Regeling CRI-HO 1996

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 25 juli 1996, WO-96018954, houdende vaststelling van de regels inzake het Centraal register inschrijving hoger onderwijs (Regeling CRI-HO 1996)

25 juli 1996

nr. WO-96018954

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 7.52, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

b. de minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

c. het instellingsbestuur: het bestuur, bedoeld in artikel 1.1 onderdeel j van de wet, van een instelling, genoemd in de bijlage onder a tot en met g, van de wet;

d. het CRI-HO: het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, genoemd in artikel 7.52 van de wet;

e. opleiding: een door een instelling verzorgde opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet;

f. de instelling van eerste inschrijving: bij inschrijving aan meer dan een instelling, de instelling van eerste inschrijving van de student;

g. de opleiding van eerste inschrijving: de opleiding waarvoor de student het volledige collegegeld heeft voldaan;

h. de Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;

i. inschrijvingsgegevens: de gegevens, genoemd in artikel 1 van de bijlage bij deze regeling;

j. overige gegevens voor de bekostiging: overige voor de bekostiging relevante gegevens, genoemd in artikel 2 van de bijlage bij deze regeling;

k. planningsgegevens: de gegevens, genoemd in artikel 3 van de bijlage bij deze regeling;

l. bestand: een persoonsregistratie als bedoeld in de Wet persoonsregistraties dat dient ter uitvoering van artikel 7.52 van de wet;

m. peildatum: 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het desbetreffende begrotingsjaar;

n. fixatiedatum: 15 maart, de datum waarop het gemuteerde bestand wordt gefixeerd naar dan de situatie per de peildatum;

2. De in het eerste lid onder i, j en k, bedoelde bijlage maakt deel uit van deze regeling.

Artikel 2 Soorten gegevens

De instellingsbesturen nemen bij de mededeling van hun beslissingen als bedoeld in artikel 7.52, vijfde lid, van de wet het onderscheid tussen de volgende soorten gegevens in acht:

a. inschrijvingsgegevens;

b. overige gegevens voor de bekostiging;

c. planningsgegevens.

Artikel 3 Tijdstip en wijze van levering gegevens

1. Het instellingsbestuur levert uiterlijk op 1 november volgend op de peildatum, op correcte wijze de gegevens, bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, aan de Informatie Beheer Groep, zoals die op de peildatum aanwezig waren.

2. De inschrijvingen en de getuigschriftgegevens per de peildatum die na 1 november door het instellingsbestuur aan de Informatie Beheer Groep worden geleverd, worden niet tot de gegevens voor de bekostiging gerekend.

3. De Informatie beheer Groep draagt er zorg voor dat uiterlijk op 15 november volgend op de peildatum, het bestand met de gegevens, bedoeld in het eerste lid, in het bezit van de minister is, en zendt dit ter kennisneming aan de instellingsbesturen.

Artikel 4 Bestandsvergelijking

1. De Informatie Beheer Groep levert uiterlijk op 5 januari volgend op de peildatum, aan het instellingsbestuur een kopie van het bestand, dat in het CRI-HO op grond van artikel 3, eerste lid, is opgeslagen, voor vergelijking met de instellingsgegevens op de peildatum.

2. Het instellingsbestuur kan de Informatie Beheer Groep tot uiterlijk op 15 maart volgend op de peildatum in kennis stellen van de wijzigingen die naar het oordeel van het instellingsbestuur ten opzichte van het bestand naar de peildatum, in het CRI-HO moeten worden aangebracht.

3. Door het instellingsbestuur na 15 maart volgend op de peildatum, doorgegeven wijzigingen op gegevens, bedoeld in het eerste lid, brengen geen veranderingen meer in de gegevens voor de bekostiging.

Artikel 5 Levering gegevens voor de bekostiging

1. De Informatie Beheer Groep draagt er zorg voor dat uiterlijk op 1 april volgend op de peildatum, de gegevens voor de bekostiging (gegenereerd naar de situatie per de fixatiedatum) in het bezit van de minister zijn.

