Contract-cateringbranche

inzake de Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid (SAVAC) 1997

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE DE STICHTING AANVULLENDE VERZEKERINGEN BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID IN DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE

AI Nr. 8654

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad voor de Contract-catering namens de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties als partij te ener zijde mede namens de Horecabond FNV, de Industrie- en Voedingsbond CNV en de Unie BLHP als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst Contract-cateringbranche, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst op 1 januari 1997 in werking zal treden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart opnieuw algemeen verbindend tot en met 31 december 1997 en voor zover het betreft artikel 2 leden 3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst en artikel 2 van het daarbij behorende reglement van de Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Contractcateringbranche tot en met 31 december 2001, de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Stichting Aanvullende Verzekeringen bij arbeidsongeschiktheid in de Contractcateringbranche alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting, eerder algemeen verbindend verklaard bij besluit van 5 augustus 1994 (Stcrt. 1994, nr. 151), en van 31 maart 1996 (Stcrt. 1996, nr. 68), zulks met inachtneming van de navolgende wijzigingen en van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 1 SAVAC wordt gelezen als volgt:

„Artikel 1 Werkingssfeer en definities

  • 1. Werkingssfeer

  • Deze CAO is van toepassing op de arbeidsovereenkomst, gesloten tussen de werkgever en de werknemer zoals vermeld in 2.

  • 2. Definities

  • In deze CAO en de daarbij behorende bijlagen, die geacht worden deel uit te maken van deze CAO, wordt verstaan onder:

  • Werkgever: natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van contract-cateringactiviteiten. Verwezen wordt naar bijlage II.

  • Als werkgever op het gebied van inflight-catering wordt slechts die werkgever aangemerkt die concessiehouder is op een luchthaven.

  • Werknemer: iedere natuurlijke persoon waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en wiens functie is ingedeeld in de in de CAO voor de contract-cateringbranche genoemde salarisgroepen en die op locatie werkzaam is. De eis van het op locatie werkzaam zijn geldt uit de aard der activiteiten niet indien er sprake is van produktiekeukens.

    • 1. De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de dienstbetrekkingen tussen werkgevers (iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon) die zich bezighouden met het verrichten van contract-cateringactiviteiten en hun werknemers die in het kader van hun dienstverband betrokken zijn bij activiteiten van hun werkgever op het gebied van contract-catering.

    • 2. Voor contract-cateringactiviteiten waarop deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, is karakteristiek het verlenen van restauratieve diensten ten behoeve van personen met wie de opdrachtgever een durende band heeft anders dan die strekkende tot dat verlenen, en die diensten worden verleend in directe relatie tot die band. Inflight-catering is het verlenen van restauratieve diensten in de ruimste zin des woords – ondersteunende diensten voorzover in hoofdzaak ten behoeve van bevoorrading van vliegtuigen uitgevoerd daaronder mede begrepen – ten behoeve van passagiers van de opdrachtgever.

    • Onder institutionele contract-cateringactiviteiten wordt verstaan het direct danwel indirect verlenen van restauratieve diensten in gevangenissen, ziekenhuizen en verzorgingstehuizen of bejaardentehuizen alsmede het direct danwel indirect verzorgen van maaltijden aan onder meer thuiswonende bejaarden of gehandicapten en asielzoekerscentra.

    • 3. Bij geschil over de vraag of in een concreet geval sprake is van contract-cateringactiviteiten in deze overeenkomst bedoelde zin, beslist de Commissie Werkingssfeer op verzoek van de meest gerede partij. De uitspraak van de Commissie heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraken als zodanig te accepteren.

    • Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan.

    • 4. De samenstelling, taak en werkwijze van de Commissie Werkingssfeer zijn geregeld bij een van deze collectieve arbeidsovereenkomst deel uitmakend reglement (zie bijlage I).

    • 5. De onderhavige CAO is niet van toepassing op de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen wekelijkse arbeidsduur werkzaamheden verricht bij een werkgever als bedoeld in artikel 1 respectievelijk artikel 2 van de CAO inzake de Stichting aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf en op wie uit dien hoofde de CAO inzake de Stichting aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf van toepassing is.

