Slagersbedrijf

Aanvullende voorzieningen Arbeidsongeschiktheid (SAVAS) 1997/2001

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST AANVULLENDE VOORZIENINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID SLAGERSBEDRIJF (SAVAS)

AI Nr. 8856

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van Georganiseerd Overleg Slagersbedrijf namens de Koninklijke Nederlandse Ambachtelijke Slagersorganisaties, de Algemeen Christelijke Bond van Slagerondernemers en de Vereniging van Grootslagersbedrijven als partijen te ener zijde mede namens de Voedingsbond FNV en de CNV Industrie- en Voedingsbond als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 28 maart 1996 (Stcrt. 1996, nr. 68), waarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van de collectieve arbeidsovereenkomst Sociale Fondsen Slagersbedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder V en VI is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 2001 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV, V en VI is bepaald:

Artikel 1 Definities

Administrateur: GUO Fondsen Beheer BV.

SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf.

Werkgever:

  • a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren, alsmede voorverpakkingsinrichtingen.

Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werkzaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.

Loon: het loon als bedoeld in de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen (CSV) van de werknemer, alvorens toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 6 lid 1 sub I van de CSV voorzover het betreft de bijdrage die op grond van deze regeling moet worden ingehouden;

Heffingsgrondslag: het gedeelte van het loon als is aangeduid in het heffingsreglement op basis waarvan de heffing wordt berekend.

Artikel 2 Uitvoering

Er bestaat een Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf die ten doel heeft het collectief doen verzekeren van het als gevolg van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidswetten niet door de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering gedekte inkomensverlies ingeval van arbeidsongeschiktheid ten behoeve van werknemers in het slagersbedrijf, zulks ter uitvoering van hetgeen hieromtrent is bepaald in de regeling SAVAS alsmede de financiering daarvan.

De uitvoering van deze regeling wordt opgedragen aan SAVAS die onder zijn verantwoordelijkheid zulks kan delegeren aan de administrateur.

De uitvoering geschiedt volgens de bepalingen van het heffingsreglement SAVAS en het uitkeringsreglement SAVAS die aan deze overeenkomst zijn gehecht en geacht worden onderdeel van deze CAO uit te maken.

Werkgevers en werknemers zijn gehouden tot naleving van alle verplichtingen welke bij of krachtens de statuten van deze stichting en de in de vorige zin genoemde reglementen worden voorgeschreven. De desbetreffende bepalingen worden geacht onderdeel van deze CAO uit te maken.

Artikel 3 Heffing

De financiering van de regeling SAVAS geschiedt door:

  • 1. Een door de werkgever conform hetgeen in het heffingsreglement SAVAS is bepaald jaarlijks te betalen heffing over het loon van de in dienst (geweest) zijnde werknemer(s). De verschuldigde heffing wordt door de werkgever bij iedere loonbetaling van het loon van de werknemer ingehouden tenzij het loon van de werknemer zodanig hoog is dat hierover conform het heffingsreglement geen heffing is verschuldigd.

  • De heffing bestaat uit het percentage dat jaarlijks door het Bestuur SAVAS wordt vastgesteld. Voor 19971 bedraagt dit percentage 3,18%.

  • De werkgever is van de verplichting tot betaling gekweten door betaling aan de administrateur.

  • 2. Eventuele andere bijdragen.

Artikel 4 Ontheffing

De werkgever die terzake van het in deze regeling genoemde inkomensverlies ten behoeve van zijn werknemers een gelijkwaardige verzekering heeft afgesloten tegen een gelijke of lagere premie, wordt door SAVAS ontheven van de in het vorige artikel genoemde verplichting tot betaling van heffing.

Artikel 5 Uitkeringen

De werknemer die arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO en die een vervolg- uitkering WAO ontvangt, heeft, ingaande de eerste dag waarop hij recht heeft op deze vervolguitkering, recht op een aanvullende uitkering ter compensatie van het inkomensverlies dat ontstaat ten gevolge van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidswetten zoals deze per 1 augustus 1993 in werking is getreden, een en ander conform de bepalingen van het uitkeringsreglement SAVAS.

HEFFINGSREGLEMENT SAVAS

Artikel 1 Definities

Administrateur: GUO Fondsen Beheer BV.

SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf

Werkgever:

  • a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren, alsmede voorverpakkingsinrichtingen.

Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werkzaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.

Loon: het loon als bedoeld in de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen (CSV) van de werknemer, alvorens toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 6 lid 1 sub I van de CSV voorzover het betreft de bijdrage die op grond van deze regeling moet worden ingehouden;

Heffingsgrondslag: het gedeelte van het loon als is aangeduid in artikel 3, lid 10, van dit reglement op basis waarvan de heffing als bedoeld in artikel 2 van dit reglement wordt berekend.

