Rundveeverbetering in Nederland

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE RUNDVEEVERBETERING IN NEDERLAND

AI Nr. 8665

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van het Landbouwschap namens het Koninklijk Nederlands Rundvee Syndicaat als partij te ener zijde mede namens de Voedingsbond FNV, de Industrie- en Voedingsbond CNV en de Vereniging van Hoger Personeel als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Rundveeverbetering in Nederland, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 april 1997 artikel 37 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Rundveeverbetering in Nederland, zoals dit als volgt door partijen is gewijzigd en 37A van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Rundveeverbetering in Nederland zoals dit door partijen is toegevoegd en waarvan bepalingen algemeen verbindend zijn verklaard bij besluit van 3 augustus 1996 (Stcrt. 1996, nr. 154), zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 37 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 37 Betalingsverplichtingen werkgever bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, en regresrecht1

  • 1. Behoudens het bepaalde in de overige leden van dit artikel is de werkgever verplicht ten aanzien van de werknemer die arbeidsongeschikt is, wegens ziekte in de zin van de Ziektewet of naar een percentage van 80–100 in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering:

    • a. over de periode van 52 weken bedoeld in artikel 1638c lid 1 en 9 van het Burgerlijk Wetboek, het loon waarop de werknemer – ware hij niet arbeidsongeschikt geworden – aanspraak had kunnen maken, door te betalen;

    • b. over dagen, waarover de werknemer een uitkering ontvangt krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering naar een percentage van 80–100, die uitkering aan te vullen:

      • gedurende het eerste jaar van de WAO-uitkering tot 100% van het loon waarop de werknemer – ware hij niet arbeidsongeschikt geworden – aanspraak had kunnen maken;

      • gedurende het tweede jaar van de WAO-uitkering tot 90% van het loon waarop de werknemer – ware hij niet arbeidsongeschikt geworden – aanspraak had kunnen maken;

  • Voor de vaststelling van het loon in sub a., b wordt uitgegaan van de systematiek zoals die voor de vaststelling van het dagloon in het kader van de Ziektewet voortvloeit uit het Dagloonbesluit Ziektewet – BV TAB, risicogroep Agrarische Bedrijven.2

  • 2. Voor de werknemer die in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse is ingedeeld dan de in artikel 21 lid 1 van de WAO genoemde hoogste arbeidsongeschiktheidsklasse, wordt over dagen waarover de werknemer een uitkering ontvangt, de aanvulling vastgesteld op basis van een gedeelte van het bovengenoemde loon, als volgt:

arbeidsongeschiktheid vaneerste WAO-jaartweede WAO-jaar
15 tot 25%14/70ste deel90% van 14/70ste deel
25 tot 35%21/70ste deel90% van 21/70ste deel
35 tot 45%28/70ste deel90% van 28/70ste deel
45 tot 55%35/70ste deel90% van 35/70ste deel
55 tot 65%42/70ste deel90% van 42/70ste deel
65 tot 80%50,75/70ste deel90% van 50,75/70ste deel
  • 3.

    • a. Komt aan de werknemer naast een ZW- of een WAO-uitkering krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering of uit enige andere verzekering welke voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst of een collectieve arbeidsovereenkomst, ingeval van arbeidsongeschiktheid een geldelijke vergoeding of uitkering toe, dan wordt de verplichting van de werkgever verminderd met het bedrag van die vergoedingen of uitkeringen, inclusief de ZW- of WAO-uitkering.

    • b. De werkgever is verplicht tot de in leden 1 en 2 genoemde doorbetaling en aanvulling behoudens voorzover de werknemer de in lid 3 sub a genoemde geldelijke vergoedingen of uitkeringen niet ontvangt vanwege het zijnerzijds niet-nakomen van de daarbij behorende voorschriften.

  • 4. Voor de vaststelling van de aanvulling op de Ziektewet- en/of WAO-uitkering als bedoeld in de vorige leden, worden onder de Ziektewet- en/of WAO-uitkering mede begrepen uitkeringen en/of inkomsten die op de Ziektewet- en/of WAO-uitkering in mindering zijn gebracht.

  • 5. Indien en zodra de Ziektewet- en/of WAO-uitkering via de werkgever wordt uitgekeerd en deze uitkeringen na aftrek van de voorgeschreven inhoudingen hoger zijn dan het voor de werknemer geldende loon, is de werkgever verplicht ook het meerdere aan de werknemer uit te betalen.

  • 6. Indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding is, kan de werkgever ook na afloop van de in lid 1 genoemde duur, aan de werknemer een uitkering toekennen.

  • 7. Indien na de in lid 1 genoemde duur de algehele arbeidsongeschiktheid blijft bestaan wordt de uitkering, voor zover dit niet reeds plaatsvond, rechtstreeks door het uitkeringsorgaan overgemaakt aan de betrokken werknemer.

