Sociaal-Economische Raad

Samenstelling raad

De algemeen secretaris van de Sociaal-Economische Raad maakt bekend dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de raad overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, zevende lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie jo. artikel 9, eerste lid van het Koninklijk Besluit van 24 september 1959 (Stb. 1959, nr. 343) advies heeft gevraagd over de vraag of er grond bestaat wijziging te brengen in de aanwijzing van organisaties van ondernemers en van werknemers, gerechtigd tot het benoemen van leden en plaatsvervangende leden van de Sociaal-Econo-mische Raad, alsmede over het aantal leden dat elk van de aan te wijzen organisaties zal mogen benoemen, zulks in verband met de op 1 april 1998 aanvangende nieuwe zittingsperiode van de raad.

Organisaties als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, die wensen te worden aangewezen om - al dan niet tezamen met andere organisaties - een of meer leden van de raad te benoemen, worden uitgenodigd daarvan uiterlijk 12 september 1997 schriftelijk mededeling te doen aan de secretaris van de Bestuurskamer van de raad, Postbus 90405, 2509 LK Den Haag.

Bij deze mededeling dient te worden geadstrueerd dat de gewenste aanwijzing voor het verlangde aantal zetels kan geschieden in overeenstemming met de regelen vervat in het besluit van de raad van 19 augustus 1977, waarbij richtlijnen zijn vastgesteld voor de beoordeling van de representativiteit van organisaties van ondernemers en van werknemers in verband met de samenstelling van publiekrechtelijke colleges.

Naar boven