Artikel 2 Heffing

  • 1. De werkgever is gehouden jaarlijks met inachtneming van het hierna en in de regeling bepaalde ten behoeve van de uitvoering van de regeling SAVAS een heffing over het loon van de in dienst (geweest) zijnde werknemers te betalen. De verschuldigde heffing wordt door de werkgever bij iedere loonbetaling van het loon van de werknemer ingehouden tenzij het loon van de werknemer van een zodanige hoogte is dat conform dit reglement geen heffing is verschuldigd.

  • 2. De heffing bestaat uit het percentage, dat door het bestuur van SAVAS jaarlijks wordt vastgesteld en wordt voor het jaar 19971 vastgesteld op 3,18%.

  • 3. De betaling van de heffing dient te geschieden aan de administrateur.

Artikel 3 Vaststelling heffing en voorschotheffing

  • 1. Voor het einde van elk kalenderjaar stelt het bestuur van SAVAS ten aanzien van elke werkgever de over dat kalenderjaar te zijner laste komende heffing vast. De vaststelling van de heffing geschiedt aan de hand van de door de werkgever over elk boekjaar in te leveren jaaropgaven en/of andere door hem te verstrekken gegevens omtrent de persoon van de in het betreffende kalenderjaar in zijn dienst werkzaam geweest zijnde werknemers, de duur van hun dienstverband, het door hen verdiende loon en het aantal dagen, waarover dat loon werd genoten. Het bestuur van SAVAS deelt het te betalen bedrag van de heffing schriftelijk aan de werkgever mede, onder mededeling van de termijn, waarbinnen de betaling moet geschieden.

  • 2. Indien ten onrechte geen bedrag aan heffing is vastgesteld dan wel na de vaststelling van het te betalen bedrag van de heffing blijkt, dat een lager bedrag is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het bestuur van SAVAS het alsnog door de werkgever verschuldigde bedrag over de verstreken betalingstermijnen vast.

  • De laatste volzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

  • Indien een hoger bedrag aan heffing is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het bestuur van SAVAS het verschuldigde op het juiste bedrag vast. Het teveel betaalde wordt aan de werkgever terugbetaald.

  • 3. Het bestuur van SAVAS stelt een voorschotheffing vast ten aanzien van de werkgever, die in het kalenderjaar, waarop de voorschotheffing betrekking heeft, vermoedelijk heffing verschuldigd zal worden.

  • De voorschotheffing wordt vastgesteld op het bedrag, dat de werkgever over het kalenderjaar, waarop de voorschotheffing betrekking heeft, naar het oordeel van het bestuur van SAVAS vermoedelijk aan heffing verschuldigd zal zijn, met dien verstande, dat het bestuur van SAVAS hierbij rekening houdt met de in het eerste lid bedoelde gegevens omtrent de in dienst van de werkgever in het vorig jaar werkzaam geweest zijnde en in het betrokken jaar werkzaam zijnde werknemers, de aard, de omvang en de ontwikkeling van het bedrijf van de werkgever, en ander omstandigheden, welke op de hoogte van het heffingsbedrag van invloed kunnen zijn.

  • 4. Het bestuur van SAVAS deelt het te betalen bedrag van de voorschotheffing schriftelijk aan de werkgever mede, met de mededeling dat dit bedrag in vier dan wel onder door het bestuur van SAVAS te bepalen voorwaarden in twaalf termijnen kan worden voldaan, verschijnende en vervallende op de eerste dag van elk kwartaal dan wel van elke maand. De voorschotheffing wordt verrekend met het bedrag aan heffing, dat de werkgever over het betrokken kalenderjaar verschuldigd zal zijn.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid stelt het bestuur van SAVAS bij niet tijdige voldoening van een voorschottermijn onverwijld de heffing vast, welke door de werkgever is verschuldigd over de vorenbedoelde termijn alsmede over de daaraan voorafgaande termijnen van hetzelfde kalenderjaar. De heffing is terstond opeisbaar.

  • 6. Eveneens in afwijking van het bepaalde in het eerste lid stelt het bestuur van SAVAS ten aanzien van een werkgever, die in staat van faillissement verkeert, of zijn bedrijf of beroep definitief heeft gestaakt, onverwijld de heffing vast. De laatste volzin van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Indien na aanmaning een vordering op een werkgever terzake van achterstallige heffing niet geheel wordt voldaan, kan al hetgeen de werkgever verschuldigd is, vermeerderd met rente en extra incasso- en administratiekosten, gerechtelijk worden ingevorderd. Het bestuur van SAVAS is bevoegd de in de eerste volzin bedoelde kosten te stellen op 10% van het bedrag aan achterstallige heffing met een minimum van f 25,–.

