Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten

«Wet op de telecommunicatievoor- zieningen»

19 juli 1996

HDTP/96/1847

Hoofddirectie Telecommunicatie en Post

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 40d, eerste lid, onder a, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

Gelet op de beschikking van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 inzake de invoering van een gemeenschappelijk Europees oproepnummer voor hulpdiensten (91/396/EEG, Pb L 217) en op de beschikking van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 1992 inzake de invoering van een gemeenschappelijk internationaal toegangsnummer voor het telefoonverkeer in de Gemeenschap (92/264/EEG, Pb L 137);

Gezien Aanbeveling E.164 Numbering plans for the ISDN er van de Telecommunication Standardization Sector van de International Telecommunication Union (ITU-T);

Gehoord het betrokken bedrijfsleven en de gebruikersorganisaties, verenigd in het Nationaal Nummeroverleg;

Gehoord het Overlegorgaan Post en Telecommunicatie;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

b. geografisch nummer: een nummer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder cc, van de wet, dat uitsluitend uit cijfers bestaat en dat bestemd is voor geografisch bepaalde bestemmingen;

c. niet-geografisch nummer: een nummer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder cc, van de wet, dat uitsluitend uit cijfers bestaat en dat bestemd is voor niet-geografisch bepaalde bestemmingen;

d. netnummer: de eerste cijfers van een geografisch nummer, waarmee een netnummergebied wordt bepaald;

e. dienstcode: de eerste cijfers van een niet-geografisch nummer, waarmee een categorie van telecommunicatiediensten wordt bepaald;

f. abonneenummer: het deel van een geografisch nummer achter het netnummer of het deel van een niet-geografisch nummer achter de dienstcode.

Artikel 2

1. Een nummer als bedoeld in dit besluit bestaat uitsluitend uit cijfers.

2. De lengte van een geografisch nummer bedraagt tien cijfers.

3. De lengte van een niet-geografisch nummer kan variëren en is aangegeven in de bijlagen 1, 3 en 4, genoemd in artikel 3.

Artikel 3

In de bij dit besluit behorende:

a. bijlage 1 worden de bestemmingen vastgesteld voor nummers voor telefoon- en ISDN-diensten;

b. bijlage 2 worden de netnummergebieden, genoemd in bijlage 1, vastgesteld;

c. bijlage 3 wordt de verbijzondering naar nummerlengte van de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909 vastgesteld;

d. bijlage 4 wordt de verbijzondering naar nummerlengte van de nummerreeksen 060, 063, 064, 068 en 069 en naar dienst van de nummerreeksen 063 en 068 vastgesteld.

Artikel 4

Een geografisch nummer waarvan het abonneenummer begint met één van de cijfers 0, 1 en 9, is niet beschikbaar voor toekenning of reservering.

Artikel 5

1. Een geografisch of niet-geografisch nummer dat is toegekend of gereserveerd, kan, met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, niet nogmaals worden toegekend of gereserveerd.

2. Een geografisch of niet-geografisch nummer dat uitsluitend is bestemd voor netwerk-intern gebruik door de netwerkbeheerder of voor toegang tot netwerk-lokale faciliteiten voor gebruikers van een netwerk, kan voor meer netwerken tegelijkertijd worden toegekend of gereserveerd.

3. Een geografisch of niet-geografisch nummer mag niet zijn opgebouwd uit een ander, korter, geografisch of niet-geografisch nummer gevolgd door één of meer cijfers.

Artikel 6

Aan de toekenning of reservering van een nummer wordt het voorschrift verbonden dat de nummerhouder of de reserveringhouder het bij dit besluit bepaalde alsmede de geldende ITU-T aanbevelingen in acht neemt.

Artikel 7

Aan de toekenning van een nummer wordt voorts het voorschrift verbonden dat de nummerhouder zorg draagt voor het volgende:

a. een oproeper moet binnen een netnummergebied een oproep kunnen doen naar een geografisch nummer zowel door het kiezen van het volledige geografische nummer van de opgeroepene als door het kiezen van alleen het bijbehorende abonneenummer;

b. een oproep door het kiezen van alleen het abonneenummer dat onderdeel is van een volledig niet-geografisch nummer is niet toegestaan;

c. internationaal kiezen van geografische en niet-geografische nummers die met cijfer 1 beginnen is niet toegestaan.

Artikel 8

1. Indien een aanvraag om toekenning of reservering van een nummer strijdig is met dit besluit en de Minister van Verkeer en Waterstaat het voornemen heeft dit besluit zodanig te wijzigen dat inwilliging van de aanvraag alsdan mogelijk wordt, wordt de aanvraag vooruitlopend op de wijziging van dit besluit in behandeling genomen.

2. Bij de toekenning of reservering van nummers kan de Minister van Verkeer en Waterstaat, indien dit in bijzondere gevallen noodzakelijk is, afwijken van het bepaalde bij of krachtens artikel 2,tweede lid, het bepaalde krachtens artikel 3 en het bepaalde in artikel 6.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten.

Dit besluit met bijbehorende bijlagen en toelichting wordt ter inzage gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie Toezicht Netwerken en Diensten

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlagen, uitgezonderd bijlage 2, in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,A. Jorritsma-Lebbink.

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat dit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en dient tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 3, onder a, van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten

Relatie tussen nationale nummers en hun bestemmingen

stcrt-1996-144-p4-SC6645-1.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-2.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-3.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-4.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-5.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-6.gifstcrt-1996-144-p4-SC6645-7.gif

1 Alle nummers die beginnen met 067 hebben 6 cijfers behalve de nummers die beginnen met 067-281, 067-284 en 067-364 welke uit 10 cijfers bestaan.

