Wij Beatrix, bij de Gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.,
Op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis, van 25 januari 1996, nr. DGCZ/SCB-U-956468;
Gelet op artikel 2, lid b, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;
Gezien het advies van de Commissie benoemingen Raad voor cultuur;
Hebben goedgevonden en verstaan:
a. Voor de periode tot en met 31 december 1997 worden benoemd tot lid van de Raad voor cultuur:
- mw. drs. E.A.G. van den Bent, Den Haag
- dhr. A. Bhalotra, Rotterdam
- dhr. J.W.A. van Beers, Amsterdam
- mw. Y.H.J. Waterbolk, Amsterdam
- mw. F. Boersma, Amsterdam
- dhr. mr.drs. A.J.G. Reinders, Apeldoorn
b. Voor de periode tot en met 31 december 1999 worden benoemd tot lid van de Raad voor cultuur:
- mw. drs. R.C. Posthumus, Haren
- dhr. prof.dr. J.A.M.F. Vaessen, Apeldoorn
- mw. drs. A.G. Giltaij-Lansink, Rotterdam
- dhr. prof.ir. K. Rijnboutt, Muiderberg
- dhr. R.H.G. Schoonhoven, Hilversum
- dhr. prof.dr. J. Groebel, Utrecht
- dhr. mr.dr. L. van Vollenhoven, Amsterdam
- mw. A.F. Skolnik-Kooiman, Haarlem
- dhr. prof.dr. W. Kusters, Maastricht
- dhr. L. Visser, Amsterdam
- dhr. drs. J.G.P. Reys, Eindhoven
- mw. M. Toebosch, Amsterdam
- dhr. drs. J.P. Veeris, Voorburg
- dhr. dr. R.M. Boonzajer Flaes, Monninckendam
- mw. drs. E.R. Ramakers-de Jong, Den Haag
- dhr. prof.dr. J.H.F. Bloemers, Amersfoort
- mw. dr. J.S. de Leeuw, Hoogland
- mw. A. Tilroe, Amsterdam
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan in het besluit genoemde personen.