  • 8. De werkgever is verplicht het bestuur van SAVAS op door het voornoemde bestuur te bepalen tijdstippen alle gegevens te verstrekken, welke het voor het vaststellen van de heffing en voorschotheffing behoeft.

  • 9. De wijze van de vaststelling van de heffing en voorschotheffing, als ook de betaling daarvan, worden verder geregeld door het bestuur van SAVAS. In bijzondere gevallen kan het voornoemde bestuur afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden toestaan of voorschrijven.

  • 10. Bij het vaststellen van de heffingsgrondslag wordt in aanmerking genomen een bedrag gelijk aan het loon als bedoeld in artikel 1 met dien verstande dat het loon van de werknemer dat meer heeft bedragen dan het maximum premieloon als bedoeld in art. 9 lid 1 en artikel 9a lid 4 van de CSV buiten aanmerking blijft. Vervolgens blijft buiten aanmerking een bedrag gelijk aan de som van het aantal dagen als bedoeld in artikel 9 lid 1 van de CSV vermenigvuldigd met het minimumloon per dag als bedoeld in artikel 8 van de wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag.

Artikel 4 Wijziging reglement

Het bestuur van SAVAS is bevoegd dit reglement te wijzigen.

UITKERINGSREGLEMENT SAVAS

Artikel 1 Definities

ZW: De Ziektewet;

AAW: De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;

WAO: De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

Administrateur: GUO Fondsen Beheer BV.

SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf.

Werkgever:

  • a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren, alsmede voorverpakkingsinrichtingen.

Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werkzaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.

Loon: loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

Dagloon: het dagloon dat is vastgesteld op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 14 en 15 van de WAO;

Vervolgdagloon: het dagloon waar naar de vervolguitkering-WAO als bedoeld in artikel 21 b WAO wordt berekend;

Arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 18 van de WAO.

Loondervingsuitkering WAO: de WAO-uitkering zoals omschreven in artikel 21 a WAO, waarvan de maximale duur afhankelijk is van de leeftijd en welke gebaseerd is op het dagloon als bedoeld in artikel 1 onder j;

Vervolguitkering WAO: de WAO-uitkering zoals omschreven in artikel 21 b WAO, welke gebaseerd is op het vervolgdagloon als bedoeld in artikel 1 onder k.

Artikel 2 Aanvulling tijdens arbeidsongeschiktheid

  • 1. De werknemer die arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 18 WAO en die een vervolguitkering-WAO ontvangt heeft, ingaande de eerste dag waarop hij recht heeft op bedoelde vervolguitkering-WAO, tevens recht op een aanvullende uitkering ingevolge deze regeling.

  • 2. Het recht op een aanvullende uitkering als bedoeld in het eerste lid kan niet eerder worden vastgesteld dan nadat omtrent de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer, bedoeld in het eerste lid, een definitieve beslissing is genomen.

Artikel 3 Hoogte van de aanvulling op de WAO-uitkering

  • 1. De hoogte van de aanvullende uitkering wordt gebaseerd op het verschil tussen het dagloon als bedoeld in artikel 1 onder sub. 10. en het vervolgdagloon als bedoeld in artikel 1 onder sub 14.

  • 2. Van het in lid 1 bedoelde verschil wordt een bepaald percentage uitgekeerd, welke percentage gelijk is aan het uitkeringspercentage behorend bij het voor de werknemer vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage als bepaald in artikel 21 WAO.

Artikel 4 Uitbetaling van de aanvulling op de WAO-uitkering

  • 1. De uitbetaling van een aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 4 vindt plaats gelijktijdig met de uitbetaling van de WAO-uitkering, tenzij op grond van het bepaalde in lid 2 geen uitbetaling plaats vindt.

  • 2. De inkomensaanvulling wordt niet uitbetaald over de periode, waarover artikel 22 van de WAO dan wel artikel 13 van de AAW ten aanzien van de werknemer toepassing vindt.

Artikel 5 Aanpassing inkomensaanvulling

  • 1. Indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering van een werknemer wordt verlaagd of verhoogd, geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wordt de inkomensaanvulling naar evenredigheid verlaagd of verhoogd, geheel of gedeeltelijk geweigerd.

  • 2. Indien het dagloon waarnaar de vervolguitkering-WAO wordt berekend, op grond van toepassing van artikel 40 of artikel 48, derde lid van de WAO wordt herzien, wordt de inkomensaanvulling dienovereenkomstig herzien.

Artikel 6 Inkomsten uit arbeid

  • 1. Wanneer de werknemer inkomsten uit arbeid heeft en de AAW/WAO-uitkering niet wordt ingetrokken of herzien maar niet wordt uitbetaald respectievelijk verminderd of verhoogd, wordt de aanvulling eveneens niet uitbetaald respectievelijk naar evenredigheid verminderd of verhoogd.