2 Van de 0900-nummers zijn de volgende informatie diensten uitgesloten:

a. diensten van erotische, seksuele of pornografische aard of die er direct of indirect naar verwijzen;

b. diensten waarvan het hoofddoel niet is om maatschappelijk relevante informatie te verstrekken of uit te wisselen, maar om de duur van het

gesprek te verlengen;

c. amusementsdiensten.

3Van de 0909-nummers zijn de volgende informatiediensten uitgesloten

a. diensten van erotische, seksuele of pornografische aard of die er direct of indirect naar verwijzen;

b. diensten waarvan het hoofddoel is om de duur van het gesprek te verlengen.

Bijlage 3 als bedoeld in artikel 3, onder c, van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten

Verbijzondering naar nummerlengte van de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909

Tabel 1 Verbijzondering naar nummerlengte van de nummers 0800–XY... (gratis nummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-8.gif

Tabel 2 Verbijzondering naar nummerlengte van de nummers 0900-XY..., 0906-XY... en 0909-XY (kort: 090.-XY..., tarief- en koopnummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-9.gif

Bijlage 4 als bedoeld in artikel 3, onder d, van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten

Verbijzondering naar nummerlengte van de nummerreeksen 060, 063, 064, 068 en 069 en naar dienst van de nummerreeksen 063 en 068

Tabel 1 Verbijzondering naar nummerlengte van de nummers 060-XY... (gratis nummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-10.gif

Tabel 2 Verbijzondering naar nummerlengte en dienst van de nummers 063-XY... (K = koopnummers, T = tariefnummers, G = gratis nummers

stcrt-1996-144-p4-SC6645-11.gif

Tabel 2A Verbijzondering naar nummerlengte en dienst van de nummers 063-00Z...

stcrt-1996-144-p4-SC6645-12.gif

Tabel 3 Verbijzondering naar nummerlengte van de nummers 064-XY... (gratis nummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-13.gif

Tabel 4 Verbijzondering naar nummerlengte en dienst van de nummers 068-XY... (K = koopnummers, T = tariefnummers, G = gratis nummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-14.gif

Tabel 5 Verbijzondering naar nummerlengte van de nummers 069-XY... (koopnummers)

stcrt-1996-144-p4-SC6645-15.gif

Algemene toelichting

§ 1. Nummerplan

Een nummerplan is volgens de definitie in artikel 1, eerste lid, onder dd, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (WTV) een plan, houdende de bestemming van nummers, daaronder mede begrepen gegevens over lengte en samenstelling van de in het plan opgenomen nummers.

Ook het onderhavige Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten legt de relatie vast tussen nummers en hun bestemmingen.

Op grond van het onderhavige nummerplan zullen nummers worden toegekend of gereserveerd ten behoeve van de aanvragers van nummers. De toekenning of reservering van nummers is opgedragen aan de Directie Toezicht Netwerken en Diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het nummerplan ligt bij deze dienst ter inzage evenals een overzicht van de toegekende of gereserveerde nummers.

Het onderhavige nummerplan is gebaseerd op artikel 40d van de WTV dat is vastgesteld bij de wet tot wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Mediawet, de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in verband met de liberalisering van kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen (kabelgebonden telecommu-

nicatie), Stb. 1996, 320, alsmede op twee bindende beschikkingen van de Raad van de Europese Unie:

- De beschikking van de Raad van 29 juli 1991 inzake de invoering van een gemeenschappelijk Europees oproepnummer voor hulpdiensten (91/396/EEG, Pb L 217); bij deze beschikking is het gebruik van het nummer 112 (vóór 1997) als Europees alarmnummer verplicht gesteld;

- De beschikking van de Raad van 11 mei 1992 inzake de invoering van een gemeenschappelijk internationaal toegangsnummer voor het telefoonverkeer in de Gemeenschap (92/264/EEG, Pb L 137); bij deze beschikking is het gebruik van het nummer 00 als internationale toegangscode verplicht gesteld.

Tevens is het onderhavige nummerplan zoveel mogelijk in lijn met de Aanbeveling E.164 en daarmee gerelateerde aanbevelingen van ITU-T.

Met name de volgende ITU-T aanbevelingen zijn van belang:

- E.160 Definitions relating to national and international numbering plans;

- E.161 Arrangements of figures, letters and symbols on telephones and other devices that can be used for gaining access to a telephone network;

- E.163 Numbering plans for international telephone service (superseded by E.164);

- E.164 Numbering plans for the ISDN era;

- E.165 Timetable for coordinated implementation of the full capacity of the numbering plan for the ISDN era;

- E.166 Numbering plan for interworking in the ISDN era.

Internationaal wordt harmonisatie steeds belangrijker. De oproeper gaat steeds vaker over de nationale grenzen, zowel fysiek als via telecommunicatie. De opkomst van internationale gratis nummers en het daarvoor door ITU-T ontwikkelde wereldwijde nummerplan is van het laatste een voorbeeld.

In Europa wordt gewerkt aan harmonisatie van nationale nummerplannen en aan harmonisatie door het creëren van een nieuw Europees telefoonnummerplan parallel aan de bestaande nationale nummerplannen.

