Bekendmaking aan de scheepvaart

Vervoer van deklast hout/Houtvaartcode

11 augustus 1997

Nr. 316/1997

Scheepvaartinspectie

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,

Gelet op artikel 132, zevende lid, van het Schepenbesluit 1965;

Maakt bekend:

Artikel 1

1. In deze bekendmaking wordt verstaan onder:

a. Houtvaartcode: de als bijlage bij deze bekendmaking opgenomen Code of Safe Practice for Ships Carrying Timber Deck Cargoes, vastgesteld op 6 november 1991 bij resolutie A.715(17) van de Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie;

b. deklast hout: hout als bedoeld in onderdeel 1.3.5 van de Houtvaartcode dat wordt vervoerd op de wijze, bedoeld in onderdeel 1.3.6 van de Houtvaartcode.

2. In afwijking van onderdeel 1.3.1 van de Houtvaartcode wordt onder ’Administration’ het Hoofd van de Scheepvaartinspectie en onder ’should’ al naar gelang het gebruik ’moet’ of ’moeten’ verstaan.

Artikel 2

Het vervoer van deklast hout met een schip waarvan de lengte 24 meter of meer bedraagt, voldoet, met inachtneming van de artikelen 3, 4 en 5, aan de Houtvaartcode, met dien verstande dat de appendices A, B, C en D bij de Houtvaartcode niet van toepassing zijn.

Artikel 3

Het vervoer van pakketten gebundeld hout op de luiken is uitsluitend toegestaan, indien:

a. voorzieningen zijn aangebracht om het zijdelings verschuiven van de onderste laag van de deklast te voorkomen; en

b. de wijze van beladen van de sjorinrichting en de overige onderdelen van de uitrusting voor de deklast door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie zijn goedgekeurd.

Artikel 4

De maximale hoogte van pakketten gebundeld hout die op de luiken worden vervoerd, wordt in afwijking van onderdeel 3.2.1 van de Houtvaartcode niet gemeten vanaf het bovenste doorlopende dek dat dicht is tegen weer en wind, maar vanaf de bovenzijde van het luikhoofd.

Artikel 5

De beproeving, markering en certificering van kettingen gebruikt bij het sjorren van deklast hout, bedoeld in onderdeel 4.5.1 van de Houtvaartcode, geschiedt overeenkomstig NEN-EN 818-2 of een naar het oordeel van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie daaraan gelijkwaardige norm.

Artikel 6

De Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 166/1981 (Stcrt. 217) wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die in Nederland ter inzage ligt bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag, en bij de Scheepvaartinspectie, ’s-Gravenweg 665 te Rotterdam. Van de terinzagelegging van de bijlage in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant, onderscheidenlijk de Landscourant van Aruba.


Rotterdam, 11 augustus 1997.
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.

Toelichting

De Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft op 20 november 1973 resolutie A. 287(VIII) aangenomen, waarbij de ’Code of Safe Practice for Ships Carrying Timber Deck Cargoes’, hierna te noemen Houtvaartcode, is vastgesteld. Tijdens haar 39e zitting in september 1978 heeft zij een aantal wijzigingen van deze code goedgekeurd. De gewijzigde Houtvaartcode is in het Koninkrijk der Nederlanden geïmplementeerd in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 166/1981 (Stcrt. 217).

Als gevolg van inmiddels opgedane ervaringen heeft de Algemene Vergadering van de IMO op 6 november 1991 bij resolutie A.715(17) de Houtvaartcode opnieuw vastgesteld en de betrokken regeringen aanbevolen de 1991-versie van de Houtvaartcode in plaats van de in 1978 gewijzigde versie van deze code toe te passen.

De belangrijkste redenen voor het opnieuw vaststellen van de Houtvaartcode worden gevormd door een toenemend aantal ongevallen met vrachtschepen ten gevolge van het overgaan en verlies van deklast hout, alsmede door veranderingen ten aanzien van de aard van het vervoer, de constructie van schepen en de techniek van het beladen van deklast hout.

In verband met recente ongevallen met onder de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden varende vrachtschepen ten gevolge van het overgaan en verlies van deklast hout, is het wenselijk de 1991-versie van de Houtvaartcode in de regelgeving te implementeren. De onderhavige bekendmaking strekt daartoe en vervangt in zijn geheel Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 166/1981, als gevolg waarvan deze kan worden ingetrokken.

De in de onderhavige bekendmaking opgenomen Houtvaartcode bevat niet alleen concrete normen die bij het vervoer van deklast hout moeten worden toegepast, maar ook meer algemeen geformuleerde uitgangspunten die bij dat vervoer in acht moeten worden genomen.

Daarnaast zijn in de appendices A en B bepalingen opgenomen waarvan het wenselijk is dat deze worden gehanteerd.

Aan appendix C, inclusief appendices 1 en 2, bij de Houtvaartcode is reeds uitvoering gegeven in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 279/1992 (Stcrt. 70). Appendix 3 bij appendic C is gericht tot de verdragstaten en behoeft derhalve geen uitvoering in regelgeving. Appendix D is reeds geïmplementeerd in artikel 44 van bijlage I van het Schepenbesluit 1965. Derhalve vallen genoemde appendices buiten de reikwijdte van onderhavige bekendmaking.

De in artikel 4 van deze bekendmaking opgenomen afwijking van onderdeel 3.2.1 van de Houtvaartcode maakt het mogelijk, om met behoud van een verantwoord veiligheidsniveau, de ladingcapaciteit van het dek optimaal te benutten.

Deze bekendmaking is overeenkomstig richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109) in ontwerp genotificeerd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Naar boven