  • 2. Onder inkomsten uit arbeid bedoeld in lid 2 wordt mede verstaan hetgeen op grond van het bepaalde krachtens artikel 34, derde lid, van de AAW en artikel 45, derde lid, van de WAO onder inkomsten uit arbeid wordt verstaan.

Artikel 7 Einde van het recht op de aanvulling

  • 1. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt verleend, niet langer aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 2 lid 1 voldoet, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de dag waarop hij niet meer aan die voorwaarden voldoet.

  • 2. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt verleend, de leeftijd van 65 jaar bereikt, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt.

  • 3. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt verleend, overlijdt, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de eerste dag van de derde maand, volgend op de maand van overlijden.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1. De werknemer moet binnen de door het bestuur van SAVAS te stellen termijn, schriftelijk een aanvraag bij de administrateur indienen voor een recht op een inkomensaanvulling.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het bestuur van SAVAS vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 9 Informatieplicht werknemer

De werknemer dient desgevraagd en uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die voor de beoordeling van het recht op een inkomensaanvulling en de hoogte daarvan van belang kunnen zijn, aan de administrateur mede te delen.

Artikel 10 Navolgen controlevoorschriften

De werknemer dient zich te houden aan de controlevoorschriften genoemd in artikel 12.

Artikel 11 Uitvoering

De regeling wordt namens het bestuur van SAVAS uitgevoerd door de administrateur.

Artikel 12 Controle

Het bestuur van SAVAS is bevoegd controlevoorschriften vast te stellen.

Artikel 13 Sancties

Het bestuur van SAVAS is bevoegd tot het intrekken, geheel of gedeeltelijk weigeren van een besluit tot toekenning van een inkomensaanvulling indien de werknemer zijn verplichtingen ingevolge dit reglement niet nakomt dan wel de door hem verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te zijn.

Artikel 14 Terugvordering en verrekening

  • 1. De inkomensaanvulling wordt teruggevorderd, indien op grond van het bepaalde in artikel 57, tweede lid, van de WAO tot terugvordering van de WAO-uitkering is besloten.

  • 2. Het bestuur van SAVAS is bevoegd hetgeen op grond van dit reglement onverschuldigd is betaald, geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, of in mindering te brengen op een later te betalen inkomensaanvulling.

  • 3. Indien het bestuur van SAVAS gebruik maakt van haar bevoegdheid als bedoeld in de voorgaande leden, stelt zij de betrokkene daarvan onverwijld schriftelijk in kennis.

Artikel 15 Beslissingen

  • 1. Beslissingen inzake de toekenning, weigering, intrekking of herziening van een inkomensaanvulling worden door het bestuur van SAVAS genomen.

  • 2. Beslissingen inzake weigering, intrekking of herziening van een inkomensaanvulling zijn met redenen omkleed en worden schriftelijk ter kennis van de werknemer gebracht.

Artikel 16 Mandatering van bevoegdheden

  • 1. Het bestuur van SAVAS is bevoegd bepaaldelijk te omschrijven bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te mandateren aan:

    • a. een uit en door het bestuur van SAVAS aangewezen commissie welke moet zijn samengesteld naar het aan artikel 9 van de statuten ten grondslag liggende beginsel van pariteit;

    • b. de directie van de administrateur.

  • 2. De directie van de administrateur is onder goedkeuring van het bestuur van SAVAS bevoegd één of meer personeelsleden van de administrateur te machtigen tot het voor en namens haar uitoefenen van de haar op grond van het bepaalde in het eerste lid toegekende bevoegdheden.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde mandaatsbesluit wordt bij dit reglement gevoegd.

Artikel 17 Kennelijke onredelijkheid

Indien de toepassing van het in de voorgaande artikelen bepaalde kennelijk onredelijke uitkomsten tot gevolg heeft, beslist het bestuur van SAVAS.

Artikel 18 Geschillen

Bezwaren tegen beslissingen van het bestuur van SAVAS alsmede bezwaren met betrekking tot de datum van ingang dan wel de hoogte van een toegekende inkomensaanvulling, dienen binnen veertien dagen na dagtekening van de desbetreffende beslissing schriftelijk te worden voorgelegd aan het bestuur van SAVAS.

Artikel 19 Wijziging van het reglement

Het bestuur van SAVAS is bevoegd dit reglement te wijzigen.

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van SAVAS.

MANDAATSBESLUIT SAVAS

Het bestuur van de Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf (SAVAS), gevestigd te 's-Gravenhage;

Gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de statuten, het bepaalde in artikel 15 lid 1 en artikel 16 van het Uitkeringsreglement SAVAS en het bepaalde in artikel 3 van het Heffingsreglement SAVAS;

Besluit de hierna genoemde bevoegdheden te mandateren aan de directie van het GUO.