De European Committee for Telecommunications Regulatory Affairs (ECTRA) en het European Telecommunications Standards Institute (ETSI) voeren in dit verband een aantal studies uit in opdracht van de Europese Commissie waaruit aanbevelingen en/of standaarden kunnen voortkomen die voor het onderhavige nummerplan van belang zijn. Deze aanbevelingen en standaarden zullen met name de niet-geografische nummers betreffen. Tezijnertijd zal met deze aanbevelingen en standaarden rekening worden gehouden door wijziging van het nummerplan.

Het onderhavige nummerplan is bedoeld voor telefoon- en ISDN-diensten. Datadiensten die sterk verweven zijn met telefoon- en ISDN-diensten komen voor in het onderhavige nummerplan. Voorbeelden van deze datadiensten zijn:

- datadiensten die met telefoondiensten zijn geïntegreerd zoals in ISDN-diensten en GSM-diensten;

- semafoniediensten waarbij er niet zozeer sprake is van verkeer tussen de gebruikers onderling maar waarbij het in hoofdzaak gaat om verkeer afkomstig van gebruikers van telefoondiensten;

- faxdiensten en andere datadiensten die gebruik maken van telefoonaansluitingen.

Op grond van de overgangsregeling, neergelegd in Artikel V, onderdeel C, van de wet tot wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Mediawet, de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in verband met de liberalisering van kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen (kabelgebonden telecommunicatie), Stb. 1996, 320, zal het gebruik van reeds voor de inwerkingtreding van deze wet bijvoorbeeld bij KPN gebruikte (telefoon)nummers aan een hertoetsing op grond van het onderhavige plan worden onderworpen.

Voor telexdiensten wordt verwezen naar het Nummerplan telexdiensten. Voor pakket- en circuitgeschakelde datadiensten wordt verwezen naar het Nummerplan pakket- en circuitgeschakelde datadiensten. Beide plannen zijn gelijktijdig met het onderhavige nummerplan vastgesteld en bekendgemaakt.

§ 2. Nummers

Een nummer is volgens de definitie in artikel 1, eerste lid, onder cc, van de WTV: cijfers, letters of andere symbolen, al dan niet in combinatie, die dienen voor toegang tot of identificatie van gebruikers, netwerkexploitanten, diensten, netwerkaansluitpunten of andere netwerkelementen.

Het onderhavige nummerplan bevat nummers die alleen uit cijfers bestaan. In deze nummers komen geen letters of andere symbolen voor.

Voor codes die de symbolen * of # bevatten, zal door de Minister een afzonderlijk nummerplan worden vastgesteld.

In verband met de bestemming van 131 en 132 wordt het volgende opgemerkt. De toegangscodes 131 en 132 (voor het blokkeren respectievelijk deblokkeren van de faciliteit nummer-identificatie) gelden voor dezelfde bestemmingen als *31* respectievelijk #31*. Bij het beschikbaar zijn van nummeridentificatie kan een oproeper de presentatie van zijn nummer per oproep blokkeren door code 131 of *31* voorafgaand aan het telefoonnummer van de opgeroepene te kiezen. De codes *31* en #31* komen niet voor in het onderhavige nummerplan. De codes 131 respectievelijk 132 die de symbolen * en # niet bevatten, komen wel voor in het nummerplan (zie bijlage 1).

§ 3.Opbouw van nummers

In de ITU-T Aanbeveling E.164 is de globale hiërarchische structuur vastgelegd van de internationale nummers voor telefoon- en ISDN-diensten waarvan de nationale nummers onderdeel uitmaken.

De structuur van de internationale nummers is als volgt:

landcode - nationaal nummer

bijvoorbeeld: 31 - 703456789

31 - 653456789

Het nationale nummer is het geografische nummer (070-3456789) of niet-geografische nummer (065-3456789) zonder de nationale toegangscode 0.

Het internationale nummer kan bestaan uit maximaal 12 cijfers (15 cijfers vanaf 1 januari 1997 volgens ITU-T Aanbeveling E.165). Het nationale nummer kan in Nederland dus bestaan uit maximaal 10 cijfers (13 cijfers vanaf 1 januari 1997).

Bij internationaal kiezen zowel vanuit het buitenland naar Nederland als andersom wordt de internationale toegangscode (00 in Nederland) vóór de landcode gevoegd. Volgens de E.164-Aanbeveling is landcode 31 door ITU-T aan Nederland toegekend.

Bij nationaal kiezen wordt de landcode weggelaten en de nationale toegangscode (0 in Nederland) vóór het nationale nummer gevoegd.

a. Geografische nummers

Nummers, gebaseerd op het onderhavige nummerplan, kunnen op verschillende wijzen zijn samengesteld, afhankelijk van de vraag of de bestemming van het opgeroepen nummer geografisch bepaald is of niet. Geografisch bepaalde bestemmingen zijn de zogenaamde netnummergebieden.

Nummers, bestemd voor netnummergebieden zijn de zogenaamde geografische nummers. Zij zijn als volgt opgebouwd:

netnummer - abonneenummer

bijvoorbeeld: 070 - 2345678

Het eerste deel, het netnummer, duidt het netnummergebied aan. Het tweede deel is het abonneenummer.

Abonneenummers achter een netnummer mogen nooit beginnen met de cijfers 0 of 1. De cijfers 0 en 1 worden immers reeds gebruikt als nationale toegangscode respectievelijk als eerste cijfer van speciale codes. (Abonneenummers die beginnen met cijfer 9 zijn voorlopig niet beschikbaar voor toekenning of reservering.)

b. Niet-geografische nummers

Alle andere nummers, voorkomend in het onderhavige plan, betreffen niet-geografisch bepaalde bestemmingen. Niet geografisch bepaalde bestemmingen zijn diensten.