  • Levenspartner: degene, die op grond van de Toeslagenwet (artikel 1, derde, vierde en vijfde lid) mede als gehuwd of als echtgenoot wordt aangemerkt.

  • WAO: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • WAO-gat: Nadelige financiële gevolgen voor werknemers van de wijzigingen in de uitkeringsstructuur van de WAO in het kader van de Wet Terugdringing van het Beroep op de Arbeidsongeschiktheidsregelingen (TBA).

  • Bedrijfsvereniging: de bedrijfsvereniging als bedoeld in hoofdstuk II van de Organisatiewet Sociale Verzekering (Staatsblad 1952, 344)".

Artikel 2 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 2 Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Contract-cateringbranche (SAVAC)

  • 1. Er is een Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Contract-cateringbranche (SAVAC) hierna te noemen de stichting danwel het fonds, gevestigd te Tilburg.

  • De stichting heeft ten doel te bevorderen dat aan werknemers in de contract-cateringbranche aanvullende voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid worden verstrekt.

  • 2. De statuten en het reglement van de stichting vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.

  • 3. Iedere werknemer met uitzondering van hen die op of na 1 september 1993 de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt alsmede met uitzondering van hen die werkzaam zijn in functies welke buiten de werkingssfeer van de CAO voor de contract-cateringbranche vallen alsmede met uitzondering van hen die op 31 juli 1993 een WAO-uitkering hadden, is vanaf 1 september 1993 tot en met 31 december 1993 7% van het loon Sociale Verzekeringswetten (loon SV) verhoogd met de werknemersbijdrage pensioenpremie en de premie voor aanvulling WAO (SAVAC-premie) verminderd met de franchise WAO, met een maximum gelijk aan het maximum premieloon in de zin van de WAO, verschuldigd aan het fonds.

  • Van 1 januari 1994 tot 1 juli 1994 is de werknemer als hiervoor bedoeld 5,5% van het loon Sociale Verzekeringswetten (loon SV) verhoogd met de werknemersbijdrage pensioenpremie en de werknemersbijdrage in de VUT-premie (SUCON) alsmede de premie voor de aanvulling WAO (SAVAC-premie) verminderd met de franchise WAO, met een maximum gelijk aan het premieloon in de zin van de WAO, verschuldigd aan het fonds. Van 1 juli 1994 tot 1 januari 1995 bedraagt deze premie 3%. Voor de periode van 1 januari 1995 tot 1 januari 1996 bedraagt de premie als hiervoor bedoeld 2,25%. Voor de periode 1 januari 19961 tot 1 januari 1998 bedraagt deze premie 1%.

  • 4. De werkgever is verplicht de premiebijdrage van de werknemer als bedoeld in lid 3 te vorderen door inhouding iedere week of iedere maand op diens loon en de totale loonsom, aldus door inhouding verkregen, af te dragen aan het fonds.

  • De werkgever en de werknemers zijn verplicht de inlichtingen te verschaffen die de stichting noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling. Indien de werkgever of de werknemers, ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoen, dan is het fonds bevoegd bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen.

  • De werkgever is verplicht aan het fonds of de door het fonds aangewezen administrateur opgave te doen van de loonsom, als bedoeld in lid 4 voorzien van een verklaring van een externe (register)accountant.

  • 5. De bijdrage als bedoeld in lid 4 wordt geïnd door het fonds of de door dit fonds aangewezen administrateur.

  • 6. De opbrengst van de in lid 4 bedoelde bijdrage strekt tot financiering van:

    • a. de kosten van de werkzaamheden van de stichting en de door derden ten behoeve van de stichting verrichte diensten;

    • b. de kosten ten behoeve van de voorlichting inzake de stichting;

    • c. het financieren van een door de stichting met de verzekeringsmaatschappij(en) afgesloten collectieve polis ter dekking van het WAO-gat, ten behoeve van de werknemers, die hiermee te maken hebben en van wie de ziekte is aangevangen in de periode vanaf 26 januari 1993 tot 1 januari 1998.