  • 8. Voor de bepaling van de in lid 1 genoemde duur wordt ten aanzien van een werknemer die na een arbeidsongeschiktheid zijn arbeid heeft hervat en binnen een maand daarna weer arbeidsongeschikt wordt, deze nieuwe ongeschiktheid als een voortzetting van de eerdere arbeidsongeschiktheid aangemerkt.

  • 9.

    • a. De werkgever is bevoegd de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit lid 1, op te schorten voor de tijd gedurende welke de werknemer zich niet houdt aan de in deze paragraaf vermelde voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die de werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen.

    • De werkgever is evenwel bevoegd indien sprake is van een in de vorige volzin omschreven omstandigheid, in bijzondere gevallen die daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven, aan de werknemer of aan gezinsleden c.q. levenspartner een uitkering te geven.

    • b. De werkgever kan geen beroep meer doen op enige grond het loon geheel of gedeeltelijk niet te betalen of de betaling daarvan op te schorten, indien hij de werknemer daarvan geen kennis heeft gegeven binnen vier dagen nadat bij hem het vermoeden van het bestaan van enige grond gerezen is of redelijkerwijs had behoren te rijzen.

  • 10. Indien een werknemer tegenover derden rechten kan doen gelden terzake van een ongeval heeft hij geen aanspraken op behoud van zijn salaris en bijslagen bedoeld in lid 1, tenzij hij zijn rechten tegenover derden ter zake van schade uit het ongeval aan de werkgever cedeert.

  • Het is de werknemer in dat geval niet toegestaan, zonder schriftelijke toestemming van de werkgever, de schade te regelen, toezegging te doen of kwijting te verlenen terzake van ontvangen schadevergoeding op straffe van verval van het hiervoor bepaalde.

  • Onder schade wordt voor de toepassing van de eerste volzin geen andere schade verstaan dan die, waarop de daar bedoelde bedragen betrekking hebben.

  • Indien de werkgever ter zake van de door cessie verkregen rechten een burgerrechtelijke vordering instelt worden de kosten die uit het rechtsgeding voor de werkgever voortvloeien niet op de werknemer verhaald.

  • 11. Ingeval van ziekte of ongeval ontstaan in verband met zijn dienstbetrekking kan de werknemer aanspraak maken op vergoeding van die kosten wegens genees- en heelkundige behandeling die naar het oordeel van de werkgever verantwoord zijn en niet door een naar het oordeel van de werkgever, gelet op de omstandigheden van de werknemer, redelijk te achten verzekering kunnen worden gedekt.

  • Ten aanzien van cedering van rechten tegenover derden is het in lid 10 bepaalde overeenkomstig van toepassing.

  • 12. De werknemer die op grond van gemoedsbezwaren van de hem bij de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering opgelegde verplichtingen is vrijgesteld, kan tegenover de werkgever aanspraak maken op hetgeen hem volgens het bepaalde in de voorgaande leden van de zijde van de werkgever zou toekomen indien hij van bedoelde verplichtingen niet was vrijgesteld.

  • 13. Het in de voorgaande leden bepaalde is uitsluitend van toepassing op werknemers, die verplicht verzekerd zijn krachtens de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en treedt in de plaats van het in artikel 1638 c, lid 1, lid 2 en lid 5 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde.

  • 14.

    • a. De werkgever sluit ten behoeve van de werknemers een collectieve verzekering af die voorziet in een aanvulling op de WAO-uitkering tot 70% van het laatstgenoten jaarinkomen voorzover dit jaarinkomen de maximum WAO-uitkeringsgrondslag niet overstijgt.

    • b. Alle reeds in dienst zijnde werknemers en de nieuwe werknemers kunnen deelnemen aan deze verzekering.

    • c. De premie voor deze verzekering komt voor 50% voor rekening van de werknemer, de andere 50% betaalt werkgever. De werknemerspremie zal per betalingsperiode worden ingehouden op het brutoloon.1

    • d. De polisvoorwaarden van de verzekering die door werkgever wordt aangeboden dienen aan vakverenigingen te worden verstrekt.

  • 15. De werkgever is verplicht over de onder 1a genoemde loonbetaling tijdens ziekte de pensioenpremie aan het pensioenfonds door te betalen.

  • Artikel 37A wordt gelezen als volgt:

„Artikel 37A Ziekmelding en controlevoorschriften

  • 1. Ziekmelding.

  • Ingeval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht de werkgever daarvan op maandag t/m vrijdag voor 09.00 uur in kennis te stellen, tenzij de werkgever andere instructies heeft verstrekt.

  • 2. Geneeskundige hulp inroepen.

  • De werknemer moet binnen een redelijke termijn geneeskundige hulp inroepen en dient zich gedurende het gehele verloop van de ziekte onder behandeling van de behandelend geneeskundige te stellen en diens voorschriften op te volgen.

