Reglement benoeming, beloning en ontslag topfunctionarissen (semi-)publieke sector

12 augustus 1996

Nr. BBO96/U40

Directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende:

Recentelijk zijn er vragen door leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gesteld omtrent de benoeming, de beloning en het ontslag van topfunctionarissen in de (semi-) publieke sector.

In het kader van de beantwoording van deze vragen zijn er nadere vragen geformuleerd, die door de afzonderlijke ministeries moeten worden beantwoord.

Deze nadere vragen hebben betrekking op topfunctionarissen die door het Rijk zijn aangesteld en topfunctionarissen in dienst van zelfstandige bestuursorganen en rijksinstellingen.

Het is niet uitgesloten dat de antwoorden op de aan de ministeries gestelde vragen te herleiden zijn tot personen. In dit verband dient er ingevolge de artikelen 17 juncto 19 Wet persoonsregistratie een reglement op een persoonsregistratie te worden vastgesteld.

Besluit

vast te stellen het Reglement benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector.

Artikel 1 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. de Wet: de Wet persoonsregistraties;

b. gegeven: een gegeven dat herleidbaar is tot een individuele natuurlijke persoon;

c. registratie: de registratie benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector;

d. houder: de Minister van Binnenlandse Zaken;

e. de beheerder: de Directeur-Generaal Management en personeelsbeleid;

f. organisatie: Ministerie van Binnenlandse Zaken;

g. verstrekken van gegevens: het bekendmaken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor zover zulks geheel of grotendeels steunt op gegevens die in deze registratie zijn opgenomen, of die door verwerking daarvan, al dan niet in verband met andere gegevens zijn verkregen;

h. bewerker: drs. E. F. van Bokhoven;

i. het autorisatiebesluit: het besluit zoals genoemd in artikel 4.

Artikel 2 Doel en werking

1. De registratie heeft tot doel aan de hand van de inventarisatie van de feitelijke gegevens aangaande benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector vragen te beantwoorden, zoals die zijn gesteld door vaste commissies en individuele leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en die in bijlage 11 zijn opgenomen.

2. De registratie wordt deels handmatig deels geautomatiseerd gevoerd.

Artikel 3 Hoofdlijnen van het beheer

1. De beheerder is, onder verantwoordelijkheid van de houder, belast met de zeggenschap over de registratie. Hij volgt daarbij de aanwijzingen van de houder op.

2. Voor zover de houder niet schriftelijk anders bepaalt, is de beheerder bevoegd namens de houder uitvoering te geven aan hetgeen bij of krachtens de Wet aan de houder is opgedragen.

3. De beheerder is verantwoordelijk voor de goede en doelmatige werking van de registratie overeenkomstig het reglement en treft daartoe de nodige voorzieningen. Hij is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de opname van gegevens en de handhaving van opgenomen gegevens in de registratie. Hij draagt zorg voor technische en organisatorische voorzieningen ter beveiliging van de registratie tegen verlies of aantasting van gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan.

4. Met de dagelijkse leiding van de registratie is belast de projectleider Benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector, drs. L. D. P. Lombaers.

5. Met het invoeren, wijzigen en verwijderen van gegevens zijn belast de volgende personen:

- drs. E. F. van Bokhoven;

- drs. T. P. Dekker;

- mevr. drs. K. Kuipers;

- drs. L. D. P. Lombaers;

- drs. H. Scholten.

Artikel 4 Rechtstreekse toegang

Rechtstreekse toegang tot de registratie hebben de personen die in het door de Minister van Binnenlandse Zaken vast te stellen autorisatiebesluit worden genoemd.

Artikel 5 Categorieën van geregistreerde personen

In de registratie kunnen slechts gegevens worden opgenomen omtrent de volgende categorieën van personen:

a. ambtenaren door het Rijk aangesteld, wier salaris gelijk is aan of hoger is dan het salaris opgenomen achter salarisnummer 0 van schaal 16 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

b. leden van het bestuur en van het toezichthoudend orgaan van zelfstandige bestuursorganen en rijksinstellingen, die in bijlage 21 worden vermeld;

c. personeelsleden van de in bijlage 2 vermelde zelfstandig bestuursorganen en rijksinstellingen, die belast zijn met de dagelijkse leiding daarvan.

d. voorzitters, leden en secretarissen van adviesorganen van de rijksoverheid;

e. commissarissen van vennootschappen die vanwege de rijksoverheid zijn benoemd.