  • De tekst van de polis is op aanvraag verkrijgbaar bij de Stichting SAVAC.1

  • 7. Het fonds of de door dit fonds aangewezen administrateur is gerechtigd gegevens inzake de loonsom, bedoeld onder lid 4, alsmede de voor de polisaanspraken noodzakelijke gegevens bij de bedrijfsvereniging, het Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf en bij de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Contract-cateringbranche op te vragen."

Artikel 3 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 3 Ontheffing van bepalingen van deze CAO

  • 1. Ontheffing van de bepalingen van deze CAO

    • a. Ontheffing van de bepalingen van deze CAO is uitsluitend mogelijk na verkregen vergunning van het bestuur van de stichting.

    • b. Werkgevers die ten behoeve van hun werknemers een minimaal gelijkwaardige collectieve verzekering tegen gelijke of lagere premie afsluiten, ingevolge welke verzekering de dichting van het WAO-gat van de werknemers van wie de ziekte is aangevangen in de periode van 26 januari 1993 tot 1 januari 1998 bij één of meerdere verzekeringsmaatschappijen is verzekerd, kunnen bij het bestuur van de SAVAC ontheffing van deze CAO aanvragen. Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan zal het bestuur van de SAVAC ontheffing verlenen.

    • c. Aan werknemers, die op grond van gewetensbezwaren kunnen aantonen dat zij ontheffing hebben verkregen van de daartoe bevoegde instantie tot het betalen van premies in het kader van de sociale verzekeringswetten, wordt op hun verzoek ontheffing verleend van deze CAO.

    • d. Een ontheffing wordt voor bepaalde tijd gegeven en kan, indien er geen sprake meer is van minimale gelijkwaardigheid, door het bestuur van de stichting worden ingetrokken.

  • 2. Commissie van Beroep

  • De werkgever of werknemer kan in beroep gaan tegen een beslissing van het bestuur van de stichting voornoemd tot afwijzing van de gevraagde ontheffing bij de Commissie van Beroep, ingesteld door de Vakraad van de Contract-cateringbranche en gevestigd te Tilburg.

  • Het beroep dient schriftelijk te worden ingesteld binnen zes weken nadat de beslissing van het bestuur van de stichting aan de desbetreffende werkgever(s) en werknemer(s) is verzonden".

BIJLAGE I

REGLEMENT COMMISSIE WERKINGSSFEER

Bijlage I wordt gelezen als volgt:

„Bijlage I

Reglement Commissie Werkingssfeer

  • 1. De Commissie Werkingssfeer bestaat uit 9 leden, waarvan er 3 worden aangewezen door de Horeca Federatie, 3 door Veneca en 3 door de Horecabond FNV, de Industrie- en Voedingsbond CNV en De Unie. Een lid kan te allen tijde worden vervangen door de organisatie(s) die hem heeft (hebben) benoemd. Ontstaat een vacature in de Commissie, dan wordt deze vervuld door de organisatie(s) door wie het gedefungeerde lid was benoemd.

  • 2. De Commissie Werkingssfeer heeft tot taak in concrete gevallen te bepalen of al dan niet sprake is van contract-cateringactiviteiten, waarop de contract-catering CAO van toepassing is, dan wel van activiteiten waarop de Horeca CAO van toepassing is.

  • 3. De Commissie Werkingssfeer neemt haar onder 2 bedoelde, voor de betrokkenen bindende besluit, mits is voldaan aan het gestelde onder artikel 1 lid 2 punt 3 van de CAO. Zodanig verzoek kan worden gedaan door ieder van de partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche en de Horeca CAO alsmede, wat betreft de eigen onderneming, door iedere werkgever op wie één van die CAO's in redelijkheid van toepassing kan worden geacht alsmede door iedere werknemer van zodanige werkgever.

  • De Commissie beslist niet dan na genoemde CAO-partijen alsmede de betrokken werkgever in de gelegenheid te hebben gesteld terzake van hun opvattingen te doen blijken. Het besluit van de Commissie wordt schriftelijk vastgelegd en in afschrift aan belanghebbende(n) toegezonden.

  • 4. Een besluit van de Commissie Werkingssfeer behoeft de steun van 7 of meer leden van de Commissie. Ontbreekt in een voorkomend geval zodanige meerderheid, dan wordt het dossier in handen gesteld van en het besluit genomen door de Vertrouwenspersoon.