Nummers, bestemd voor diensten zijn de zogenaamde niet-geografische nummers. Zij zijn als volgt op opgebouwd:

dienstcode - abonneenummer

1∞ bijvoorbeeld: 065 - 9876543

0900 - 3456789

Het eerste deel, de dienstcode, duidt de dienstencategorie aan. In de bovenstaande voorbeelden duidt de dienstcode 065 mobiele telefonie aan en duidt de dienstcode 0900 serieuze koopnummers aan. Het tweede deel is het abonneenummer.

2∞ speciale code

bijvoorbeeld: 112

De samenstelling van deze nummers is in zoverre bijzonder dat daarin de tweedeling dienstcode - abonneenummer ontbreekt.

De nummers kunnen voor een bepaald netnummer of dienstcode zijn verdeeld over verschillende telecommunicatienetwerken, over die netwerken aangeboden telecommunicatiediensten en eindgebruikers van die diensten. Het onderhavige nummerplan legt de bestemming van nummers vast per netnummer, per dienstcode en per speciale code. Het legt in het algemeen niets vast over de verdeling van de achterliggende abonneenummers. Wel legt dit nummerplan deze verdeling vast als het gaat om het wel of niet beschikbaar zijn van abonneenummers voor toekenning of reservering of als het gaat om verdeling naar nummerlengte. Voorbeeld van het eerstgenoemde is het (voorlopig) niet beschikbaar stellen van abonneenummers die met het cijfer 9 beginnen achter netnummers. Voorbeeld van het laatstgenoemde is de verdeling van korte en lange abonneenummers achter de nieuwe dienstcode 0800 voor gratis nummers op basis van de eerste twee cijfers van de abonneenummers (bijlage 3).

In het hiernavolgende wordt op de onderscheiden nummercategorieën afzonderlijk ingegaan.

ad a. Geografische nummers

In Nederland is de opbouw van de geografische nummers, bestaande uit een netnummer gevolgd door een abonneenummer, reeds lang ingeburgerd. Een netnummer geeft toegang tot netwerken in een bepaald geografisch gebied, het zogenaamde netnummergebied. In het netnummer is het netnummergebied eenvoudig herkenbaar, zowel voor netwerken als voor eindgebruikers. Een netnummer bestaat uit 3 of 4 cijfers.

Voor telefonie-achtige diensten was er van oudsher een technische noodzaak om de nummers te verdelen in groepen waarbij iedere groep tot een bepaald geografisch gebied behoorde (geografische nummers). In het onderhavige nummerplan komt deze noodzaak tot uiting in het bestaan van netnummers die ieder zijn bestemd voor één van de netnummergebieden waarin Nederland is opgedeeld. Het telecommunicatienetwerk herkent aan het netnummer in welk geografisch gebied een bepaald nummer thuishoort. Het netwerk heeft met het netnummer de informatie over de bestemming van een nummer en eventueel over het bijbehorende tarief. Voor de eindgebruikers is het netnummer van belang met name om daaruit het tarief voor een oproep naar het desbetreffende netnummergebied te kunnen afleiden. Tevens bevat het netnummer geografische informatie voor de eindgebruiker.

Met het ’intelligenter’ worden van telecommunicatienetwerken verdwijnt geleidelijk de technische noodzaak om in het geografische nummer een netnummer te onderscheiden. Hiermee wordt een belemmering weggenomen voor nummerportabiliteit bij verhuizing door het hele land, dat wil zeggen dat de eindgebruiker zijn nummer kan behouden wanneer hij binnen Nederland verhuist omdat er geen netnummer meer is dat het nummer bindt aan een beperkt geografisch gebied binnen Nederland. Tegelijkertijd ontwikkelt de tarifering van oproepen zich in een richting waarin het tarief minder wordt bepaald door de afstand waarover de oproep zich uitstrekt. Herkenbaarheid van het tarief in het netnummer wordt dan voor de eindgebruiker minder belangrijk.

Deze ontwikkelingen te zamen kunnen ertoe leiden dat de netnummers op den duur geheel verdwijnen. Daarmee verdwijnt tevens het lokaal kiezen maar anderzijds wordt aanzienlijk gewonnen op de efficiëntie in het gebruik van de nummercapaciteit. Er treden dan immers geen ’snijverliezen’ meer op door de versnippering van de capaciteit over de netnummergebieden.

Het onderhavige nummerplan gaat voor de nummers die tot een bepaald geografisch gebied behoren (geografische nummers) uit van het resultaat van de grote omnummeroperatie van PTT Telecom BV, die op 10 oktober 1995 is ingegaan.

Met de bovengenoemde recente omnummeroperatie van PTT Telecom BV is meer capaciteit voor geografische nummers beschikbaar gekomen. Tegelijkertijd zijn de geografische nummers waarvan het abonneenummer begint met het cijfer 1, 7, 8 of 9, vrijgemaakt.

De nummerreeks 1 bevat niet-geografische nummers voor een variëteit aan speciale diensten. De nummerreeks 9 is (voorlopig) niet beschikbaar om flexibiliteit te bewaren ten behoeve van nu niet te voorziene ontwikkelingen. Dit laatste betekent dat achter netnummers (voorlopig) geen abonneenummers mogen worden toegekend die beginnen met het cijfer 9.

ad b. Niet-geografische nummers

Met het ’intelligenter’ worden van telecommunicatienetwerken komen de zogenaamde niet-geografische nummers op.