2. De Informatie Beheer Groep stelt uiterlijk op 15 mei volgend op de peildatum, de instellingsbesturen in kennis van de gegevens voor de bekostiging, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6 Verstrekken planningsgegevens

Het verstrekken van inlichtingen, benodigd voor de uitvoering van artikel 2, onderdeel c, uitgewerkt in artikel 3 van de bijlage, door de gemeente uit de basisadministratie persoons-gegevens, geschiedt binnen vier weken na de dag van verzending van het verzoek om inlichtingen door de Infor-matie Beheer Groep. De Informatie Beheer Groep kan bij het verzoek om inlichtingen aangeven hoe de overdracht van informatie moet plaatsvinden.

Artikel 7 Reglement CRIHO

In het Reglement CRIHO, vastgesteld bij Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen van 21 juli 1993 (Uitleg OenW-Regelingen, nr. 18a) komen de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 te vervallen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 1996.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling CRI-HO 1996.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J.M.M. Ritzen.

Bijlage

Artikel 1. Inschrijvingsgegevens

De inschrijvingsgegevens, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de regeling zijn:

a. het OCenW-correspondentienummer;

b. het registratienummer bij de instelling(en);

c. adres: straat, huisnummer, postcode en woonplaats van de student en extraneus op het tijdstip van eerste inschrijving in het hoger onderwijs;

d. de vooropleiding: de laatst genoten vooropleiding (diploma) die toegang geeft tot het hoger onderwijs met vermelding van het tijdstip waarop dat diploma is behaald;

e. de inschrijvingsvorm: student en extraneus;

f. de opleiding(en);

g. opleidingsfase: propedeutische fase, postpropedeutische fase of tweede fase;

h. voltijdse, deeltijdse inschrijving;

i. inschrijvingsjaar en tijdvak van inschrijving, waarbij 1 oktober geacht wordt te worden gerekend tot maand 09;

j. de beslissing van het instellingsbestuur omtrent beëindiging van de inschrijving op grond van afstuderen dan wel op grond van ziekte of bijzondere familie-omstandigheden;

k. de beslissing van het instellingsbestuur omtrent de uitschrijving in het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een opleiding en de uitschrijving in verband met stages en wachttijden voor co-assistentschappen;

l. de beslissing van het instellingsbestuur omtrent de uitschrijving op andere gronden dan die genoemd in de onderdelen j en k;

m. in voorkomende gevallen de datum van overlijden.

Artikel 2. Overige gegevens voor de bekostiging

De overige gegevens voor de bekostiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de regeling zijn:

a. de instelling(en);

b. in geval van inschrijving aan meer dan een instelling: de instelling van eerste inschrijving van de student;

c. in geval van inschrijving aan meer dan een opleiding bij een instelling: de opleiding van eerste inschrijving van de student;

d. het eerste jaar van inschrijving aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs respectievelijk wetenschappelijk onderwijs;

e. het eerste jaar van inschrijving aan de desbetreffende instelling(en);

f. de afsluitende examens van opleidingen in het aan de peildatum voorafgaande studiejaar.

Artikel 3. De planningsgegevens

De planningsgegevens, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de regeling zijn:

a. de nationaliteit van de student en extraneus;

b. het geboorteland van de student en extraneus, geboorteland vader en geboorteland moeder;

c. de regionale herkomst van de student en extraneus.

De Minister van Onderwijs, Cultuur

en Wetenschappen,

J.M.M. Ritzen.

Toelichting

Algemeen

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan de opdracht in artikel 7.52, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Uit de doelomschrijving van het centraal register inschrijvingen hoger onderwijs (CRI-HO), artikel 7.52, eerste lid, van de wet, volgt welke gegevens door de instellingsbesturen aan het CRI-HO dienen te worden geleverd. De opsomming van de desbetreffende gegevens is artikelsgewijs opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling.

Ten overvloede wordt opgemerkt dat het CRI-HO ook op grond van andere wettelijke bepalingen benut kan worden. Zoals de registratie van de studievoortgangsnorm. In deze regeling is uitsluitend geregeld hetgeen in artikel 7.52 WHW is bepaald.

Lijdelijkheid CRI-HO

Het is van belang voor de werking van het CRI-HO en de daarbij betrokken partijen het karakter van het CRI-HO uiteen te zetten. Het CRI-HO heeft een lijdelijk karakter, hetgeen wil zeggen dat de Informatie Beheer Groep in beginsel alle beslissingen van de instellingsbesturen met betrekking tot de inschrijvingsgegevens en de gegevens voor de bekostiging die in het CRI-HO moeten worden opgenomen, zonder nadere controle opneemt. Deze lijdelijkheid vindt haar begrenzing hierin, dat de Informatie Beheer Groep niet gehouden is gegevens die in strijd zijn met de wet, op te nemen in het CRI-HO.

