Aangewezen opleidingen

«Circulaire»

3 december 1996

EA96/U3892 594033/596/GBJ

Directie Politie

Aan: de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen en de korpsbeheerders van het Korps Landelijke Politiediensten

i.a.a.:

‐ de korpschef van de regionale politiekorpsen en de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten

‐ de politievakorganisaties, via het CAOP

‐ de (fgd) hoofdofficieren van justitie

‐ de wnd. voorzitter van de bestuursraad LSOP

‐ de directeur Rijksrecherche

Doelstelling: het geven van informatie

Juridische grondslag: artikel 3 LSOP-wet

Relatie met andere circulaires: geen

Gaat in per: 1 januari 1997

Geldig tot en met: 1 Januari 1998

Mijne dames/heren,

Bij besluit van 5 november 1992 (nr. EA92/U2327 en nr. 262235/592/CB1 is de Regeling landelijke politie-opleidingen van kracht geworden. In deze regeling van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld dat vooralsnog alle voorafgaand aan de inwerkingtreding van de herziene Politiewet 1993 door het LSOP gegeven andere opleidingen dan de basisopleidingen zijn aangewezen. Dit zijn de opleidingen die noodzakelijk zijn voor een specifieke en/of hogere functie binnen de politie-organisatie (de vervolgopleidingen).

In de toelichting op de regeling is vastgelegd dat in samenwerking met het LSOP zal worden vastgesteld welke van de aangewezen vervolgopleidingen noodzakelijk zijn voor een specifieke en/of hogere functie binnen de politie-organisatie en derhalve uiteindelijk moeten worden aangewezen om door het LSOP te worden verzorgd.

Medio 1996 is het daartoe ingestelde onderzoek afgerond en heeft de adviesgroep ’Aan te wijzen opleidingen’ aan ons advies uitgebracht. Mede aan de hand van de ook van u ontvangen adviezen hebben wij besloten het aantal aangewezen vervolgopleidingen met ingang van 1 januari 1997 vooralsnog op 144 vast te stellen. In verband hiermee zal bijlage IV van de Regeling landelijke politie-opleidingen worden aangepast.

Vanwege de financiële en organisatorische consequenties die het opnieuw vaststellen van het aantal aangewezen vervolgopleidingen per 1 januari 1997 met zich meebrengt, met name voor politiekorpsen en LSOP, moet het jaar 1997 worden beschouwd als overgangsjaar. Zo worden de korpsen en het LSOP in staat gesteld zich voldoende voor te bereiden op de nieuwe situatie.

Teneinde daarvoor ruimte te creëren zijn wij bereid gedurende het overgangsjaar de verzorging van alle vervolgopleidingen door het LSOP, welke zijn opgenomen in de dienstengids LSOP 1997, aan het LSOP te vergoeden. Door continuering van de huidige financieringssystematiek voor deze opleidingen wordt voorkomen dat uw korps gedurende het overgangsjaar wordt geconfronteerd met extra kosten waarvoor geen dekking is opgenomen in de begroting 1997.

Wij verwachten u de bijgestelde Regeling landelijke politie-opleidingen en de bijbehorende bijlagen, na afronding van het overleg daarover met de politie-vakorganisaties, op korte termijn te kunnen aanbieden. U zult dan tevens nader worden geïnformeerd over de consequenties van de bijstelling van de regeling met ingang van 1998 en de voorgestane procedure ten aanzien van de periodieke actualisering van aangewezen vervolgopleidingen.

Wij vertrouwen erop u hiermee voorshands voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de Directeur Politie,
J. Vrolijk. De Minister van Justitie,
namens deze,
het wnd. hoofd van de Directie strafrechtelijke handhaving,
J. van Ees.

Naar boven