Artikel 6 Soorten van gegevens en de wijze van verkrijging

1. Omtrent de in artikel 5 genoemde personen kunnen gegevens worden opgenomen omtrent organisatie, functie, beloning, uitkeringsregelingen en benoemingsprocedure.

2. De gegevens genoemd in het eerste lid worden aangeleverd door ministeries, die op hun beurt gebruik maken dan wel kunnen maken van:

- de Dienst Informatievoorziening Overheidspersoneel (IVOP);

- de Centrale Beheerorganisatie Militair Salarissysteem (CBMS);

- gegevens verstrekt door zelfstandige bestuursorganen.

Artikel 7 Verwijdering en vernietiging

1. De in artikel 6 genoemde gegevens worden uit de registratie verwijderd wanneer deze niet meer noodzakelijk zijn voor het doel van de registratie. Hiervan is in ieder geval sprake na het verstrijken van een periode van zes maanden, nadat het overleg over benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector met de Tweede Kamer der Staten-Generaal is afgerond.

Voorts vindt verwijdering plaats na een daartoe strekkend besluit door of vanwege de houder.

2. De verwijderde gegevens worden terstond vernietigd.

Artikel 8 Verstrekking

Gegevens kunnen worden verstrekt:

- aan één van beide Kamers der Staten-Generaal in overeenstemming met het doel van de registratie;

- ingevolge enig wettelijk voorschrift;

- met toestemming van de geregistreerde.

Artikel 9 Protocollering

1. Van iedere verstrekking wordt in een protocol aangetekend de datum van verstrekking, de identiteit van de verzoeker en een omschrijving van de verstrekte gegevens.

2. Het protocol wordt ten minste één jaar bewaard.

Artikel 10 Rechten van de geregistreerden

1. Geregistreerden kunnen hun rechten genoemd in de artikelen 29, 31 en 32 van de wet uitoefenen door het desbetreffende verzoek te richten aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag, ter attentie van drs. L. D. P. Lombaers.

2. Voor beantwoording van een verzoek als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de wet is een vergoeding van het bedrag van f 10,- verschuldigd. Deze vergoeding dient vooruit te worden voldaan door storting op girorekening 348246 ter name van Ministerie van Binnenlandse Zaken/DGMP onder vermelding van ’benoeming van topfunctionarissen’.

3. De mededeling als bedoeld in artikel 29 en 32 van de wet wordt geweigerd voorzover dit noodzakelijk is in het belang van:

- de veiligheid van de staat;

- de opsporing en de vervolging van strafbare feiten;

- economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

- inspectie, controle en toezicht door of vanwege overheidsorganen of andere organen met een publiekrechtelijke taak;

- gewichtige belangen van anderen dan de verzoeker, de houder daaronder begrepen, met name indien het voldoen aan het verzoek een onevenredige belasting voor de houder met zich meebrengt.

4. Op een verzoek als bedoeld in artikel 29 en 32 van de wet wordt binnen één maand nadat verzoeker ontvankelijk is, dan wel nadat het verzoek is ontvangen, ingeval deze datum later is dan de eerstgenoemde datum, geantwoord. Op een verzoek als bedoeld in artikel 31 van de wet wordt binnen twee maanden geantwoord.

5. De persoon, belast met de behandeling van de verzoeken, genoemd in het eerste lid, is bevoegd ter vaststelling van de identiteit van de verzoeker of diens vertegenwoordiger zonodig inzage te vragen van documenten waaruit de identiteit kan blijken. Hij kan van de verzoeker of diens vertegenwoordiger verlangen dat die in persoon bij hem verschijnt.

6. De beantwoording van de verzoeken, met inbegrip van de weigering aan het verzoek te voldoen, geschiedt schriftelijk.

Artikel 11 Slotbepaling

1. Het reglement kan worden aangehaald als het Reglement benoeming, beloning en ontslag van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector.

2. Het reglement treedt in werking een dag nadat het is vastgesteld.

3. Het reglement ligt ter inzage bij de bibliotheek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Schedeldoeks-haven 200 te Den Haag.


’s-Gravenhage, 12 augustus 1996. De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal.

1 De bijlagen 1 en 2, die hier niet zijn afgedrukt, liggen ter inzage bij de bibliotheek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Schedeldoekshaven 200 te Den Haag.

Naar boven