Artikel 1 Bevoegdheden directie

  • 1. Aan de directie van het GUO, die is belast met alle aan de administratieopdracht inherente handelingen, zijn de navolgende bevoegdheden gemandateerd:

    • a. het beoordelen van en beslissen terzake van aanspraken van werknemers indien naar het oordeel van de directie van het GUO, gelet op het in het uitkeringsreglement bepaalde, een aanspraak moet worden erkend en hieromtrent noch omtrent de hoogte van de aanspraak redelijkerwijze verschil van mening mogelijk is;

    • b. het beoordelen van en beslissen terzake van aanspraken van werknemers indien naar het oordeel van de directie van het GUO, gelet op het in het uitkeringsreglement bepaalde, een aanspraak geheel of gedeeltelijk moet worden ontkend, evenwel uitsluitend indien de beslissing kan worden genomen op grond van feitelijke omstandigheden, welker betekenis niet nader behoeft te worden beoordeeld;

    • c. het vaststellen en betaalbaarstellen van krachtens een bevoegdelijk genomen beslissing aan of ten behoeve van werknemers verschuldigde inkomensaanvullingen;

    • d. het vaststellen van de hoogte van de inkomensaanvulling indien eveneens de hoogte van het dagloon respectievelijk het vervolgdagloon, als bedoeld in de artikelen 14 en 15 WAO respectievelijk artikel 21b WAO is vastgesteld en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is de hoogte van de WAO-uitkering vast te stellen;

    • e. de weigering van een inkomensaanvulling indien de WAO-uitkering wordt geweigerd en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is de WAO-uitkering te weigeren;

    • f. de beslissing terzake van intrekking of herziening van een toegekende inkomensaanvulling en terzake van terugvordering, verrekening met inbegrip van de beslissing terzake van de wijze van terugvordering en verrekening of kwijtschelding van te veel of ten onrechte betaalde aanvulling indien eveneens AAW/WAO-uitkering te veel of ten onrechte is verstrekt en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is te beslissen over laatstgenoemde terugvordering;

    • g. het toepassen van het bepaalde terzake van de vaststelling van de heffing en voorschotheffing zoals genoemd in artikel 3 van het heffingsreglement.

  • 2. De directie van het GUO is bevoegd voor en namens het bestuur van de Stichting tot het optreden in voor een kantongerecht aanhangige procedure, in welke dat bestuur als partij optreedt en welke voortvloeit uit de toepassing van bepalingen van de regeling inzake aanvullende voorzieningen arbeidsongeschiktheid slagersbedrijf.

  • 3. De directie van het GUO is bevoegd één of meer personeelsleden van het GUO te machtigen tot het voor en namens haar uitoefenen van de onder artikel 1, eerste en tweede lid, genoemde bevoegdheden.

Artikel 2

Indien ten aanzien van een verzekerde door de Kleine Commissie uit het bestuur van bedrijfsvereniging „de Samenwerking" op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegdelijk een beslissing is genomen terzake van de terugvordering of verrekening van te veel of ten onrechte uitbetaalde WAO-uitkering, zulks met inbegrip van de beslissing terzake van de wijze van terugvordering, verrekening of kwijtschelding, danwel terzake van de toekenning of weigering van WAO-uitkering, is de directie bevoegd deze beslissing analoog uit te voeren met betrekking tot de aanspraken van genoemde verzekerde op een inkomensaanvulling.

Artikel 3

Indien gebruikmaking van de aan de directie van het GUO gemandateerde bevoegdheden zou leiden tot het nemen van een beslissing, welker juistheid of redelijkheid – al dan niet op grond van aangevoerde verzachtende omstandigheden – kan worden betwijfeld, dan wel waarin na gebruikmaking van de gemandateerde bevoegdheden omstandigheden ter kennis van de directie van het GUO komen, waardoor twijfel aan de juistheid van de beslissing kan ontstaan dient het geval te worden voorgelegd aan het bestuur van SAVAS.

Toelichting bij het mandaatbesluit SAVAS:

Ingevolge het bepaalde in, bij of krachtens de regeling SAVAS is het bestuur van SAVAS bevoegd te beslissen inzake de toekenning of weigering van uitkering. Door middel van bijgaand concept-mandaatsbesluit is een (beperkt) aantal bevoegdheden gemandateerd aan de directie van het GUO. In alle hier niet genoemde gevallen is en blijft het bestuur van SAVAS beslissingsbevoegd.

In het mandaatsbesluit wordt enkele malen verwezen naar het „aan de directie van het GUO verleende mandaat" (zie bijvoorbeeld art. 1 lid 1 onder d). Hiermee is gedoeld op de bevoegdheden die de directie heeft op grond van de binnen de bedrijfsvereniging geldende mandaatsbesluiten, om bepaalde beslissingen met betrekking tot de WAO-uitkering te nemen (bijvoorbeeld de hoogte van een dagloon vaststellen of te bepalen dat een verzekerde geen recht op uitkering heeft).

