Pensioenfondsen

Grafische Bedrijven

Bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 januari 1997, nr. AI/CK/VCR/961905, Arbeidsinspectie, Centraal Kantoor, Afdeling Vergunningen en Collectieve Regelingen, is krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 april 1996, nr. I-SZW/CK/VCR/951655, Stcrt. 1996 nr. 73, zodanig gewijzigd, dat de deelneming in de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Grafische Bedrijven zoals in het besluit is bepaald onder II. is verplicht gesteld voor:

iedere man of vrouw van 21 jaar tot de eerste dag van de maand waarin hij of zij de 65e verjaardag bereikt, die in dienstbetrekking werkzaam is bij een werkgever in een of meer van de grafische bedrijven, met dien verstande dat de verplichtstelling voor iedere man of vrouw, die in dienstbetrekking werkzaam is bij een werkgever in het reprografisch bedrijf eerst aanvangt

- vanaf 1 januari 1993 op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de leeftijd van 24 jaar bereikt, dan wel op 1 januari 1993 indien de werknemer op dat tijdstip reeds de leeftijd van 24 jaar bereikt had;

- vanaf 1 januari 1994 op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de leeftijd van 23 jaar bereikt, dan wel op 1 januari 1994 indien de werknemer op dat tijdstip reeds de leeftijd van 23 jaar bereikt had;

- vanaf 1 januari 1995 op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de leeftijd van 22 of 21 jaar bereikt, dan wel op 1 januari 1995 indien de werknemer op dat tijdstip reeds de leeftijd van 21 jaar bereikt had;

een en ander met uitzondering van degenen die werkzaam zijn als:

I. voor zover het betreft het grafisch bedrijf, genoemd onder A tot en met E:

a. directeuren, adjunct-directeuren of onder-directeuren;

b. leden van het management-team;

c. bedrijfsleiders/managers;

d. handelsreizigers (vertegenwoordigers);

e. schoonmakers, wier taak in hoofdzaak in de privé-huishouding van hun werkgever is gelegen;

f. volontairs (ieder wiens loon uitsluitend bestaat uit onderricht);

g. zij, die in het kader van een school- of vakopleiding een stage volgen om vakbekwaamheid te verwerven;

h. scholieren en studenten, die een opleiding of studie in dagonderwijs volgen en die gedurende de periode van de reguliere vakantie van het betreffende dagonderwijs, tijdelijk werkzaam zijn;

i. werknemers werkzaam in huisdrukkerijen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een niet-grafisch hoofdbedrijf, waarin geen ander drukwerk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf of één of meer niet-grafische nevenbedrijven daarvan, voor zover dit hoofd- of nevenbedrijf zijn werkzaamheden niet uitoefent in het uitgeversbedrijf;

j. degenen, die in dienst van één werkgever afwisselend ten behoeve van een grafisch en niet-grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn en als regel minder dan 17 uren per week ten behoeve van een grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn;

k. werknemers, werkzaam in de afdelingen papierwaren, enveloppenfabrikage en linieerderijen van Van Gelder Zonen NV Koninklijke Papierfabrieken voor het bedrijf te Apeldoorn, de NV Polak en Schwarz’ Essencefabrieken, de NV Koninklijke Pharmaceutische Fabrieken v.h. Brocades-Stheeman en Pharmacia, Balatum NV en Klavarscribo te Slikkerveer, drukkerijen van schepen in de grote vaart en drukkerijen, welke geëxploiteerd worden door publiekrechtelijke lichamen;

II. voor zover het betreft het klein formaat offsetbedrijf:

a. werknemers, werkzaam in een leidinggevende functie (anders dan als voorman);

b. werknemers, werkzaam in een administratieve functie;

c. werknemers, vallend onder de categorieën Id tot en met h;

d. werknemers, werkzaam in klein formaat offsetinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf waarin geen ander klein formaat offsetbedrijf werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de inter-ne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. ’huis’ klein formaat offsetinrichtingen);