Vanaf 1985 is met de invoering van de zogenaamde ’06-diensten’ een nieuwe opbouw geïntroduceerd met een dienstcode in plaats van een netnummer. Een dienstcode geeft toegang tot netwerken die niet gebonden zijn aan een netnummergebied en waarop een bepaalde categorie van diensten wordt geboden.

In de dienstcode is de bijbehorende categorie van diensten voor netwerken en eindgebruikers eenvoudig herkenbaar. Net als de netnummers bestaan de dienstcodes uit 3 of 4 cijfers.

Ook voor de diensten die gebruik maken van niet-geografische nummers, kan het voor het netwerk van belang zijn om aan de eerste cijfers te herkennen om wat voor een bestemming het gaat en wat de bijbehorende tarifering is. De eindgebruikers hebben er belang bij van de eerste cijfers van niet-geografische nummers het type dienst en daarmee tariefinformatie te kunnen afleiden.

Analoog aan de indeling in netnummers is de indeling in dienstcodes uniform voor Nederland. Voor dezelfde categorie van diensten op verschillende netwerken wordt dezelfde dienstcode gebruikt. Bij de keuze van de dienstcodes en de bijbehorende nummerlengten (en bij de keuze van speciale codes) is het van toenemend belang om rekening te houden met internationale ontwikkelingen.

De niet-geografisch nummers kennen een toenemend aantal verschillende bestemmingen.

Met de recente omnummeroperatie van PTT Telecom BV is ook meer ruimte gecreëerd voor niet-geografische nummers. Tevoren was alleen de nummerreeks 06 hiervoor beschikbaar. Nu komen, behalve de nummerreeks 1, ook de nummerreeksen 08 en 09 beschikbaar.

De speciale codes zijn korte niet-geografische nummers waarin de opbouw van een netnummer of dienstcode gevolgd door een abonneenummer ontbreekt, bijvoorbeeld alarmnummer 112.

Sommige speciale codes worden niet als afzonderlijk nummer gekozen maar alleen voorafgaand aan een ander nationaal nummer. Een goed voorbeeld daarvan is code 131 voor het blokkeren van de telefoonfaciliteit nummeridentificatie.

De speciale codes zullen de komende jaren nog nader worden bestemd. Voorbeelden van mogelijke bestemmingen zijn:

- nationale inlichtingendienst waar gebruikers nummers kunnen opvragen van Nederlandse abonnees van alle Nederlandse dienstaanbieders;

- carrierselectie waarbij een gebruiker voor nationaal en internationaal lange-afstandsverkeer zelf een lange-afstands-carrier kiest door voorafgaand aan het telefoonnummer een code te kiezen;

- toegang tot een Europese telefoonnummerruimte.

§ 4. Globale relatie nummers en bestemmingen in het nummerplan

Ten behoeve van de eenvoud voor de eindgebruikers is het van belang dat in het nummerplan de categorieën van bestemmingen voor de nummers duidelijk worden onderscheiden. Daarom is het uitgangspunt voor het bestemmen van nog vrije nummerreeksen in de toekomst dat de series 01 t/m 05 en 07 zijn bedoeld voor geografische gebieden, 1 voor de speciale diensten, 06 voor mobiele diensten, en 08 en 09 voor de overige diensten.

In de onderstaande tabellen 1 en 2 is de globale relatie tussen (geografische en niet-geografische) nummers en bestemmingen in het nummerplan weergegeven.

Tabel 1 Globaal overzicht relatie nummers-bestemmingen voor de (niet-geografische) korte codes die geen abonneenummer bevatten

stcrt-1996-144-p4-SC6645-16.gif

Tabel 2 Globaal overzicht relatie nummers-bestemmingen voor de (geografische en niet-geografische) nummers die een abonneenummer bevatten

stcrt-1996-144-p4-SC6645-17.gif

Verklaring van tekens:

g = geografische gebieden

m = mobiele diensten

d = overige diensten

- = niet beschikbaar voor toekenning of reservering om lokaal kiezen mogelijk te maken

x = niet beschikbaar voor toekenning of reservering om opties voor de toekomst open te houden

Opmerking:

De mobiele diensten omvatten mede de mobiele satellietdiensten. Het is niet uitgesloten dat voor soortgelijke diensten met een lokaal of regionaal karakter geografische nummers worden gebruikt.

Tabel 2 moet als volgt worden gelezen:

a. Netnummers en dienstcodes

Verticaal staan in de eerste kolom de eerste twee cijfers van netnummers en dienstcodes. Geografische nummers, die altijd beginnen met een netnummer, en niet-geografische nummers, voor zover die beginnen met een dienstcode, bevatten altijd een abonneenummer. Voor die gevallen laat de tabel zien met welk eerste cijfer het abonneenummer kan beginnen.

Bijvoorbeeld de ’g’ in het vak dat hoort bij rij ’07’ en kolom ’3’ betekent dat het om een geografisch nummer gaat dat begint met 07 en waarvan het abonneenummer met 3 begint; bijvoorbeeld nummer 070-3456789 is een van de nummers die in dit hok valt; hetzelfde geldt voor nummer 071-3210123.

b. Abonneenummers

Horizontaal staat in de eerste rij het eerste cijfer van het abonneenummer (voor zover het gaat om een nummer dat een abonneenummer bevat). Dit cijfer is het vierde of vijfde cijfer van het nummer, omdat het na het netnummer of de dienstcode komt die uit drie of vier cijfers bestaan.