De regeling SAVAS geeft werknemers recht op een aanvulling op de WAO-uitkering. Het is dan ook logisch dat beslissingen met betrekking tot toekenning of weigering van inkomensaanvullingen WAO-volgend zijn. Door de administratie is in het verleden wel voorgesteld om een aantal bevoegdheden te mandateren aan de KC BVS. Dat voorstel is niet gevolgd. Het is echter, met het oog op een doelmatige en efficiënte uitvoering van de regeling, gewenst dat de beslissingen met betrekking tot de inkomensaanvulling gelijk lopen met de beslissingen met betrekking tot de WAO-uitkering.

Daarom wordt in artikel 2 voorgesteld de directie bevoegdheid te verlenen om de daar genoemde WAO-beslissingen die door de KC-BVS worden genomen analoog toe te passen met betrekking tot de SAVAS-uitkering.

Het in artikel 3 weergegeven voorbehoud geldt voor alle beslissingen die op grond van artikel 1 en/of 2 door de directie genomen zouden kunnen worden. Opgemerkt wordt nog dat vooralsnog geen Kleine Commissie uit het bestuur van SAVAS is ingesteld. Indien het aantal gevallen waaarin op grond van artikel 3 voorlegging aan het bestuur van SAVAS plaats dient te vinden daartoe aanleiding geeft, zou er alsnog voor gekozen kunnen worden een KC SAVAS in het leven te roepen.

STATUTEN STICHTING AANVULLENDE VOORZIENINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID SLAGERSBEDRIJF (SAVAS)

Artikel 1 Naam en Zetel

  • 1. De stichting draagt de naam: „Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf" (SAVAS).

  • 2. Zij heeft haar zetel te 's-Gravenhage.

Artikel 2 Doel

De stichting heeft ten doel het collectief doen verzekeren van het als gevolg van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidswetten niet door de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering gedekte inkomensverlies ingeval van arbeidsongeschiktheid ten behoeve van werknemers in het slagersbedrijf, zulks ter uitvoering van hetgeen hieromtrent is bepaald in de regeling SAVAS alsmede de financiering daarvan.

Artikel 3 Duur

De stichting duurt voor onbepaalde tijd voort.

Artikel 4 Geldmiddelen

De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:

  • a. door werknemers ingevolge de regeling SAVAS verschuldigde premies ter financiering van het door de stichting beoogde doel;

  • b. renten en andere opbrengsten van bezittingen van de stichting;

  • c. overige middelen.

Artikel 5 Bestuur

  • 1. Het bestuur bestaat uit zes leden, die als volgt worden benoemd:

    • a. één lid te benoemen door de vereniging: Koninklijke Nederlandse Ambachtelijke Slagersorganisatie, gevestigd te Rijswijk, Zuid-Holland;

    • b. één lid te benoemen door de vereniging: Algemeen Christelijke Bond van Slagerondernemers, gevestigd te Woerden;

    • c. één lid te benoemen door de vereniging: Vereniging van Grootslagersbedrijven, gevestigd te Rijswijk, Zuid-Holland;

    • d. twee leden te benoemen door de vereniging: Voedingsbond FNV, gevestigd te Utrecht;

    • e. één lid te benoemen door de vereniging: Industrie- en Voedingsbond CNV, gevestigd te Nieuwegein.

  • De bestuurders benoemd door de onder a, b en c genoemde rechtspersonen worden in deze statuten ook aangeduid als „bestuursleden van werkgeverszijde", de bestuurders benoemd door de onder d en e genoemde rechtspersonen worden in deze statuten ook aangeduid als „bestuursleden van werknemerszijde".

  • 2. Het bestuur benoemt uit de bestuursleden van werkgeverszijde een werkgeversvoorzitter en uit de bestuursleden van werknemerszijde een werknemersvoorzitter, telkens voor de duur van vier jaren. Zij treden beurtelings voor de duur van een jaar op als voorzitter. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter treedt in diens plaats de andere voorzitter.

  • 3. De organisaties, die de leden van het bestuur benoemen, kunnen voor de in functie zijnde leden van het bestuur personen aanwijzen, die bij belet of ontstentenis van eerder bedoelde bestuursleden in hun plaats en onder hun blijvende verantwoordelijkheid als onbeperkt gevolmachtigde plaatsvervangers (tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven) kunnen deelnemen aan bestuursvergaderingen en de aldaar plaatsvindende besluitvorming. De in deze statuten voor bestuursleden gestelde bepalingen zijn op hen van overeenkomstige toepassing. De hier bedoelde personen kunnen niet de functie van werkgeversvoorzitter of werknemersvoorzitter vervullen.