III. voor zover het betreft het zeefdrukbedrijf:

a. werknemers, werkzaam in een leidinggevende functie (anders dan als voorman);

b. werknemers, werkzaam in een administratieve functie;

c. werknemers, vallend onder de categorieën Id tot en met h;

d. werknemers, werkzaam in zeefdrukinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf waarin geen ander zeefdrukbedrijf werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. ’huis’ zeefdrukinrichtingen);

IV. voor zover het betreft het reprografisch bedrijf

a. werknemers, vallend onder de categorieën Ia, c tot en met h;

b. algemeen procuratiehouders, chefs de bureau en hoofdboekhouders met een vast overeengekomen salaris per maand van meer dan 0,28 maal het laatstelijk op 1 januari van enig jaar geldende bedrag van het tweemaal tot een jaarbedrag herleide ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 9, tiende lid, sub b, van de Algemene Ouderdomdswet - nadien met terugwerkende kracht tot genoemde datum of een daarvoor gelegen tijdstip tot stand gekomen wijzigingen van het bedrag buiten beschouwing gelaten -, na vermindering van bedoeld bedrag met een deel daarvan, hetwelk berust op na 1 januari 1967 doorgevoerde verhogingen, anders dan ingevolge artikel 12 van die wet;

c. werknemers, werkzaam in reprografie-inrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf, waarin geen ander reprografisch werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. ’huis’ reprografie-inrichtingen);

wordende ten deze verstaan onder:

A.1. de grafische bedrijven:

het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf, het lithografisch bedrijf (met inbegrip van de fotodrukindustrie en het plaatdrukbedrijf), het boekbinders-, papierwaren- en enveloppenbedrijf, het grafisch reproductiebedrijf, het stencildrukbedrijf en klein formaat offsetbedrijf, het zeefdrukbedrijf en het reprografisch bedrijf;

2. tot het grafisch bedrijf worden mede geacht te behoren:

a. gespecialiseerde fotoloonzetterijen en composer-zetterijen, die zich toeleggen op de zetselvervaardiging in een of andere vorm;

b. afdelingen van uitgeverijen en reclamebureaus met (foto)zet- en/of beeldvervaardigingsapparatuur;

c. afdelingen van reclamebureaus, ontwerpbureaus, uitwerkstudio’s e.d., waar tijdens en na het creatief ontwerpstadium aan een (half)product arbeid - zoals bedoeld in het Reglement Indeling Functies van een der grafische cao’s - wordt toegevoegd, waarvoor noodzakelijkerwijs grafische kennis (inzicht, vaardigheden en/of ervaring daaronder mede begrepen) vereist is ten einde tot het beoogde product te komen, ongeacht de apparatuur c.q. verwerkingsmethode die wordt toegepast en ongeacht het materiaal waarop en het doel waarvoor het eindproduct ter vermenigvuldiging of verspreiding wordt vervaardigd;

hieronder wordt in ieder geval mede verstaan het gebruik van Desk-Top-Publishing-software;

d. uitgeverij-afdelingen die speciaal zijn ingericht voor de vervaardiging van banden, ocr-kopij e.d. als duidelijk herkenbare en afzonderlijke activiteit, waarbij doel is die als invoer toe te leveren voor verwerking in fototgrafische zetapparatuur;

e. typebureaus en computer-servicebureaus of onderdelen daarvan, die diensten verlenen aan de grafische industrie en wel als volgt:

- indien zij overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan de grafische industrie: geheel;

- indien zij niet overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan de grafische industrie: uitsluitend voor die afdelingen waarin hoofdzakelijk zetselvervaardiging plaats vindt als duidelijk herkenbare activiteit;

f. ondernemingen of onderdelen van ondernemingen waarin etiketten worden vervaardigd, daaronder mede zelfklevende etiketten begrepen;

B. Boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf

1. tot het boekdrukkersbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waar letterbeelden of andere voorstellingen in iedere voor hoogdruk bestemde vorm worden vervaardigd of afgedrukt;

