Vergoedingenbesluit Z.v.o.-regeling

26 maart 1996

Nr. AB96/U422 DGMP/AO/J

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel;

Besluit:

Artikel 1

Het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden en het Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden worden van overeenkomstige toepassing verklaard op de vergoedingenlijst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel.

Artikel 2

Het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 april 1996.

Artikel 4

Dit besluit kan worden aangehaald als het Vergoedingenbesluit Z.v.o.-regeling.

De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de wnd. Directeur Arbeidszaken Overheid,
C. J. A. Maas.

Toelichting

De Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.v.o.-regeling) geeft betrokkenen recht op tegemoetkoming in ziektekosten die voor eigen rekening zijn gebleven. Uitgangspunt van de Z.v.o.-regeling is dat ziektekosten in het algemeen geen hoger beslag behoren te leggen op het inkomen van ambtenaren dan het geval is bij werknemers in de marktsector; alsook dat geen hogere tegemoetkoming wordt toegekend dan elders de regel is. Vanuit die optiek is de Z.v.o.-regeling in hoge mate afgestemd op de Ziekenfondswet en het verstrekkingenpakket daarvan. Zo is voor het Z.v.o.-vergoedingenpakket een eigen vertaling gemaakt van de verstrekkingen van het ziekenfondspakket. Deze eigen vertaling is noodzakelijk vanwege het verschil in systeem van vergoeding. Het ziekenfondspakket bestaat namelijk uit verstrekkingen in natura terwijl de Z.v.o.-regeling, evenals de particuliere ziektekostenverzekeraars, uitgaat van het restitutiesysteem. Het Z.v.o.-vergoedingenpakket is vastgelegd in het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling en de bijbehorende bijlage die jaarlijks wordt vastgesteld.

Met ingang van 1 januari 1996 zijn de aanspraken op farmaceutische hulp, hulpmiddelen, hulp door een audiologisch centrum, erfelijkheidsadvisering en revalidatie overgeheveld uit het pakket van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar het ziekenfonds- en het standaardpakket (zie Besluit van 4 september 1995, Stb. 430, en het Besluit van 25 oktober 1995, Stb. 526).

Indachtig de afstemming op het ziekenfondspakket dienen de hiervoorgenoemde aanspraken eveneens te worden opgenomen in het Z.v.o.-vergoe-

dingenpakket. Gebleken is echter dat het vertalen van de desbetreffende aanpassing in het ziekenfondspakket naar het Z.v.o.-vergoedingenpakket niet goed mogelijk is. In verband daarmee is aansluiting gezocht bij het zogenaamde standaardpakket van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (artikel 2, tweede lid). Dit standaardpakket is een vertaling van het ziekenfondspakket en daarmee, behoudens enkele technische verschillen die verband houden met het door de particuliere ziektekostenverzekeraars gehanteerde restitutiesysteem, vrijwel identiek aan dat pakket. Bij het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden en het Uitvoeringsbesluit particulier verzekerden zijn nadere regels over gesteld de omvang van het pakket, alsmede het eigen risico en de eigen bijdrage bij de vergoedingen uit het standaardpakket.

Uit een oogpunt van consistentie in de regelgeving en uitvoerbaarheid van het gehele Z.v.o.-vergoedingenpakket is ervoor gekozen om niet alleen de desbetreffende zorgaanspraken uit het standaardpakket over te nemen maar om het bestaande Z.v.o.-vergoedingenpakket integraal te vervangen door het standaardpakket. Daarmee wordt tevens de hoogst mogelijke mate van afstemming op het ziekenfondspakket gerealiseerd.

Ten einde voor de toekomst de nauwe aansluiting bij het ziekenfondspakket te waarborgen, is ervoor gekozen om het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden en het Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Tot slot zij opgemerkt dat bij wijze van overgangsvoorziening gekozen is voor de inwerkingstredingsdatum van 1 april 1996.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

voor deze,

de wnd. Directeur Arbeidszaken Overheid,

C. J. A. Maas.

Naar boven