Intrekking regeling uitkering aan verzekerden van ziekenfondsen voor specialistische hulp

22 november 1996

nr. VPZ/P-962277

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11 van de Ziekenfondswet;

Gezien het rapport van de Ziekenfondsraad van 27 juni 1996, kenmerk JA/28655/96;

Besluit:

Artikel 1

De Regeling uitkeringen aan verzekerden van ziekenfondsen voor specialistische hulp wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze Regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

Bij besluit van 13 februari 1995, kenmerk VMP/O 943297, is de Regeling uitkeringen aan verzekerden van ziekenfondsen voor specialistische hulp getroffen (Stcrt. 1995, 32). De regeling is met ingang van 1 november 1995 in werking getreden (Stcrt. 1995, 52). De regeling had tot doel erin te voorzien, dat de ziekenfondsverzekerden, ten laste van de Algemene Kas is bedoeld in artikel 71 van de Ziekenfondswet, vergoedingen van de ziekenfondsen konden ontvangen voor genees-, heel- en verloskundige hulp te verlenen door een specialist, zoals naar aard, inhoud en omvang en vorm als verstrekking is geregeld bij of krachtens het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering. Die aanspraak in geld kwam in de plaats van de verstrekking in natura, welke verstrekking voor de ziekenfondsverzekerde, vanwege het ontbreken van voldoende overeenkomsten tussen ziekenfondsen en medisch specialisten, niet volgens het wettelijke overeenkomstenstelsel ingevolge de Ziekenfondswet voldoende beschikbaar was.

Bij brief van 7 mei 1996 is aan de Ziekenfondsraad verzocht de stand van zaken weer te geven van de overeenkomsten die zijn gesloten met specialisten en daarbij aan de geven wat de gevolgen zijn voor voornoemde regeling. De Ziekenfondsraad komt in zijn rapportage tot de conclusie, dat vrijwel alle ziekenfondsen, ziekenhuizen en medisch specialisten in Nederland betrokken zijn bij lokale initiatieven bij honoreringsinstrumenten. Die initiatieven en experimenten c.q. de raamovereenkomsten die daarop betrekking hebben, worden of zijn door ondergetekende goedgekeurd. Binnen de raamovereenkomsten zijn tussen ziekenfondsen en medisch specialisten individuele overeenkomsten getekend. Ook wanneer specialisten niet aan een lokaal initiatief of aan een experiment kunnen meewerken, dienen zij een individuele overeenkomst te sluiten met ziekenfondsen. De Ziekenfonds-raad rapporteert dat vrijwel al die medisch specialisten een overeenkomst hebben gesloten of verwachten daarover binnenkort tot overeenstemming te komen.

Het aantal specialisten dat nog geen overeenkomst heeft gesloten is beperkt. Naar verwachting zullen de meesten daarvan alsnog een overeenkomst sluiten. De Ziekenfondsraad constateert op grond van die bevindingen, dat medisch specialistische hulp aan verzekerden thans in het overgrote deel in natura wordt verleend, namelijk op basis van een overeenkomst tussen specialist en ziekenfonds. De raad constateert dat er thans niet een situatie als bedoeld in artikel 11 van de ziekenfondswet bestaat waarin ’ziekenfondsen in de onmogelijkheid verkeren op voor hen aanvaardbare voorwaarden overeenkomsten te sluiten met een genoegzaam aantal personen of instellingen, die de bedoelde vorm van geneeskundige verzorging kunnen verlenen’.

Ik deel de conclusie van de Zieken-fondsraad, dat met de gesloten overeenkomsten kan worden voorzien in de benodigde hulp. Er is dan ook geen behoefte aan het laten voortbestaan van een restitutieregeling terzake.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven