Regeling vaststelling heffingspercentage scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid 1998

18 december 1997

Nr. AB97/U1742 DGMP/AO/J

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 2 van het Besluit heffing scholing en vorming van ondernemingsraadsleden bij de overheid;

Besluit:

Artikel 1

Het percentage, bedoeld in artikel 2 van het Besluit heffing scholing en vorming van ondernemingsraadsleden bij de overheid wordt voor het jaar 1998 vastgesteld op 0,051 procentpunt.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling heffingspercentge scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid 1998.


De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de directeur Arbeidszaken Overheid,
T. W. Langejan.

Toelichting

Op grond van het Besluit heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid (hierna: het Besluit) zijn overheidswerkgevers voor wier personeel een ondernemingsraad moet worden ingesteld, een heffing verschuldigd.

De heffing bestaat uit een jaarlijks vast te stellen percentage van de heffingsgrondslag, bedoeld in artikel 3 van het Besluit. De heffingsgrondslag wordt vanaf de inwerkingtreding van fase 1 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen op 1 januari 1998 gevormd door het loon dat voor de overheidswerkgevers in aanmerking komt voor premieberekening krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

In overeenstemming met de opvatting van de sociale partners in de zogeheten WOR-kamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid wordt het heffingspercentage voor het jaar 1998 vastgesteld op 0,051 procentpunt.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

voor deze,

de directeur Arbeidszaken Overheid,

T. W. Langejan.

Naar boven