  • 4. De leden van het bestuur hebben zitting voor de tijd van vier jaren.

  • Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar.

  • 5. Indien het bestuur niet voltallig is, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden. In de vervulling van een opengevallen bestuursplaats dient echter zo spoedig mogelijk te worden voorzien.

  • 6. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

    • a. door overlijden;

    • b. door schriftelijk bedanken;

    • c. door periodiek aftreden;

    • d. door de schriftelijke mededeling aan het bestuur dat besloten is de benoemde persoon van zijn bestuursfunctie in de stichting te ontheffen.

    • Deze mededeling kan slechts gedaan worden door de instantie/organisatie, die het betrokken bestuurslid heeft benoemd;

    • e. door het bereiken van de vijfenzestig-jarige leeftijd.

Artikel 6 Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging

  • 1. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.

  • Op de in dit lid bedoelde bestuursbesluiten is het bepaalde in artikel 16 leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Onverminderd de door de wet aan het voltallige bestuur terzake toegekende bevoegdheid tot vertegenwoordiging, kan de stichting vertegenwoordigd worden door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, behoudens hun belet of ontstentenis bestaande uit de werkgeversvoorzitter en de werknemersvoorzitter.

  • 3. Indien door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het Bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen. Waarnemers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1. Het bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2. Voorts is de voorzitter op schriftelijk verzoek – onder opgave van de te behandelen punten – van tenminste drie bestuursleden verplicht tot het bijeenroepen van een bestuursvergadering op een termijn van niet langer dan veertien dagen. Indien aan dit verzoek niet wordt voldaan, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de bestuursvergadering bijeenroept, op welke vergadering alsdan over bedoelde punten rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen.

  • 3. Een vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft toegang tot de bestuursvergadering en heeft daarin een raadgevende stem.

Artikel 8 Besluitvorming

  • 1. De gezamenlijke ter bestuursvergadering aanwezige bestuursleden van werkgeverszijde brengen evenveel stemmen uit als de gezamenlijke ter bestuursvergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde. Is het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werkgeverszijde even groot als het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde, dan brengt ieder lid van het bestuur één stem uit. Is het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werkgeverszijde niet even groot als het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde, dan brengt ieder van de bestuursleden van werkgeverszijde evenveel stemmen uit als er bestuursleden van werknemerszijde aanwezig zijn en brengt ieder van de bestuursleden van werknemerszijde evenveel stemmen uit als er bestuursleden van werkgeverszijde aanwezig zijn.

  • 2. Rechtsgeldige besluiten kunnen, voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, door het bestuur slechts genomen worden indien minstens tweederde – of ingeval van een vacature de helft – van het aantal bestuursleden van werkgeverszijde alsmede tweederde – of ingeval van een vacature de helft – van het aantal bestuursleden van werknemerszijde ter vergadering aanwezig is dan wel hun gevolmachtigde plaatsvervangers.

  • In het geval het hiervoor vereiste quorum niet aanwezig is kan na ten minste vijf dagen, doch binnen een maand in een nieuwe bestuursvergadering, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden alsmede ongeacht door welke organisatie de aanwezige bestuursleden zijn benoemd, een besluit worden genomen over die voorstellen, omtrent welke wegens het ontbreken van het quorum in de eerstbedoelde vergadering geen besluit kon worden genomen.

  • 3. Stemming over zaken geschiedt hoofdelijk en mondeling, tenzij het bestuur anders beslist. Stemming over personen geschiedt bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 4. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming is de volstrekte meerderheid vereist van de stemmen van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. Bij schriftelijke stemming worden leden, die blanco briefjes of briefjes van onwaarde hebben ingeleverd, voor de toepassing van het in de vorige volzin bepaalde, geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 5. Indien bij stemming over zaken de stemmen staken wordt de beslissing tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien op die vergadering opnieuw de stemmen staken, wordt over deze zaak geacht in negatieve zin te zijn beslist.

  • 6. Indien bij stemming over personen door geen van de betrokkenen de volstrekte meerderheid van stemmen wordt behaald, vindt een nieuwe stemming plaats tussen de twee personen die het hoogste aantal stemmen hebben behaald.

  • Bij het staken van de stemmen beslist in dat geval het lot.

Artikel 9 Commissies

  • 1. Het bestuur kan commissies instellen welke paritair – te verstaan hier zowel als elders in deze statuten als samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers – moeten zijn samengesteld, zowel uit haar midden als bestaande uit andere personen, met een permanent dan wel een ad hoc karakter, dienende tot het geven van gevraagd of ongevraagd advies ten behoeve van het bestuur dan wel tot andere doeleinden.