Abonneenummers met eerste cijfer 9 worden in de categorie geografische gebieden (voorlopig) niet beschikbaar (n) gesteld voor toekenning of reservering om in een later stadium flexibel te kunnen inspelen op nu niet te voorziene ontwikkelingen. Andere mogelijkheden worden (nog) niet uitgesloten. Bijvoorbeeld zou, naast de nummerreeks 1, ook de nummerreeks 9 voor speciale diensten kunnen worden gebruikt. Voorlopig is het daarom nodig dat abonneenummers die lokaal kunnen worden gekozen niet met het cijfer 9 beginnen.

In het onderhavige nummerplan komen op enkele punten afwijkingen van de globale relatie tussen (geografische en niet-geografische) nummers en bestemmingen voor, aangezien de noodzaak daarvoor aanwezig is.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In het nummerplan zijn met de relatie tussen nummers en bestemmingen ook nummerlengten vastgelegd.

De lengte, dat wil zeggen het aantal cijfers van het geografische of niet-geografische nummer, is niet meer dan nodig is om aan de voorzienbare nummerbehoefte op zeer lange termijn te kunnen voldoen. Ten behoeve van de eenvoud voor de gebruikers en ook voor de netwerken wordt het aantal voorkomende nummerlengten beperkt gehouden. Bijvoorbeeld als de eindgebruiker weet dat een geografisch nummer altijd uit 10 cijfers bestaat, dan wordt zo’n nummer gemakkelijker onthouden en worden fouten bij het kiezen voorkomen.

Telecommunicatienetwerken moeten zijn voorbereid op bepaalde nummerlengten om nummers efficiënt te kunnen verwerken. Daarbij geldt dat de efficiëntie hoger is naarmate de nummers korter zijn. Hetzelfde geldt voor gebruikers van een telecommunicatienetwerk. Zij hebben baat bij zo kort mogelijke nummers waarbij het aantal verschillende nummerlengten beperkt wordt gehouden. Dit bevordert het gemakkelijk memoriseren en gebruiken van nummers en het herkennen van bepaalde informatie in nummers.

In het eerste lid wordt aangegeven dat van geografische nummers de lengte 10 cijfers is.

In het tweede lid wordt aangegeven dat van niet-geografische nummers de lengte (beperkt) kan variëren. Deze variatie is terug te vinden in de vierde kolom van de tabel in bijlage 1 en in de bijlagen 3 en 4.

Artikel 3

Het nummerplan is het resultaat van afwegingen tussen beperkingen in de nummerlengte en beschikbaarheid van voldoende nummercapaciteit en flexibiliteit. Dat heeft tot gevolg dat de nummers van het nummerplan relatief schaars zijn en efficiënt gebruik behoeven.

Het nummerplan moet voorzien in voldoende nummercapaciteit op zeer lange termijn en in flexibiliteit om extra capaciteit voor bepaalde diensten te creëren als onvoorziene ontwikkelingen daarom vragen. Nummerwijzigingen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen aangezien de economische en maatschappelijke gevolgen daarvan ingrijpend kunnen zijn.

De omvangrijke omnummeroperatie van PTT Telecom BV die op 10 oktober 1995 is ingegaan heeft voorzien in de naar verwachting benodigde capaciteit en flexibiliteit voor een zeer lange termijn.

Voor deze omnummeroperatie is in 1991 een studie verricht waarin werd uitgegaan van een uiteindelijke behoefte aan nummers op de zeer lange termijn (men dacht aan een termijn van ongeveer 30 jaar) die voor Nederland in totaal neerkwam op 160 miljoen nummers. Daarvan is 60 miljoen geografisch (geografische nummers voor lokale en regionale mobiele diensten uitgezonderd) en 30 miljoen mobiel (inclusief ’mobiele’ geografische nummers). Daarbij werd ervan uitgegaan dat voor een groot deel van de bevolking meerdere nummers per persoon in gebruik zouden zijn.

De theoretisch beschikbare capaciteit in het onderhavige nummerplan is veel groter dan de aangenomen uiteindelijke behoefte van 160 miljoen nummers. Uitgaande van een nummerlengte van 10 cijfers bedraagt deze capaciteit zo’n 1 miljard nummers.

Zelfs als ermee rekening wordt gehouden dat er praktische grenzen bestaan aan de efficiëntie waarmee nummercapaciteit kan worden benut, is duidelijk dat de uitgangssituatie goede perspectieven biedt voor de bestendigheid van het onderhavige nummerplan.

Een deel van de capaciteit aan netnummers, dienstcodes en speciale codes is (nog) niet beschikbaar voor gebruik. Deze enorme reserve biedt de flexibiliteit om extra netnummers in te zetten voor de gebieden waar dat nodig is en om extra dienstcodes en speciale codes in te zetten voor de diensten waarvoor dat nodig is.

Een vervijfvoudiging van de capaciteit aan netnummers, dienstcodes en speciale codes zou zelfs mogelijk zijn bij het afschaffen van het lokaal kiezen en de daarvoor benodigde nationale toegangscode. Dan zullen de geografische en niet-geografische nummers niet alleen met 0 of 1 kunnen beginnen maar met ieder cijfer.

