Regeling OV-studentenkaart 1997/1998

«Wet personenvervoer»

29 oktober 1997

Nr. DGP/WJZ/V725504

Directoraat-generaal voor het perso-nenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 27, eerste lid, van de Wet personenvervoer.

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder OV-studentenkaart: vervoerbewijs voor degene aan wie een reisvoorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder n, van de Wet op de studiefinanciering is toegekend.

Artikel 2

Het tarief van de OV-studentenkaart voor lokaal openbaar vervoer en interlokaal openbaar vervoer per metro, tram en bus bedraagt f 0,00.

Artikel 3

De OV-studentenkaart is in geheel Nederland geldig in het daarop vermelde tijdvak voor openbaar vervoer per metro, tram en bus.

Artikel 4

De houder van de OV-studentenkaart ontleent daaraan het recht op openbaar vervoer per metro, tram en bus overeenkomstig artikel 2.1, onderdeel a en b, van de overeenkomst inzake de OV-studentenkaart tussen de Staat en de openbaar vervoerbedrijven van 28 oktober 1993, zoals aangevuld bij overeenkomst van 15 juli 1994, gepubliceerd als bijlage bij de krachtens artikel 32e van de Wet op de studiefinanciering tot stand gekomen regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Stcrt. 1994, 202).

Artikel 5

Voor bussen waarvoor naast het nationaal tariefsysteem een toeslag is verschuldigd is de houder van een OV-studentenkaart deze toeslag eveneens verschuldigd.

Artikel 6

De modellen van de OV-studentenkaart worden vastgesteld overeenkomstig de modellen die in de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 1997 en vervalt met ingang van 1 november 1998.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling OV-studentenkaart 1997/1998.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.


Den Haag, 30 oktbober 1997. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Deze regeling bevat de vaststelling van het tarief en de modellen van vervoerbewijzen voor het openbaar vervoer voor studerenden per metro, tram en bus voor de periode 1 november 1997 tot 1 november 1998. Het is een verlenging van de Regeling OV-studentenkaart 1996/1997.

Het is de laatste verlenging van de OV-studentenkaart in deze vorm, die gebaseerd is op een per 1 november 1998 aflopende overeenkomst tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de gezamenlijke vervoerbedrijven. Het voornemen bestaat bij partijen om voor de periode na 1 november 1998 een nieuwe overeenkomst af te sluiten. Afhankelijk van de inhoud van deze nieuwe overeenkomst zal voor de periode vanaf 1 november 1998 een nieuwe regeling voor de openbaar vervoerkaart voor studerenden kunnen worden vastgesteld.

Voor een nadere toelichting op de inhoud van deze regeling wordt verwezen naar de toelichting op regeling OV-studentenkaart voor het jaar 1995/1996 (Stcrt. 1995, 211).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Bijlage

Voorzijde

Achterzijde

Achterzijde

Achterzijde

Naar boven