  • 3. Verplichting om thuis te blijven.

    • a. De werknemer blijft thuis tot het eerste bezoek van (een rapporteur of geneeskundige van) de door de werkgever ingeschakelde arbodienst heeft plaatsgehad.

    • b. Na het eerste bezoek blijft de werknemer thuis:

      • 's morgens tot 10.00 uur;

      • 's middags van 12.00 tot 14.30 uur.

    • Buiten deze uren mag de werknemer zijn woning verlaten.

    • c. Indien de ongeschiktheid langer dan 2 weken duurt, vervalt de verplichting om thuis te blijven, tenzij door de arbodienst anders wordt bepaald.

    • d. De verplichting om thuis te blijven geldt niet van 's middags 17.00 uur tot 18.00 uur of indien de werknemer een bezoek brengt aan de behandelend arts, de door de werkgever ingeschakelde arbodienst, dan wel indien de werknemer zijn arbeid hervat of passende arbeid gaat verrichten.

    • e. De arbodienst kan op verzoek van de werknemer vrijstelling verlenen van de verplichting om thuis te blijven.

  • 4. Controle mogelijk maken

    • a. De werknemer is verplicht controle door de door de werkgever ingeschakelde arbodienst, c.q. een rapporteur of geneeskundige daarvan, die zich met een daartoe strekkende machtiging als zodanig kan legitimeren, mogelijk te maken. Daartoe dient hij op zijn woon- of verblijfadres bereikbaar te zijn of er zorg voor te dragen, dat de arbodienst kan vernemen waar hij bereikbaar is.

    • b. Indien de werknemer verhuist, tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert, of na een tijdelijk verblijf elders weer thuis verblijft, meldt hij dit tevoren doch uiterlijk binnen 24 uur aan de werkgever.

  • 5. Verblijf in het buitenland.

    • a. De werknemer heeft voor een meerdaags verblijf in het buitenland toestemming van de geneeskundige van de arbo-dienst nodig.

    • b. Op verzoek van de arbodienst wordt bij ziekmelding of op een door de arbodienst nader te bepalen tijdstip, door of namens de in het buitenland verblijvende werknemer, een door de behandelend arts afgegeven bewijs van arbeidsongeschiktheid overgelegd.

  • 6. Verplichting om op het spreekuur te verschijnen.

    • a. De werknemer die zijn arbeid niet heeft hervat geeft gevolg aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de door de werkgever ingeschakelde arbodienst.

    • b. Indien de werknemer verhinderd is aan een oproep, bedoeld in het vorige lid, te voldoen deelt hij dit onverwijld mede aan de arbodienst, onder opgave van de reden van verhindering.

    • c. In het geval, bedoeld in het vorige lid, blijft de werknemer thuis tot het bezoek van de geneeskundige of van de rapporteur heeft plaatsgehad. Het bepaalde in lid 3d is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Hervatten bij herstel.

    • a. De werknemer hervat zijn arbeid zodra hij zich hiertoe in staat acht.

    • b. Indien de werknemer andere arbeid gaat verrichten, meldt hij dit tevoren doch uiterlijk binnen 24 uur aan de werkgever.

    • c. Op de werknemer, die binnen drie dagen na werkhervatting het werk opnieuw staakt omdat hij meent niet tot het werk in staat te zijn, is het in lid 8 bepaalde van overeenkomstige toepassing.

  • 8. Niet hervatten ondanks hersteldverklaring.

    • a. De werknemer die op de dag, met ingang waarvan de door de werkgever ingeschakelde arbodienst hem geschikt heeft geacht zijn arbeid te verrichten, meent niet tot hervatting in staat te zijn, deelt dit onverwijld mede aan de werkgever en verschijnt op het eerstvolgende spreekuur van de arbodienst.

    • b. Indien de werknemer bedoeld onder a., verhinderd is op het spreekuur van de arbodienst te verschijnen, deelt hij dit onverwijld mede aan de arbodienst, onder opgave van de reden van de verhindering.

    • c. In het geval bedoeld in het vorige lid, blijft de werknemer thuis tot het bezoek van de geneeskundige of van de rapporteur heeft plaatsgehad. Het bepaalde in lid 3d is van overeenkomstige toepassing."

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 6 december 1996

A. van Dijk.


XNoot
1

Noot van CAO-partijen:

Er bestaat een regeling voor aanvulling van de WAO-uitkering van ouderen onder bepaalde voorwaarden. Deze regeling is opgenomen in een afzonderlijke CAO.

XNoot
2

Noot van CAO-partijen:

Voor nadere informatie over de vaststelling van het dagloon wordt verwezen naar het uitvoeringsorgaan van de BV TAB, het GUO.

XNoot
1

Het bepaalde in artikel 1637 s BW blijft onverkort van toepassing.

Naar boven