Als in de toekomst het onderscheid in netnummergebieden zou worden afgeschaft, wordt nog aanzienlijke efficiëntiewinst bereikt omdat er geen ’snijverliezen’ meer hoeven op te treden door de netnummerindeling. Verder kan nummerportabiliteit bij verandering van dienstaanbieder de efficiëntie nog aanzienlijk verhogen aangezien hiermee de indeling in nummerblokken voor de diverse netwerken en diensten moet worden verlaten.

Natuurlijk kan de capaciteit worden vertienvoudigd door het toevoegen van een extra cijfer aan het geografisch en niet-geografisch bepaald nummer. Een dergelijke ingreep moet echter zoveel mogelijk worden voorkomen.

Het onderhavige nummerplan schept door de uniformiteit van de indeling van Nederland in netnummergebieden wel de mogelijkheid voor een eenvoudige relatie tussen netnummers en tarief maar dwingt niet tot een dergelijke relatie.

Bijlage 1 geeft de relatie tussen reeksen van nummers en bestemmingen in detail weer.

In de eerste kolom zijn de eerste cijfers van de nummerreeksen geplaatst waarvan tenminste een deel van de bijbehorende geografische en niet-geografische nummers in een al of niet bepaalde periode beschikbaar zijn voor toekenning of reservering.

De genoemde eerste cijfers komen overeen met een netnummer, dienstcode of speciale code.

In de tweede kolom zijn de eerste cijfers van de overige nummerreeksen geplaatst waarvan geen van de bijbehorende geografische of niet-geografische nummers op enig moment beschikbaar is voor toekenning of reservering.

Het betreft hier nummers waarmee kan worden ingespeeld op toekomstige behoeften en die mogelijk bij een toekomstige herziening van het nummerplan beschikbaar komen.

Voor deze nummers zijn geen specifieke bestemmingen en geen nummerlengten vastgesteld.

In de derde kolom staan de bestemmingen. Waar niet een geografisch gebied of een dienst is gespecificeerd, gaat het om nummers die niet beschikbaar zijn voor toekenning of reservering.

Eventuele beperkingen in beschikbaarheid voor toekenning of reservering en toelichting op de bestemming zijn eveneens in deze kolom ondergebracht. Deze beperkingen betreffen het niet beschikbaar zijn van een bepaald deel van de nummerreeks of de periode van beschikbaarheid. In het geval van aflopen van de beschikbaarheid wordt de bestemming voor de desbetreffende nummers uitgefaseerd. Uitfaseren van bepaalde nummers voor een bepaalde bestemming betekent dat die nummers voor die bestemming niet meer worden toegekend of gereserveerd vanaf een bepaalde begindatum en dat reeds toegekende of gereserveerde nummers vanaf die begindatum nog tot een bepaalde einddatum actief mogen zijn. Met actief zijn of geactiveerd zijn van een nummer wordt bedoeld dat het nummer voor toegang tot of identificatie van gebruikers, netwerkexploitanten, diensten, netwerkaansluitpunten of andere netwerkelementen volledig is geïmplementeerd in een netwerk. Een volledig geïmplementeerd nummer dat is toegekend aan een gebruiker is voor de gebruikers van het netwerk aankiesbaar.

In de vierde kolom is de lengte, dit is het aantal cijfers, van de volledige geografische en niet-geografische nummers, weergegeven. Dit is alleen gedaan voor de beschikbare nummers uit de eerste kolom. In artikel 3 van dit besluit worden de lengten van deze nummers bepaald.

Bijlage 2 bestaat uit de geografische kaarten waarin de netnummergebieden zijn aangegeven. Zij maken geen deel uit van de gedrukte versie van het nummerplan vanwege het afwijkende formaat en de grafische aard van de informatie. De kaarten liggen evenwel ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie Toezicht Netwerken en Diensten.

Bijlage 3 geeft de verbijzondering naar nummerlengte weer van de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909.

Deze nummerreeksen hebben de bestemming gratis nummers (0800) en tarief- en koopnummers (0900, 0906 en 0909). Momenteel wordt voor deze bestemming de nummerreeks 06 gebruikt. Vanaf 1 januari 1997 kunnen de nieuwe nummerreeksen 08 en 09 worden gebruikt.

De omnummering van niet-geografische nummers is voorzien met en mogelijk gemaakt door de omnummering van de geografische nummers door PTT Telecom BV, die op 10 oktober 1995 is ingegaan.

Redenen voor de omnummering van de niet-geografische nummers zijn: het vrijmaken van de nummerreeks 06 voor mobiele diensten, het harmoniseren van de dienstcodes voor gratis nummers en koopnummers met de internationale trends en het herkenbaar onderscheiden van de verschillende categorieën informatiediensten naar de informatie-inhoud. De behoefte aan herkenbaar onderscheid heeft geresulteerd in drie afzonderlijke dienstcodes voor tarief- en koopnummers (0909 voor amusement, 0906 voor ’sex’ en 0900 voor het overige). Hiermee wordt blokkering van één van de drie categorieën eenvoudig mogelijk gemaakt.

Belangrijkste uitgangspunt bij de omnummering is dat bestaande 06-abonnees zoveel mogelijk de mogelijkheid wordt geboden om zodanig om te nummeren dat het nummerdeel achter 06 wordt gehandhaafd achter de nieuwe dienstcode 0800, 0900, 0906 of 0909. Tweede uitgangspunt is dat het aantal verschillende nummerlengten zoveel mogelijk wordt beperkt. Gezien het intensieve gebruik van vele gratis nummers, tariefnummers en koopnummers is een kort nummer voor deze gevallen gerechtvaardigd. Dit bevordert het eenvoudige en effectieve gebruik van telecommunicatiediensten. Gekozen is voor twee nummerlengten: acht en elf cijfers. Hiermee komt een nummercapaciteit beschikbaar waarmee voor vele jaren royaal in de nummerbehoefte kan worden voorzien. Natuurlijk zijn de korte nummers beperkt beschikbaar, namelijk voor die informatiediensten waarvoor een zekere gebruiksintensiteit kan worden verwacht.

