Doelstelling: bekendmaking van beleid
Juridische grondslag: artt. 2 en 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden en art. 21 Rechtspositiebesluit gedeputeerden
Relaties met andere circulaires: BK96/2599 dd. 26 november 1996
Gaat in: 1 januari 1998
Geldig tot: 1 januari 1999
De bedragen van de vergoedingen voor statenleden en voor leden van provinciale commissies worden per 1 januari van elk jaar herzien aan de hand van het indexcijfer van lonen van volwassen werknemers voor de sector overheid geldend voor de maand september (artikel 2, tweede lid, en 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden). De prijsindex is gestegen van 112,7 in 1996 tot 115,8 in 1997, zijnde 2,8%.
Het bedrag van de tegemoetkoming in de kosten van statenleden wordt per 1 januari van elk jaar herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september (artikel 2, derde lid, van het rechtspositiebesluit). Het indexcijfer voor 1997 is 106,1 in de nieuwe reeks (1995=100) hetgeen een stijging inhoudt van 2,8% ten opzichte van 1996.
In verband met de verhoging van beide indexcijfers voor september jl. worden hierbij de nieuwe bedragen bekendgemaakt.
Statenleden
Voor statenleden bedragen de maximum vergoeding en de maximum tegemoetkoming in de kosten op jaarbasis per 1 januari 1998: f 20.308,- (was f 19.755,-) respectievelijk (f 2812,- (was f 2735,-).
Commissieleden
Voor leden van provinciale commissies bedraagt per 1 januari 1998 de maximum vergoeding per vergadering: 163,- (was f 159,-).
Gedeputeerde Staten
Het bedrag van de vergoeding voor overige kosten voor Gedeputeerde Staten wordt per 1 januari van elk jaar herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldende voor de maand september (artikel 21 Rechtspositiebesluit gedeputeerde). Ingevolge de verhoging van dit indexcijfer bedraagt de vergoeding per 1 januari 1998, op jaarbasis maximaal f 8274,- (was f 8049,-).