  • Het Bestuur blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de werkzaamheden van door haar ingestelde commissies.

  • De taken en bevoegdheden van deze commissies worden door het bestuur bepaald.

  • 2. Het bestuur kan ten behoeve van de door de stichting te verrichten werkzaamheden een bureau inrichten met bezoldigde werknemers, waarvan, respectievelijk over wie de leiding wordt opgedragen aan een directeur.

  • De arbeidsvoorwaarden van het personeel van het bureau van de stichting worden door het bestuur vastgesteld. De directeur wordt voor de bestuursvergaderingen uitgenodigd en heeft aldaar een raadgevende stem.

Artikel 10 Administratie

  • 1. Het bestuur draagt de administratie van de stichting onder zijn verantwoordelijkheid op aan de Vereniging Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan, nader te noemen GUO.

  • 2. Het bestuur is bevoegd bepaaldelijk te omschrijven bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te delegeren aan:

    • a. één of meer uit en door het bestuur aangewezen commissies welke paritair moeten zijn samengesteld;

    • b. de directie van het GUO.

Artikel 11 Beheer van de geldmiddelen

  • 1. De geldmiddelen van de stichting moeten, voor zover zij niet in contanten aanwezig zijn of overeenkomstig artikel 12 zijn belegd, zijn gestort op een ten name van de stichting staande bank- of postrekening. Het bestuur wijst de bankinstelling(en) aan, waarbij bankrekeningen kunnen worden geopend.

  • 2. De geldswaardige papieren van de stichting zullen bij een door het bestuur aan te wijzen bankinstelling in open bewaargeving worden gegeven. De beschikking over dan wel de toegang tot deze geldswaardige papieren is slechts mogelijk door twee personen gezamenlijk, hiertoe door het bestuur gemachtigd, onverminderd het in artikel 6 bepaalde.

  • 3. Het Bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening van die kosten vaststellen.

Artikel 12 Belegging

Belegging van gelden kan slechts plaatshebben in waarden, genoemd in artikel 5, eerste en tweede lid van de Beleggingswet (Wet van negen en twintig december negentienhonderd acht en twintig, Staatsblad 507, zoals sindsdien gewijzigd).

Artikel 13 Boekjaar

Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Jaarstukken

  • 1. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken der stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar, alsmede een begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar.

  • De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.

  • Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend.

  • 2. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen externe registeraccountant.

  • Deze registeraccountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af.

  • 3. De door de in het vorige lid genoemde externe registeraccountant goedgekeurde balans en staat van baten en lasten worden neergelegd ten kantore van het fonds aan de Louis Braillelaan 100 te Zoetermeer, alsmede op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen.

  • 4. De in het vorige lid genoemde balans en staat van baten en lasten worden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten op aanvraag toegestuurd aan werkgevers en werknemers die in verband met deze regeling gelden (doen) afdragen aan de stichting.

Artikel 15 Vakatiegeld en vergoeding voor reis- en verblijfkosten

Bij bestuursbesluit kan worden bepaald, dat de leden en plaatsvervangende leden van het bestuur een vergoeding ontvangen voor de in hun functie gemaakte reis- en verblijfkosten.

Het bestuur kan tevens besluiten de in de vorige volzin bedoelde personen voor een door hen bijgewoonde bestuursvergadering vakatiegeld toe te kennen.

Artikel 16 Wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting

  • 1. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting.

  • 2. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen met tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering van het bestuur waarin tenminste twee/derde gedeelte van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.

  • 3. Is in deze bestuursvergadering het voorgeschreven aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan in een volgende vergadering, mits niet eerder dan achtentwintig dagen na de eerste vergadering gehouden, ongeacht het aantal aanwezige leden, met tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen een besluit hierover worden genomen.

  • 4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt en een volledige tekst van de statuten door of namens het Bestuur ter inzage is gelegd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage.

Artikel 17 Vereffening

  • 1. Bij ontbinding van de stichting is het bestuur belast met de vereffening. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.

  • 2. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestemming van een eventueel batig saldo met dien verstande dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat zoveel mogelijk overeenstemt met het doel van de stichting.

Artikel 18 Reglementen

Het bestuur is bevoegd binnen de door deze statuten aangegeven grenzen een huishoudelijk reglement en andere reglementen vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 19 Inwerkingtreding van reglementen

De reglementen, alsmede de in de statuten en reglementen aangebrachte wijzigingen zullen niet in werking treden alvorens een volledig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur van de stichting ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te 's-Gravenhage.

Artikel 20 Slotbepaling

In alle gevallen waarin door deze statuten of de wet niet is voorzien, beslist het bestuur.

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit tot algemeen verbindendverklaring is niet van toepassing op leden van de Vereniging Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen.

V. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

VI. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 7 oktober 1997

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

Naar boven