2. tot het rasterdiepdrukbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waar de druk van langs fotomechanische weg gemaakte rasterdiepdrukvormen wordt uitgeoefend of daarvoor bestemde drukvormen worden vervaardigd of andere voorbereidende werkzaamheden worden verricht;

3. tot het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf worden mede geacht te behoren, de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen waarin het kartonnagebedrijf wordt uitgeoefend, voor wat betreft de vaktechnische werknemers in de afdelingen zetterij, drukkerij en binderij, alsmede de hulpvakarbeiders op deze afdelingen;

4. tot het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf worden voorts mede geacht te behoren de binderijen of brocheerderijen, waarin uitsluitend arbeid wordt verricht ten behoeve van de boekdruk- en/of rasterdiepdrukonderneming, waarvan zij een onderdeel uitmaken, met uitzondering echter van de binderijen of brocheerderijen, die verbonden zijn aan drukkerijen, tevens boekenuitgeverijen of kantoorboekenfabrieken;

5. tot het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf worden niet geacht te behoren:

- de binderijen of brocheerderijen, die niet vallen onder het bepaalde in het vierde lid van dit onderdeel;

- de drukkerijen van papierwarenbedrijven, papierenzakkenfabrieken en papierfabrieken, voor zover zij het voor deze fabrieken specifieke drukwerk vervaardigen, tenzij dit langs rotatieve weg geschiedt in het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf;

- de grafische reproductie-ondernemingen en de grafische reproductie-afdelingen van de in het eerste lid van dit onderdeel genoemde ondernemingen;

C. Lithografisch bedrijf en fotodruk-industrie

1. tot het lithografisch bedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin door middel van lithografische stenen en/of metaalplaten de vlakdruk met behulp van vocht wordt uitgeoefend en/of voorbereidende werkzaamheden daartoe worden verricht (offsetdrukkerijen, steendrukkerijen, blikdrukkerijen, glasdrukkerijen, plandrukkerijen);

2. tot het lithografisch bedrijf worden mede geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen waarin het kartonnagebedrijf wordt uitgeoefend, voor wat betreft de vaktechnische werknemers in de afdelingen lithografie, drukkerij en binderij, alsmede de hulpvakarbeiders op deze afdelingen;

3. tot het lithografisch bedrijf worden eveneens geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waar men zich toelegt op het vervaardigen van foto’s in massa langs fotomechanische weg (fotodruk);

4. tot het lithografisch bedrijf worden ook geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin het plaatdrukbedrijf wordt uitgeoefend;

5. tot het lithografisch bedrijf worden voorts mede geacht te behoren de binderijen of brocheerderijen, die een onderdeel uitmaken van een lithografische onderneming en waarin niet meer dan acht werknemers werkzaam zijn;

6. tot het lithografisch bedrijf worden eveneens geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen waarin het droog-offsetprocédé wordt toegepast;

7. niet tot het lithografisch bedrijf worden geacht te behoren de lithografische afdelingen, welke een onderdeel uitmaken van een onderneming in de metaalindustrie;

D. Boekbinders-, papierwaren- en enveloppenbedrijf

1. tot het boekbindersbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin de boekbinderij, brocheerderij, linieerderij, kantoorboekenfabricage, stalenboekenfabricage of persvergulderij wordt uitgeoefend met uitzondering van:

a. de binderijen of brocheerderijen waarin uitsluitend arbeid wordt verricht ten behoeve van de boekdruk- en/of rasterdiepdrukonderneming, waarvan zij een onderdeel uitmaken, tenzij het binderijen of brocheerderijen betreft, die verbonden zijn aan drukkerijen, tevens boekenuitgeverijen of kantoorboekenfabrieken;

b. de binderijen of borcheerderijen, die een onderdeel uitmaken van een lithografische onderneming en waarin niet meer dan acht werknemers werkzaam zijn;

