinbouw, voor wat betreft:

1) de producten, genoemd in artikel 1, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2200/96 (PbEG L 297);

2) de producten, genoemd in artikel 1, van Verordening (EEG) nr. 2201/96 (PbEG L 297);

3) de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens Verordening (EEG) nr. 1195/90 (PbEG L 119);

4) de producten ongegist druivensap (met inbegrip van druivenmost) zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker en druiven, andere dan voor tafelgebruik, zoals vermeld in artikel 1, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 822/87 voor zover het betreft de in artikel 15 van de Landbouwwet toegekende bevoegdheid;

5) de producten, genoemd in artikel 1, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 404/93 (PbEG L47);

6) de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens Verordening (EG) nr. 2275/96 (PbEG L 308).

7. In onderdeel VII wordt “de produkten” vervangen door: de producten.

Artikel II

De Vlasregeling 1997 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 13 vervalt.

Artikel III

De Vlasregeling 1997 wordt ingetrokken met ingang van de dag dat de door het bestuur van het HPA bij verordening vastgestelde regels ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1308/70 in werking treden.

Artikel IV

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998

- en artikel I, onderdeel 6, onder VI, sub 3 en 6, werken terug tot en met 1 januari 1997,

- met uitzondering van artikel I, onderdeel 3, onder III, sub 8, dat in werking treedt met ingang van de dag dat de door het bestuur van het HPA bij verordening vastgestelde regels ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1308/70 in werking treden.

2. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij maakt de dag van de inwerkingtreding van de in artikel III en het eerste lid, tweede gedachtenstreepje bedoelde regels in de Staatscourant bekend.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 1997.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze:
De Secretaris-Generaal,
T.H.J. Joustra.

Toelichting

Het doel van de wijziging van de Overdrachtsregeling bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen is om de uitvoering van de communautaire marktordening voor vlas en hennep op basis van een gedelegeerde bevoegdheid in plaats van een gemandateerde bevoegdheid aan het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA) over te dragen (artikel I, onderdeel 3). Dit sluit goed aan bij het bestaande beleid in andere sectoren waarbij de uitvoering van de communautaire marktordeningen zo veel mogelijk is gedelegeerd aan diverse bedrijfslichamen. Vanuit de optiek dat de behandeling van bezwaarschriften bij het genoemde hoofdproductschap moet blijven, heeft omzetting van mandaat in delegatie tot gevolg dat het HPA, in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche), de beslissingen op bezwaarschriften kan nemen.

Aangezien de uitvoering van de communautaire marktordening voor vlas en hennep door het HPA nog nadere voorschriften van dat schap behoeft, is in de artikelen II, III en IV voorzien in een overgangsregime.

Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de regeling te actualiseren en in overeenstemming te brengen met de nieuwe spellingsvoorschriften.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Voor deze:

De Secretaris-Generaal,

T.H.J. Joustra.