Besluiten bijzondere opsporingsambtenaren

Sluis-/brugwachters en clusterchefs Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

29 januari 1996

Nr. 96/6025-7759/Asd

Gerechtshof Amsterdam

De Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam;

Gelezen het verzoek van de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, d.d. 22 maart 1995;

Gelezen de desgevraagde adviezen van de Hoofdofficier van Justitie te Amsterdam en de Korpschef van de regio Amsterdam-Amstelland;

Gelet op het besluit van de Minister van Justitie van 18 januari 1995, Nr. 477613/595/NE;

Gelet op:

artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering;

artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen in dienst van/werkzaam bij de afd. sluis- en brugbediening, ressorterende onder de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, die de functie vervullen van sluis- en brugwachter, alsmede clusterchef, welke laatstvermelde functie binnen de op naam van deze personen uit te vaardigen ’Akte van beëdiging’ tevens wordt betiteld als ’sluis- en brugwachter’, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

a) de Algemene Plaatselijke Verordening van de in het tweede lid genoemde gemeente en/of andere verordeningen van die gemeente, respectievelijk de daaronder vallende stadsdelen, voor zover betrokkene voor voornoemde verordeningen door het bevoegd bestuursorgaan daartoe is aangewezen;

b) artikel 435, onder ten vierde, van het Wetboek van Strafrecht;

c) de Wegenverkeerswet 1994.

De hiervoor onder artikel 3, eerste lid, onder c) toegekende bevoegdheid beperkt zich tot opsporingsbevoegd optreden jegens de feiten/gedragingen, die vermeld worden onder de feitnummers R601 t/m R609b in de Wet Administratieve afhandeling van verkeersovertredingen (Wet ’Mulder’).

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4

1. De direct toezichthouder, bedoeld in artikel 5 lid 2 van deze beschikking, is namens mij bevoegd tot beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. Op grond van dit besluit kunnen maximaal 90 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigd worden.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het Arrondissementsparket te Amsterdam.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de politieregio Amsterdam-Amstelland.

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid, genoemde strafbare feiten gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 7

De directeur van de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot bij die dienst werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren aan de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam, de Hoofdofficier van Justitie te Amsterdam en de Korpschef van de regio Amsterdam-Amstelland, verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren binnen die dienst;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in dat jaar voor die Cito-toets zijn geslaagd.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie van de Staatscourant waarin het is geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit vervalt 2 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit BOA, Sluis- en brugwachters/clusterchefs Amsterdam, Nr. 96/6025-7759/ASD, d.d. 29 januari 1996;

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.


Amsterdam, 29 januari 1996.
De Procureur-Generaal,
C.R.L.R.M. Ficq.

Naar boven