Sanctieregeling intrekking sanctiemaatregelen tegen Servië en Montenegro

«Sanctiewet 1977»

2 januari 1996

nr. DPV/PZ-0001/96

De Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 22 november 1995 Resolutie 1022 (1995) heeft aanvaard de sanctiemaatregelen tegen de ’Federale Republiek Joegoslavië’ (Servië en Montenegro) op te schorten;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2815/95 van 1 december 1995 van de Raad van de Europese Unie en Besluit (EGKS) 510/95 van 1 december 1995;

Gelet op artikel 7 van de Sanctiewet 1977 (Stb. 1980, 93);

Besluiten:

Artikel 1

Het Sanctiebesluit Servië en Montenegro 1992 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 23 november 1995.

Artikel 3

Deze regeling kan worden aangehaald als Sanctieregeling intrekking sanctiemaatregelen tegen Servië en Montenegro.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.A.F.M.O. van Mierlo. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J.J. van Aartsen. De Staatssecretaris van Economische Zaken,
A. van Dok.

Toelichting

Op 22 november 1995 aanvaardde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1022, ingevolge waarvan de sancties tegen de ’Federale Republiek Joegoslavië’ (Servië en Montenegro) met onmiddelijke ingang werden opgeschort. De maatregelen werden ingesteld of bevestigd in Resoluties 757 (1992), 787 (1992), 820 (1993), 942 (1994), 943 (1994), 992 (1995), 988 (1995), 1003 (1995) en 1015 (1995).

Ter implementatie van Resolutie 1022 van de VN-Veiligheidsraad heeft de Raad van de Europese Unie op

1 december 1995 Verordening (EG)

nr. 2815/95 vastgesteld.

Ter uitvoering van de internationale regelgeving wordt in onderhavige regeling het Sanctiebesluit Servië en Montenegro 1992 ingetrokken. Hiermee worden ook alle wijzigingen op het voornoemde Sanctiebesluit ingetrokken. De sanctiemaatregelen tegen Servië en Montenegro zullen in beginsel automatisch worden wederingesteld vijf dagen nadat uit de rapportage van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties blijkt dat de ’Federale Republiek Joegoslavië’ (Servië en Montenegro) of de Bosnische Serviërs niet voldoen aan het in Dayton gesloten vredesakkoord. In dat geval zal in Nederland een nieuwe sanctieregeling tot stand worden gebracht.

De sanctiemaatregelen die van kracht zijn voor de gebieden in Bosnië-Herzegovina die onder controle staan van de Bosnische Serviërs zullen pas worden opgeschort nadat de commandant van de internationale troepenmacht de VN-Veiligheidsraad heeft geïnformeerd dat de Bosnische Serviërs zich hebben teruggetrokken achter de in de vredesregeling overeengekomen scheidslijnen.

De sanctiemaatregelen zullen door de VN-Veiligheidsraad definitief worden opgeheven op de tiende dag na de eerste vrije verkiezingen in Bosnië-Herzegovina en indien de Bosnische Serviërs zich hebben teruggetrokken achter de in de vredesregeling overeengekomen scheidslijnen.

De VN-Veiligheidsraad herhaalt in Resolutie 1022 de bepaling uit Resolutie 757 (1992) dat geen claims kunnen worden ingediend op grond van niet-naleving van contractuele verplichtingen die als gevolg van de VN-sanctiemaatregelen moesten worden opgeschort of gestaakt. De Raad van de E.G. heeft deze bepaling in Verordening 1733/94 van 11 juli 1994 (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 182/1 van 16 juli 1994) overgenomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H.A.F.M.O. van Mierlo.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok.

Naar boven