Regeling herbeoordeling 45-50-jarigen

«Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen»

19 december 1996

nr. SV/WV/96/5225

Directie Sociale Verzekeringen

Regeling houdende regels omtrent de herbeoordeling van het recht op uitkering van personen die op 31 juli 1993 recht hadden op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt maar niet die van 50

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel XVI, derde en vierde lid, artikel XX, derde en vierde lid en artikel XXIV, derde en vierde lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen;

Besluiten:

Artikel 1

1. Voor de persoon, bedoeld in artikel XVI, derde lid, tweede en derde zin, artikel XX, derde en vierde lid en artikel XXIV, derde lid, tweede zin, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt de latere datum, bedoeld in die zinnen, met inachtneming van het tweede lid vastgesteld in het tijdvak van 1 mei 1997 tot 1 januari 2002.

2. De latere datum, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld aan de hand van de onderstaande tabel.

stcrt-1996-249-p22-SC7945-1.gif

Artikel 2

Het Cohortenbesluit wordt als volgt gewijzigd:

1°. In artikel 2 wordt de puntkomma aan het einde van de zinsnede ’doch jonger dan 45 jaar is’ vervangen door een punt en vervallen de zinsdelen:

’1 januari 1997 tot 1 januari 1998 wanneer deze persoon op 1 augustus 1993 45 jaar of ouder doch jonger dan 48 jaar is;

1 januari 1998 tot 1 augustus 1998 wanneer deze persoon op 1 augustus 1993 48 jaar of ouder is.’.

2°. In de bijlage, bedoeld in artikel 1, vervallen de aanduidingen ’Leeftijdscohort 45 t/m 47 jaar (op 1 augustus 1993)’ en ’Leeftijdscohort 48 t/m 49 jaar (op 1 augustus 1993)’, alsmede de daarna genoemde data.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip dat het bij koninklijke boodschap van 2 december 1996 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Organisatiewet sociale verzekering en enkele andere wetten (Kamerstukken II 1996/97, 25 148) in werking treedt.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herbeoordeling 45-50-jarigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 1996.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,F.H.G. de Grave.
De Minister van Binnenlandse Zaken,H.F. Dijkstal.
De Staatssecretaris van Defensie,J.C. Gmelich Meijling.

Toelichting

Op 12 november 1996 heeft de Tweede Kamer een motie van het lid Adelmund c.s. (22 187 nr. 42) aanvaard waarin de regering wordt verzocht de wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidsregelingen (TBA) zodanig aan te passen dat het nieuwe arbeidsongeschiktheids

criterium niet gaat gelden voor personen die vóór de inwerkingtreding van die wet recht hadden op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt. Ter uitvoering van deze motie zijn in de wet houdende wijziging van de Organisatiewet sociale verzekering en enkele andere wetten (Kamer-

stukken II 1996/97, 25 148) de relevante bepalingen in de wet TBA gewijzigd. Dit betekent, dat de oude arbeidsongeschiktheidscriteria op deze groep personen van toepassing blijven. Voor diegenen van de desbetreffende groep die op of na 1 januari 1987 uitkering hebben gekregen blijft derhalve het arbeidsongeschiktheidscriterium dat met ingang van die datum is ingevoerd gelden. Op personen van deze groep die al voor laatstgenoemde datum uitkering hadden en op 1 augustus 1993 45 jaar of ouder waren, blijft het arbeidsongeschiktheidscriterium van toepassing dat tot 1 januari 1987 gold. Voor deze groep geldt derhalve dat ook de verdisconteringsbepalingen op hen van toepassing blijven.

Op grond van de met de wet TBA gewijzigde WAO wordt een arbeids-ongeschiktheidsuitkering toegekend voor een periode van 5 jaar. Na deze periode wordt de uitkering op aanvraag gecontinueerd indien nog steeds aan de voorwaarden voor het recht op uitkering wordt voldaan. Deze regeling geldt ook voor personen die vóór de inwerkingtreding van die wet recht hadden op arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt.

De onderhavige ministeriële regeling strekt ertoe de data waarop deze periodieke herbeoordelingen voor de eerste maal zullen plaatsvinden vast te stellen. Daartoe worden de herbeoordelingen van de desbetreffende groep personen, afhankelijk van de leeftijd van betrokkenen, gespreid over de periode van 1 mei 1997 tot januari 2002. Het vorenstaande impliceert tevens, dat het cohortenbesluit op de desbetreffende groep personen niet langer van toepassing is. Het moment waarop de feitelijke aanpassing van de uitkering plaatsvindt, indien bij een herbeoordeling een toename van de arbeidsgeschiktheid wordt geconstateerd, kan later liggen dan de in deze regeling aangegeven data. Het is immers gebruikelijk dat bij een ver-laging of intrekking van de uitkering een uitlooptermijn van 2 maanden wordt gehanteerd.

De voorbereidingen voor de herbeoordeling (het oproepen van de verzekerde voor herbeoordelingsgesprekken en het voeren van deze gesprekken) zullen ongeveer 3 maanden voor de genoemde data in gang moeten worden gezet, zodat betrokkenen voor of uiterlijk op de genoemde data het resultaat van de herbeoordeling kan worden medegedeeld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H.F. Dijkstal.

De Staatssecretaris van Defensie,

J.C. Gmelich Meijling.

Naar boven