Tot het stalenboekenbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen en onderdelen van ondernemingen die zijn ingericht voor de vervaardiging van stalenboeken, waaronder ook te verstaan zowel zogenoemde stalenwaaiers en stalenhangers en alle andere collecties van stalen van papier en karton, textiel, kunststof en andere materialen en stof-fen in de vorm van vellen, bladen, platen of foliën e.d., als alle onderdelen voor dergelijke collecties zoals bijvoorbeeld stalen, staalkaarten, zogenoemde banden, hangers, koffers, ruggen en klemmen, en waar gebruik wordt gemaakt van een of meer van de volgende technieken: drukken (in offset, zeefdruk, foliedruk etc.), snijden en/of knippen in alle verschillende vormen (waaronder derhalve ook te verstaan boren, stansen, rondhoeken, perforeren etc.), verzamelen en/of vergaren, vouwen, binden en/of hechten (waaronder derhalve ook te verstaan nieten, lijmen, brocheren, naaien, hf-lassen etc.);

2. tot het papierwarenbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, die speciaal zijn ingericht voor de verwerking van papier ter vervaardiging van:

a. schoolschriften, notitieboekjes, cahiers in papieren omslag met of zonder linnen rug, alle soorten bloknotes, zowel gespiraleerd, gekramd als aan de kop gelijmd, alsmede voor de vervaardiging van mappen en soortgelijke artikelen;

b. labels, zelfplakkende briefkaarten en soortgelijke producten, indien en voor zover het bepaalde in het vierde lid van onderdeel B daarop niet van toepassing is;

3. tot het enveloppenbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, die speciaal zijn ingericht voor de vervaardiging van enveloppen, zowel met gewone als met zaksluiting, geld-enveloppen, gewone en luxe enveloppen, die gebruikt worden voor de samenstelling van dozen post, mappen en compendiums en het daarbij gereedmaken van deze dozen, mappen en omslagen;

4. tot het boekbinders-, papierwaren- en enveloppenbedrijf worden mede geacht te behoren de onderdelen van ondernemingen, waarin werkzaamheden plaatsvinden, die als regel verricht worden in de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid van dit onderdeel, waaronder mede worden verstaan de werkzaamheden ter vervaardiging van ordners (met inachtneming van het bepaalde in het vijfde lid van dit onderdeel), banden, boekomslagen, agenda’s, notitieblocs, sous-mains, portefeuilles, mappen en soortgelijke artikelen uit leder, plastic of andere stoffen, tenzij deze onderdelen vallen onder het bepaalde in sub a en b van het eerste lid van dit onderdeel;

5. tot het boekbinders-, papierwaren- en enveloppenbedrijf worden niet geacht te behoren:

a. het vervaardigen van ordners, die bestaan uit één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, behoudens wanneer dit geschiedt in een onderneming, die in hoofdzaak artikelen vervaardigt als overigens genoemd in het eerste tot en met het vierde lid van dit onderdeel;

b. het vervaardigen van ordners, die bestaan uit meer dan één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, indien dit geschiedt in een onderneming, die in hoofdzaak kartonnageproducten vervaardigt;

c. het verpakken en expediëren van niet-opgemaakt papier in de papiergroothandel en in de papierfabrieken;

d. de papierenzakken- en kartonnagefabrieken;

E. Grafisch reproductiebedrijf

1. tot het grafisch reproductiebedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waar beelddragers voor de hoogdruk (chemigrafie) worden vervaardigd, met uitzondering van zetmateriaal, stypen, galvano’s, staalstempels, deze laatste voor zover niet vervaardigd in de uitoefening van het grafisch reproductiebedrijf, stempels uit rubber of tot vervanging van rubber dienend materiaal, vervaardigd door middel van vulcaniseren, gieten, spuiten en persen, alsmede de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, die, uitsluitend als toeleveringsbedrijf voor derden, beelddragers voor de vlakdruk (fotolithografie), respectievelijk voor de zeefdruk vervaardigen;

2. tot het grafisch reproductiebedrijf worden mede geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin langs mechanische weg - bijvoorbeeld langs elektronische weg - geheel of gedeeltelijk kleurgecorrigeerde deelnegatieven en -positieven voor derden worden vervaardigd, behoudens waar dit geschiedt in de uitoefening van het rasterdiepdrukbedrijf en/of het lithografisch bedrijf;

F. Stencildruk- en klein formaat offset-bedrijf

1. tot het stencildrukbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin door middel van stencildrukmachines stencilwerk wordt vervaardigd voor derden.

