Herbenoeming voorzitter en leden van de Commissie genetische modificatie (COGEM)

20 september 1996

Nr. DGM/SVS/96053016

Directoraat-generaal Milieubeheer Directie Stoffen, Veiligheid, Straling Afdeling Stoffen

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 2.31, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet Milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

Dr. H. Schellekens te Nieuwerkerk aan de IJssel wordt voor de periode van

1 maart 1996 tot 1 maart 2000 benoemd tot voorzitter van de Commissie genetische modificatie.

Artikel 2

Prof. dr. W.J.M. Spaan te Voorhout en Prof. dr. H.A. Verbrugh te Laren worden voor de periode van 15 mei 1996 tot 15 mei 2000 benoemd tot lid van de Commissie genetische modificatie.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 1996.


’s-Gravenhage, 20 september 1996. De Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
M. de Boer

Toelichting

Bij artikel 2.26 van de Wet Milieubeheer is een technisch wetenschappelijk adviescommissie ingesteld, te weten de Commissie genetische modificatie (COGEM). Deze commissie adviseert de minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de risico’s verbonden aan de vervaardiging van en handelingen met genetisch gemodificeerde organismen. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vijftien en ten hoogste twintig andere leden. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer benoemt ten minste veertien en ten hoogste negentien leden van de commissie. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benoemt twee leden. De voorzitter en de andere leden van de commissie worden benoemd op grond van hun deskundigheid op het gebied van het vervaardigen van of van handelingen met genetisch gemodificeerde organismen en de mogelijke gevolgen daarvan voor mens en milieu, daarbij inbegrepen de ecologische gevolgen en de daarbij te nemen veiligheidsmaatregelen.

Het voornemen om de herbenoeming van de voorzitter en de leden in kwestie te doen plaats vinden voor de datum waarop hun termijn eindigde (1 maart 1996 respectievelijk 15 mei 1996) kon om uiteenlopende redenen niet worden gerealiseerd. Derhalve vindt thans met terugwerkende kracht herbenoeming plaats van de voorzitter en de betrokken leden met ingang van 1 maart 1996, respectievelijk 15 mei 1996 voor een periode van vier jaar. Omtrent de benoeming van de voorzitter is de commissie gehoord, daarbij is van geen bezwaar gebleken.

Naar boven