De Informatie Beheer Groep heeft daartoe een administratieve procedure ontwikkeld die er in voorziet dat de instellingsbesturen aan de hand van de zogenaamde signaallijsten op de hoogte worden gebracht van gegevens die administratief onjuist zijn of die strijd met de wet opleveren. Door middel van deze signaallijsten worden de instellingsbesturen in de gelegenheid gesteld om verbeteringen van de gegevens die naar hun oordeel inderdaad onjuist zijn, op te nemen in het CRI-HO. De instellingsbesturen worden op dezelfde manier in de gelegenheid gesteld om voor gegevens die op andere gronden onjuist zijn, verbeterde gegevens op te laten nemen in het CRI-HO. Daarnaast vindt ook eenmaal per studiejaar tussen 5 januari en 15 maart een bestandsvergelijking plaats. Zie ook hierna de uiteenzetting over de bestandsvergelijking.

Kort na de bestandsvergelijking worden op 15 mei door de Informatie Beheer Groep de gegevens voor de bekostiging, gebaseerd op de per 1 april aan de minister geleverde gegevens, ter kennisneming aan de instellingsbesturen gezonden.

Planningsgegevens

Het Centraal Bureau voor de Statistiek zal nog enige tijd zelf de instellingen rechtstreeks voor statistische doeleinden bevragen. Voor de toekomst is er in artikel 7.52 van de wet reeds mee rekening gehouden dat dit bureau informatie kan trekken uit het CRI-HO. Daarnaast heeft het ministerie ook behoefte aan met name genoemde informatie om daarmee beleid te kunnen voeren. Om aan deze behoefte tegemoet te komen is artikel 2, onderdeel c, de rubriek planningsgegevens ingevoegd en uitgewerkt in artikel 3 van de bijlage. Het zal daarbij in verband met de persoonlijke levenssfeer gaan om niet op natuurlijke personen herleidbare gegevens. De met name genoemde informatie betreft de onderstaande onderwerpen.

Zowel door het CBS, als door andere instanties kan deze informatie worden gevraagd aan de Informatie Beheer Groep.

Allochtonen in het hoger onderwijs

In de Kabinetsnota ’Registratie en Rapportage minderheden’ van december 1993, is vastgelegd dat de rijksoverheid beleid zal vaststellen met betrekking tot allochtonen. De beleidsvoornemens van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn voor het hoger onderwijs vastgelegd in het HOOP 1994.

Om aan het desbetreffende beleid gestalte te kunnen geven is het van belang op de hoogte te zijn van het aantal allochtonen, hun geboorteland en waar ze zich in het hoger onderwijs bevinden, dat wil zeggen aan welke opleidingen van instellingen voor hoger onderwijs staan ze ingeschreven. Het gaat daarbij om het gegeven: land van geboorte vader en land van geboorte moeder van degene die ingeschreven staat bij een opleiding van een instelling voor hoger onderwijs. Het gaat om niet op natuurlijke personen herleidbare gegevens. Het verzamelen van deze gegevens zal met inachtneming van het Besluit gevoelige gegevens plaatsvinden.

Internationalisering

De beleidsvoornemens ten aanzien van internationalisering hoger onderwijs zijn vastgelegd in het HOOP 1994 en HOOP 1996. Voor de planning van het beleid ten aanzien van internationalisering is het van belang de informatievoorziening dienaangaande op peil te hebben. Daarvoor is een numeriek inzicht in en een overzicht van de nationaliteiten van hier te lande in het hoger onderwijs studerenden noodzakelijk.

Regionale herkomst

Voor de invoering van de wet werd de regionale herkomst van studenten geregistreerd, want aanstaande studenten werden bij zogenaamde fixus studierichtingen door plaatsingscom-missies bij een instelling geplaatst, waarbij rekening werd gehouden met de voorkeur van de student voor een bepaalde vestigingsplaats van de studierichting. Bij de Regeling aanmelding en loting gebaseerd op de artikelen 7.37 en 7.53 van de wet wordt de student door middel van loting geplaatst bij een instelling. Bij een beroep op de hardheidsclausule komt de herkomst van de student niet aan de orde. Vanuit statistisch en beleidsoogpunt is vastlegging van het gegeven: regionale herkomst van de studenten, evenwel blijvend van belang.

