Wijziging samenstelling Raad voor de Scheepvaart

Besluit van 23 januari 1996, nr. 96.000314, houdende ontheffing en benoeming van een buitengewoon lid en een plaatsvervangend lid van de Raad voor de Scheepvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 januari 1996, nr. J 96000087, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 23 van de Schepenwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Met ingang van 1 februari 1996 wordt eervol ontheven van de functie van buitengewoon lid van de Raad voor de Scheepvaart: D. van Santen, oud-kapitein van een loodsvaartuig, wonende te Hoek van Holland.

Artikel 2

Met ingang van 1 februari 1996 wordt eervol ontheven van de functie van plaatsvervangend lid van de Raad voor de Scheepvaart: J. L. Schot, registerloods, wonende te Vlissingen.

Artikel 3

Tot buitengewoon lid van de Raad voor de Scheepvaart wordt voor de periode van 1 februari 1996 tot en met 31 december 1998 benoemd: J. L. Schot, registerloods, wonende te Vlissingen.

Artikel 4

Tot plaatsvervangend lid van de Raad voor de Scheepvaart wordt voor de periode van 1 februari 1996 tot en met 31 december 1998 benoemd: P. H. Schiller, loodsdienstleider bij de regionale loodsencorporatie Amsterdam-IJmond, wonende te Castricum.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba zal worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 23 januari 1996.
Beatrix. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven