Wijziging Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 1989

19 december 1996

NR. IFZ96/1567 M

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Internationale Fiscale Zaken

De Staatssecretaris van Financiën,

In overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op artikel 4, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 19891 wordt als volgt gewijzigd.

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

Voor het jaar 1997 wordt mede als ontwikkelingsland als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit aangewezen: Argentinië.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

2. Deze regeling vindt voor het eerst toepassing:

a. voor de inkomstenbelasting met betrekking tot de heffing over het jaar 1997;

b. voor de vennootschapsbelasting met betrekking tot de heffing over het jaar dat met of in 1997 aanvangt.

De Staatssecretaris van Financiën,
W.A. Vermeend.

1 Stcrt. 1994, 251, gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 april 1996, Stcrt. 1996, 92.

Toelichting

Sinds 1 januari 1995 staat Argentinië, evenals Portugal en de Seychellen, niet langer op de in artikel 9 van de Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 opgenomen lijst van ontwikkelingslanden in de zin van artikel 4, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989. Met het oog hierop is een, in artikel 10 Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 opgenomen, overgangsmaatregel getroffen die inhoudt dat Argentinië, evenals Portugal en de Seychellen, voor de jaren 1995 en 1996 wordt aangewezen als ontwikkelingsland. Op basis van deze overgangsregeling kan de door deze Mogendheden geheven belasting op dividenden, interest en royalty’s nog gedurende de jaren 1995 en 1996 op de voet van artikel 4 juncto artikel 5 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 worden verrekend met de in Nederland verschuldigde belasting.

Na deze periode is verrekening van door deze Mogendheden geheven belasting op dividenden, interest en royalty’s derhalve in beginsel niet mogelijk, tenzij weer wordt voldaan aan de voor ontwikkelingslanden gestelde criteria en aanwijzing als zodanig heeft plaatsgevonden, of met de desbetreffende Mogendheid een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt gesloten dat voorziet in een zodanige verrekening.

Met betrekking tot Argentinië bestond geruime tijd de verwachting dat er op 1 januari 1997 een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing zou zijn. Mitsdien zou, in combinatie met de overgangsregeling voor de jaren 1995 en 1996, niet de situatie zijn ontstaan waarin geen regeling ter verrekening van door Argentinië geheven belasting op dividenden, interest en royalty’s van toepassing zou zijn. Hoewel de onderhandelingen met Argentinië inzake een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting zich momenteel in een afrondend stadium bevinden, zal inwerkingtreding van het verdrag met ingang van 1 januari 1997 niet worden gehaald. Tegen deze achtergrond en teneinde te voorkomen dat geen verrekening van door Argentinië geheven bronbelasting mogelijk zou zijn, heb ik aanleiding gevonden om de termijn waarin Argentinië aangemerkt wordt als ontwikkelingsland in de zin van artikel 4, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 te verlengen met het jaar 1997. De onderhavige wijziging van artikel 10 strekt hiertoe.

De Staatssecretaris van Financiën,

W.A. Vermeend.

Naar boven