Tijdelijk Mandaatbesluit Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

CBA nr. 1996/264

Het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening;

Overwegende, dat het wenselijk is om aan de Regionale Besturen voor de Arbeidsvoorziening de bevoegdheid te mandateren om beschikkingen te nemen op grond van Hoofdstuk IV van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Gezien de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 8 oktober 1996 (zaaknr. 95/1470/106/213);

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Arbeidsvoorzieningswet (Stb. 1990, 402), alsmede op artikel 9, eerste lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Stb. 1995, 635);

Besluit:

Artikel 1

1. Beschikkingen op grond van Hoofdstuk IV, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, worden namens het Centraal Bestuur door het Regionaal Bestuur genomen, binnen welks gebied de langdurig werkloze de arbeid gaat verrichten.

2. Indien de langdurig werkloze de arbeid gaat verrichten binnen het werkgebied van meer dan één Regionaal Bestuur, wordt de beschikking namens het Centraal Bestuur door het Regionaal Bestuur genomen, binnen welks gebied de langdurig werkloze zijn overeengekomen standplaats heeft.

3. Indien de langdurig werkloze de arbeid gaat verrichten binnen het werkgebied van meer dan één Regionaal Bestuur en er geen overeengekomen standplaats is vast te stellen, wordt de beschikking namens het Centraal Bestuur door het Regionaal Bestuur genomen, binnen welks gebied de inhoudingsplichtige gevestigd is.

Artikel 2

Het Regionaal Bestuur kan de bevoegdheid, bedoeld in artikel 1, ondermandateren aan door hem aan te wijzen functionarissen.

Artikel 3

Een door een Regionaal Bestuur verleend mandaat tot het nemen van beschikkingen op grond van de Wet bevordering arbeidsinpassing of van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt beschouwd als een ondermandaat in de zin van artikel 2 van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn ondertekening en geldt tot het moment, dat de Arbeidsvoorzieningswet 1996 van kracht wordt.


Rijswijk, 17 oktober 1996.
Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening,
namens het bestuur:
De plv. voorzitter, mr. S.J.L. Nieuwsma.

Naar boven