  • Komt de functie van Vertrouwenspersoon vacant, dan wordt in die vacature zo spoedig mogelijk voorzien door partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche en de Horeca-CAO tezamen en, bij gebreke van eenstemmigheid tussen de partijen, op verzoek van de meest gerede van hen door de voorzitter van de Stichting Kwaliteit en Arbeid.

  • 5. De Commissie Werkingssfeer respectievelijk de Vertrouwenspersoon baseert zich bij haar respectievelijk zijn besluiten op de in de CAO voor de contract-cateringbranche en de Horeca-CAO neergelegde werkingssfeerbepalingen, en onderzoekt met name of in een concreet geval al dan niet van contract-cateringactiviteiten sprake is zoals in die CAO's bij wijze van karakteristiek omschreven. Voor de Commissie Werkingssfeer respectievelijk de Vertrouwenspersoon is richtinggevend wat ter zake van dergelijke activiteiten in de bijlage bij dit reglement is neergelegd.

  • 6. Daar waar in dit reglement wordt gesproken van CAO voor de Contract-cateringbranche wordt daaronder tevens verstaan de VUT-CAO voor de Contract-cateringbranche en de SAVAC-CAO voor de Contract-cateringbranche".

BIJLAGE III

REGLEMENT STICHTING AANVULLENDE VERZEKERINGEN BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID IN DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE (SAVAC)

Artikel 5 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 5 Voorwaarden voor polisaanspraken

  • 1. De werknemer is werknemer in de zin van de CAO.

  • 2. De werknemer heeft een ZW-uitkering c.q. loondoorbetaling op grond van artikel 1638c Burgerlijk Wetboek (als gevolg van invoering per 1 maart 1996 van WULBZ) ontvangen, welke is aangevangen in de periode vanaf 26 januari 1993 tot 1 januari 1998 en ontvangt in aansluiting daarop een uitkering krachtens de WAO.

  • 3. De werknemer heeft zich schriftelijk tot het fonds gewend met een verzoek om een uitkering binnen drie maanden nadat hij recht kon doen gelden op een uitkering krachtens de WAO.

  • Het onderhavige artikellid treedt niet eerder in werking dan drie maanden na algemeen verbindendverklaring hiervan.

  • 4. De werknemer heeft aan het fonds de voor het vaststellen van de uitkering benodigde gegevens, genoemd in artikel 6, verstrekt binnen een maand nadat hij zich conform lid 3 tot het fonds heeft gewend".

Artikel 10 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 1997 en blijft van kracht tot 1 januari 1998 met dien verstande dat artikel 2 van kracht is tot 1 januari 2002".

BIJLAGE IV

STATUTEN VAN DE STICHTING AANVULLENDE VERZEKERINGEN BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID IN DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE

Artikel 5 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 5 Bestuur

  • 1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit tenminste 8 bestuursleden als vertegenwoordigers van de in de stichting samenwerkende organisaties.

  • 2. Van de thans in de stichting samenwerkende organisaties benoemen het/de:

    • a. Veneca: Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties, gevestigd te Gorinchem: drie leden;

    • b. Horecabond FNV, gevestigd te Amsterdam: twee leden;

    • c. Industrie- en Voedingsbond CNV, gevestigd te Nieuwegein: één lid;

    • d. De Unie, gevestigd te Houten.

  • 3. Een in de stichting samenwerkende organisatie kan voor haar organisatie een plaatsvervangend bestuurslid benoemen, welke laatste bij ontstentenis van een door deze organisatie benoemd bestuurslid als diens plaatsvervanger optreedt.

  • 4. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, met dien verstande dat indien de voorzitter voortkomt uit de organisatie, vermeld onder lid 2a, de plaatsvervangend voorzitter dient voort te komen uit de organisaties vermeld onder 2b, c of d, en indien de voorzitter voortkomt uit de organisaties vermeld onder lid 2b, c of d, de plaatsvervangend voorzitter dient voort te komen uit de organisatie vermeld onder lid 2 onder a.