Gemeentelijk basisregistratie persoonsgegevens (GBA)

De gegevens inzake allochtonen, nationaliteiten, naam, adres en woonplaatsgegevens van de student, extraneus, en co-op student alsmede hun regionale herkomst kunnen worden verkregen van de gemeenten via het GBA-systeem. In artikel 6 van deze regeling is de grondslag gelegd waarop de Informatie Beheer Groep via koppeling met het GBA de desbetreffende gegevens kan verkrijgen. Door deze koppeling is het niet nodig deze gegevens van de instellingsbesturen of studenten te betrekken. De Informatie Beheer Groep kan de benodigde gegevens bij de gemeenten opvragen en deze gegevens geanonimiseerd, cumulatief aan de minister leveren. Door de koppeling met het GBA-systeem wordt tevens bewerkstelligd dat met betrekking tot de allochtonen de door het ministerie van Binnenlandse Zaken opgestelde definities en criteria dienaangaande worden gebruikt.

De Informatie Beheer Groep heeft op grond van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank de bevoegdheid aan de instellingsbesturen voor te schrijven op welke wijze de gegevens door de instellingsbesturen aan de Informatie Beheer Groep dienen te worden geleverd en op welke tijdstippen. De neerslag van deze bevoegdheid is te vinden in ’CRI-HO handleiding voor de instellingen’. De Informatie Beheer Groep zet hiermee zijn huidige werkwijze voort. In het Beheer- en het Gebruikersoverleg CRI-HO is deze handleiding permanent onderwerp van overleg, opdat de gegevensuitwisseling zo optimaal mogelijk kan verlopen. Deze bevoegdheid heeft ook betrekking op de gegevensdragers die door de instellingen gebruikt dienen te worden.

Artikelen

Artikel 1

In het tweede lid is bepaald dat de bijlage een integrerend onderdeel uitmaakt van deze regeling.

In de bijlage wordt in artikel 1, onderdeel d, nadruk gelegd op het opnemen van de gegevens: vooropleiding d.w.z. de laatst genoten vooropleiding, die toegang geeft tot het hoger onderwijs, en het jaar waarin het diploma van die vooropleiding is behaald. Dit gegeven is niet nieuw maar gaat een steeds belangrijkere rol spelen. Op de eerste plaats is het van belang te kunnen vaststellen of een student toegang heeft tot het hoger beroepsonderwijs dan wel het wetenschappelijk onderwijs. De instellingsbesturen dienen dat te controleren bij de inschrijving van de student. Zie hiervoor ook artikel 7.24 van de wet. Daarnaast is dit gegeven van belang voor de (statistische) uitwerking van de cohortbenadering die in andere op het hoger onderwijs van toepassing zijnde wetgeving wordt gebruikt of gebruikt zal gaan worden. Voor statistische doeleinden is het vooropleidingsgegeven van belang om de doorstroom van leerlingen in het gehele onderwijs te kunnen volgen en te kunnen kwantificeren. Voorts is in het HOOP 96 aangegeven dat onderzocht wordt of differentiatie naar vooropleiding in het hoger beroepsonderwijs mogelijk is. Bij invoering daarvan is een nauwkeurige registratie van de vooropleiding onontbeerlijk.

Artikel 2 Soorten gegevens

Hier zijn de soorten gegevens opgenomen die rechtstreeks uit het doel van artikel 7.52, eerste lid, van de wet voortvloeien.

Artikel 3 Tijdstip en wijze van levering van gegevens

In dit artikel is bepaald dat een instellingsbestuur uiterlijk op 1 november volgend op de peildatum, de gegevens per de peildatum 1 oktober, dit zijn de gegevens tot en met 1 oktober, doorgegeven dienen te hebben aan de Informatie Beheer Groep.

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het hier enerzijds een fataal tijdstip betreft en anderzijds dat de gegevens op een correcte wijze, dat wil zeggen in overeenstemming met de nadere regels van de Informatie Beheer Groep, zijn geleverd.