2. tot het klein formaat offsetbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of delen van niet-grafische ondernemingen die aan de volgende criteria voldoen:

a. dat het aantal in dienst zijnde full-time werknemers bij deze (delen van) ondernemingen ten hoogste vijftien is, waarbij deeltijd werknemers rekenkundig worden herleid tot voltijd werknemers.

De bepaling van het aantal werknemers geschiedt voor het eerst bij de oprichting van (delen van) de onderneming en vervolgens per 1 januari van ieder jaar;

b. dat drukwerk wordt vervaardigd ten behoeve van derden.

Dit drukwerk wordt vervaardigd op de navolgende categorieën vellendrukpersen:

Categorie I

- offsetdrukpersen geschikt voor papierformaten tot 2100 cm2, ingericht voor éénkleurdruk of voor meerkleurendruk in een drukgang en/of

Categorie II

- offsetdrukpersen geschikt voor papierformaen tussen 2100 cm2 en 3500 cm2, ingericht voor éénkleurdruk.

In afwijking van het voorgaande wordt ook aan de criteria voldaan indien bij een totaal persenbestand van vier of meer vellendrukpersen een van deze persen niet onder categorie I of II valt.

Dit betreft met name een offsetpers, geschikt voor papierformaten tussen 2100 cm2 en 3500 cm2, ingericht voor meerkleurendruk in één drukgang, of een vellendrukpers geschikt voor een papierformaat tot maximaal 3500 cm2, waarop drukwerk wordt vervaardigd middels een ander drukprocédé dan offsetdruk.

Niet tot het klein formaat offsetbedrijf behoren ondernemingen of delen van niet-grafische ondernemingen die reeds voor 1 februari 1993 de cao voor het grafisch bedrijf toepasten. Dit geldt tevens voor ondernemingen die activiteiten voortzetten van ondernemingen of delen van niet-grafische ondernemingen die reeds de cao voor het grafisch bedrijf toepasten. Uitzondering op deze regeling is slechts mogelijk met nadrukkelijke toestemming van de bevoegde bedrijfsinstantie.

G. Zeefdrukbedrijf

1. tot het zeefdrukbedrijf worden geacht te behoren alle ondernemingen of delen van ondernemingen, waarin het zeefdrukprocédé, ongeacht het te bedrukken materiaal, ten behoeve van derden, wordt toegepast;

2. niet tot het zeefdrukbedrijf worden geacht te behoren zeefdrukkerijen, deel uitmakend van een bedrijf, dat niet als hoofd-activiteit het zeefdrukprocédé ten behoeve van derden toepast en waarvan de werknemers vallen onder de werkingssfeer van een niet-grafische bedrijfstak-cao of een eigen bedrijfs-cao;

H. Reprografisch bedrijf

1. tot het reprografisch bedrijf worden geacht te behoren alle ondernemingen en delen van ondernemingen in Nederland - natuurlijke en rechtspersonen - die diensten verrichten op het gebied van de reprografie, variërend van het in opdracht reproduceren van aangeleverde originelen tot het aanbieden van faciliteiten op reprografisch gebied, met uitzondering van ondernemingen die zich uitsluitend toeleggen op het vermenigvuldigen van originelen op de formaten A4 en/of A3;

2. niet tot het reprografisch bedrijf worden gerekend ondernemingen die behoren tot het grafisch reproductiebedrijf;

wordende voorts ten deze verstaan onder ondernemingen inrichtingen en onderdelen van inrichtingen, staande onder beheer van een of meer natuurlijke of rechtspersonen, waarin een of meer van de grafische bedrijven worden uitgeoefend, uitgezonderd inrichtingen, die onder beheer staan van publiekrechtelijke lichamen;

Dit besluit treedt in werking twee dagen na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.


’s-Gravenhage, 15 januari 1997.

Naar boven