  • 5. De overige functies worden in onderling overleg verdeeld.

  • 6. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden voor de tijd van één jaar vervuld. Indien de voorzitter het ene jaar voortkomt uit de onder lid a vermelde organiatie, dient de voorzitter het andere jaar voort te komen uit de onder lid 2b, c of d vermelde organisatie. Hetzelfde geldt voor de plaatsvervangend voorzitter.

  • 7. Indien het bestuur uit minder dan het vastgestelde aantal leden bestaat, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting van het bestuur om in de vacature te doen voorzien.

  • 8. Als secretaris van het bestuur treedt op de secretaris van de Vakraad van de Contract-cateringbranche; de secretaris woont de bestuursvergaderingen bij en heeft in het bestuur een adviserende stem.

  • 9. De benoeming van een bestuurslid geschiedt voor de tijd van drie jaar.

  • 10. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

    • a. door periodiek aftreden;

    • b. door schriftelijk bedanken;

    • c. door ontslag door de organisatie, door wie het betrokken bestuurslid op de voet van het tweede lid van dit artikel is benoemd;

    • d. door beëindiging van de samenwerking in de stichting door een organisatie als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, door wie het betrokken bestuurslid op de voet van dit artikel is benoemd;

    • e. door overlijden, onder curatelestelling, faillissement of indien surséance van betaling wordt aangevraagd; en

    • f. door schorsing door het bestuur, indien een meerderheid van tenminste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen van het bestuur dringende redenen aanwezig acht. De redenen van de schorsing dienen aan de benoemende organisatie, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, onverwijld te worden meegedeeld, waarna de benoemende organisatie binnen twee maanden tot het ontslag van het bestuurslid als bestuurslid kan overgaan".

Artikel 10 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. Het bestuur vergadert zo vaak de voorzitter of alle bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisatie als vermeld in artikel 5, lid 2 onder a of alle bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties als vermeld in artikel 5, lid 2 onder b, c en d, dit noodzakelijk achten dan wel wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.

  • 2. Indien alle bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisatie als vermeld in artikel 5, lid 2 onder a of alle bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties als vermeld in artikel 5, lid 2 onder b, c en d, een vergadering wenselijk oordelen, dient het daartoe strekkende verzoek schriftelijk aan de voorzitter te worden gedaan onder opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 3. De voorzitter stelt de tijd en de plaats van de vergadering vast en doet daarvan mededeling aan de andere bestuursleden.

  • 4. Behoudens in spoedeisende gevallen en voorzover deze statuten niet anders bepalen, wordt een vergadering schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van tenminste zeven dagen.

  • 5. De leden van het bestuur ontvangen voor elke door hen bijgewoonde vergadering van het bestuur een jaarlijks door het bestuur vast te stellen vacatiegeld. Reis- en verblijfkosten, door de leden van het bestuur in hun functie gemaakt, worden vergoed volgens door het bestuur vast te stellen regelen".

Artikel 17 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 17 Wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting

  • 1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting.

  • 2. Besluiten tot wijziging van deze statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen in een op een termijn van tenminste drie weken schriftelijk op te roepen vergadering waarin tenminste drie/vierde van het totaal aantal bestuursleden aanwezig is. Indien het een voorstel tot statutenwijziging betreft dient de volledige tekst van de voorgestelde wijzigingen bij de oproepingsbrief te worden toegevoegd.

  • 3. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting behoeft de goedkeuring van alle in de stichting samenwerkende organisaties, als bedoeld in het eerste lid van artikel 5.

  • 4. In de algemene strekking van het doel van de stichting kan geen wijziging worden aangebracht.

  • 5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de vereiste akte is ieder bestuurslid bevoegd onder overlegging van een uittreksel uit de notulen van de betreffende vergadering.

  • 6. Bij ontbinding van de stichting is het bestuur belast met de vereffening, tenzij daartoe bij besluit tot ontbinding andere personen zijn aangewezen.

  • 7. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht".

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 november 1996

A. van Dijk.


XNoot
1

Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.

XNoot
1

P/a Stichting Vakraad voor de Contractcatering, Postbus 90154, 5000 LG Tilburg.

Naar boven