In het tweede lid is bepaald dat de inschrijvingen van studenten en extraneï en de getuigschriftgegevens op de peildatum, die niet uiterlijk op 1 november daaropvolgend door de instellingsbestuur aan de Informatie Beheer Groep zijn geleverd, buiten de gegevens voor de bekostiging blijven. Deze gegevens worden derhalve niet betrokken bij de vaststelling van de bekostiging. Het kan echter voorkomen dat een instellingsbestuur door aantoonbare overmacht niet in staat is geweest ingeschreven studenten en extraneï tijdig te leveren aan de Informatie Beheer Groep.

Die gevallen zullen door de Infor-matie Beheer Groep nauwkeurig worden onderzocht en dat kan eventueel leiden tot nadere besluitvorming. Dit laat onverlet dat een instellingsbestuur het gehele jaar door de inschrijvingsbeslissingen aan de Informatie Beheer Groep dient te leveren.

Artikel 4 Bestandsvergelijking

Zoals hiervoor is gesteld levert het instellingsbestuur gedurende het gehele studiejaar aan het CRI-HO. Om aan de doelstelling van het CRI-HO met betrekking tot de gegevens voor de bekostiging te kunnen voldoen, is het van belang dat op enig moment een stand van zaken met betrekking tot die gegevens in het CRI-HO, wordt bepaald. Dit kan na beëindiging van de bestandsvergelijking tussen de bestanden van de instellingen en een kopie uit het CRI-HO.

In het Verbetertraject CRI-HO zijn de bestanden tot nu toe vergeleken en die vergelijking heeft tot de vulling van het CRI-HO bijgedragen met onder andere historische inschrijvingsgegevens.

Dit artikel strekt er toe voor de bestandsvergelijking een procedure met daarbij behorende data vast te leggen. Door het vergelijken van de instellingsbestanden met die van het CRI-HO, en de instellingsbesturen de gelegenheid te geven gegevens te verbeteren, kunnen de gegevens voor de bekostiging per de peildatum, op 1 april daaropvolgend aan de minister worden geleverd. De Informatie Beheer Groep geeft in de ‘CRI-HO Handleiding voor de instellingen’ hieromtrent nadere regels.

Bij de toelichting van artikel 5 is een tijdpad opgenomen voor de te volgen procedure en tijdstippen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het instellingsbestuur er zorg voor dient te dragen dat zij wijzigingen als door de instellingsaccountant voorgesteld, tijdig, d.w.z. eveneens vóór 15 maart, aan de Informatie Beheer Groep doorgeeft voor verwerking. De instellings-accountant heeft geen zelfstandige bevoegdheid om wijzigingen in het CRI-HO voor te stellen. De accoun-tantsverklaring dient op dat tijdstip

te zijn afgegeven.

Artikel 5 Levering gegevens voor de bekostiging

Aan de hand van de vastgestelde gegevens na de bestandsvergelijking, zoals deze is geregeld in artikel 4, kan de Informatie Beheer Groep de gegevens voor de bekostiging op 1 april volgend op de peildatum aan het ministerie leveren, dat onder andere daarmee voor de bekostiging van de instellingen kan zorgdragen. Uiterlijk 15 mei worden de hiervoor genoemde gegevens ter kennisneming aan de instellingsbesturen gezonden en kunnen

ze voorlopig opmaken welke gevolgen deze gegevens hebben voor het

integraal management van hun instellingen en daarop maatregelen voorbereiden voor het komende begrotingsjaar van de instelling.

Met betrekking tot de getuigschriftgegevens merk ik het volgende op. Voor het vaststellen van de datum waarop het afsluitend getuigschrift wordt behaald kunnen zich twee mogelijkheden voordoen. In het eerste geval is het tijdstip van het afsluitend examen de datum van het afleggen van het laatste examenonderdeel, laatste tentamen. Het uitreiken van het afsluitend getuigschrift en de bijeenkomst van de examencommissie is dan slechts een afsluitende formaliteit die niet meer bij het afsluitend examen zelf hoort. In het andere geval is het afsluitende gesprek met of beoordeling door de examencommissie onderdeel van het afsluitende examen en is het tijdstip waarop deze commissie haar oordeel geeft maatgevend. Een en ander dient duidelijk in de onderwijs- en examenregeling te zijn vastgelegd, opdat duidelijk is in welk studiejaar het afsluitend examen is afgelegd.

In het onderstaande tijdpad worden door de Informatie Beheer Groep de geleverde gegevens gecontroleerd aan de voorwaarden opgenomen in de Regeling CRI-HO en de voorwaarden, zoals opgenomen in het Bekostigings-besluit WHW. De Cfi, de Centrale Financien Instellingen, het agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, is onder andere belast met de uitvoering van de bekostiging hoger onderwijs en heeft daarin een zelfstandige taak

Tijdpad vaststelling gegevens voor de bekostiging (inschrijvings- en getuigschriftgegevens)

1 oktober: Peildatum m.b.t. de inschrijvingsgegevens hoger onderwijs tot en met 1 oktober, de uitstroom hoger beroepsonderwijs van het voorgaande studiejaar en de getuigschriften van het voorgaande studiejaar.

1 november: Laatste leveringsdatum voor de instellingen van de gegevens per de peildatum, zie hierboven. De na 1 november geleverde gegevens per de peildatum worden niet meer tot de gegevens voor de bekostiging gerekend. Dit is een fataal tijdstip voor de instellingen.

15 november: Eerste voorlopige fixatie door de Informatie Beheer Groep van gegevens voor de bekostiging per de peildatum; de Informatie Beheer Groep draagt er zorg voor dat zowel de CFI als de instellingen op 15 november in het bezit zijn van de hiervoor genoemde gegevens.

De Cfi interpreteert de gegevens van 15 november, en voegt daar aan toe de attributen: status bekostiging, bekostigde inschrijvingsjaren en jaar verificatie instelling.

5 januari: De Informatie Beheer Groep stelt de door Cfi geïnterpreteerde gegevens (het terugkoppelings-bestand) ter beschikking aan de instellingen, vergezeld van geaggregeerde en detailoverzichten.

15 maart: Uiterste datum op welke de instellingsbesturen de gewenste

mutaties op grond van het terugkoppelingsbestand moeten hebben geleverd aan de Informatie Beheer Groep. Ook wijzigingen op grond van de verklaring van de instellingsaccountant dienen dan te zijn geleverd. Dit is een fataal tijdstip voor de instellingen.

1 april: De Informatie Beheer Groep draagt er zorg voor dat de minister,

de gegevens voor de bekostiging per de peildatum 1 oktober naar de stand van 15 maart, inclusief bekostigde inschrijvingsjaren en jaar verificatie instelling, in zijn bezit heeft. Op deze gegevens voert de CFI een tweede interpretatieslag uit.

15 mei: Uiterlijk op 15 mei informeert de Informatie Beheer Groep de instellingen omtrent de voor de vaststelling van de rijksbijdrage te gebruiken bekostigingsgegevens.

Voor de goede orde wordt hier opgemerkt dat de inschrijvingen op 1 oktober behoren tot de inschrijvingsgegevens en de overige gegevens voor de bekostiging. Ze moeten administratief-technisch geacht worden te hebben plaatsgevonden in maand 09. Op deze wijze wordt voorkomen dat er uitgebreide systeemaanpassingen moeten worden uitgevoerd en heeft de accountant een duidelijk houvast voor het uitvoeren van controle op dit gegeven.

Artikel 6 Verstrekking planningsgegevens

Voor een uiteenzetting op dit artikel wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting. Deze gegevens zullen zoveel mogelijk via het GBA-systeem bij de gemeenten worden opgevraagd, waarmee de administraties van de instellingen zo maximaal mogelijk ontlast zullen worden. Zoals toegezegd aan de VSNU kunnen de instellingen voor hoger onderwijs deze gegevens betrekken van de Informatie Beheer Groep. Dit geldt ook voor de HBO-Raad en de VSNU, als vertegenwoordigers van de instellingen voor hoger onderwijs.

Artikel 7 Reglement CRIHO

Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt het bestaande Reglement CRIHO gedeeltelijk vervangen, zoals is aangegeven in artikel 16.33 van de wet. Het restant van dat reglement zal komen te vervallen nadat de Informatie Beheer Groep het privacy-reglement, bedoeld in de Wet persoonsregistraties heeft vastgesteld.

De Minister van Onderwijs, Cultuur

en Wetenschappen,

J.M.M. Ritzen.

Naar boven