Binnen de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909 kunnen bij toekenning of reservering bepaalde typen diensten door middel van de eerste twee cijfers van het abonneenummer worden onderscheiden, bijvoorbeeld ten behoeve van speciale routering van massaal of explosief verkeer of ter voorkoming van interferentie tussen het gebruik van babbelboxen en andere diensten.

Bij de indeling van de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909 naar nummerlengte heeft de mogelijkheid van alfanumeriek kiezen een belangrijke rol gespeeld. Alfanumerieke kiezen is het kiezen van telefoonnummers met gebruikmaking van een relatie tussen de cijfers en letters. Hiervoor is in ITU-T een wereldstandaard overeengekomen die dit jaar ook door ETSI is geaccepteerd. De verwachting is dat de acceptatie van de wereldstandaard, gecombineerd met het toenemende belang van met name gratis nummers en tarief- en koopnummers als marketinginstrument en laagdrempelige toegang tot bedrijven, zal leiden tot een intensief gebruik van alfanumeriek kiezen. De details van de wereldstandaard en de consequenties voor het nummerplan worden in het hiernavolgende uiteengezet.

De ITU-T Aanbeveling E.161 betreft het zogenaamde alfanumerieke kiezen, dit is het kiezen van telefoonnummers met gebruikmaking van een relatie tussen de cijfers en letters. Een dergelijke relatie dient als geheugensteun voor de oproeper. Voor de opgeroepene kan deze relatie een belangrijk instrument zijn om de herkenbaarheid van het nummer te verhogen. Alfanumeriek kiezen wordt door de Minister wel bevorderd en wel op basis van optie A van ITU-T Aanbeveling E.161. Dezelfde optie is door ETSI tot standaard verheven in European Telecommunications Standard ETS 300-640. Optie A houdt de volgende relatie tussen kiescijfers en letters in:

stcrt-1996-144-p4-SC6645-18.gif

Bij de indeling van de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909 naar nummerlengte is rekening gehouden met het gebruik van alfanumeriek kiezen op basis van ITU-T Aanbeveling E.161, optie A.

Voor korte nummers is alfanumeriek kiezen van minder belang dan voor lange nummers. De korte nummers zijn zoveel mogelijk beperkt tot de abonneenummers waarvan het eerste of tweede cijfer 0 of 1 is. Omdat aan 0 en 1 geen letters zijn gekoppeld, zijn deze abonneenummers minder geschikt voor alfanumeriek kiezen.

Bijlage 4 geeft de verbijzondering naar nummerlengte weer van de nummerreeksen 060, 063, 064, 068 en 069 en naar diensten van de nummerreeksen 063 en 068.

Deze nummerreeksen hebben de bestemmingen gratis nummers tariefnummers en koopnummers. Vanaf 1 januari 1997 kunnen voor deze bestemmingen de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 en 0909 worden gebruikt. Zie de bovenstaande toelichting op bijlage 3.

Het nummerplan voor de nummerreeksen 060, 063, 064, 068 en 069 is gebaseerd op het huidige gebruik. Voor zover de nummerlengten niet door PTT Telecom BV waren vastgesteld, zijn zij zodanig vastgesteld dat bij omnummering naar de nummerreeksen 08 en 09 het nummerdeel achter de nummerreeks 06 zoveel mogelijk kan worden meegenomen. Voor zover de bestemmingen niet door PTT Telecom BV waren vastgesteld, zijn zij zodanig vastgesteld dat zij overeenkomen met de overheersende bestemming voor de desbetreffende dienstcode.

Binnen de nummerreeksen 060, 063, 064, 068 en 069 kunnen bij toekenning of reservering bepaalde typen diensten door middel van de eerste twee cijfers van het abonneenummer worden onderscheiden, bijvoorbeeld ten behoeve van speciale routering van massaal of explosief verkeer of ter voorkoming van interferentie tussen het gebruik van babbelboxen en andere diensten.

Artikel 4

Geografische nummers waarvan de abonneenummers beginnen met één van de cijfers 0, 1 en 9, zijn niet beschikbaar voor toekenning of reservering.

Zoals in de algemene toelichting al is aangegeven, mogen deze abonneenummers niet worden gebruikt. De cijfers 0 en 1 worden reeds gebruikt als nationale toegangscode respectievelijk als eerste cijfer van speciale codes. (Zie ook de toelichting op artikel 7) Het cijfer 9 is (voorlopig) niet beschikbaar om flexibiliteit te bewaren ten behoeve van nu niet te voorziene ontwikkelingen.

Artikel 5

Het eerste lid geeft aan dat een toegekend of gereserveerd geografisch of niet-geografisch nummer in het algemeen niet nogmaals kan worden toegekend of gereserveerd. Nogmaals toekennen of reserveren zou immers kunnen leiden tot verschillend gebruik van hetzelfde nummer waardoor het nummer niet langer een ondubbelzinnige betekenis zou hebben.

Vanzelfsprekend is het evenmin mogelijk hetzelfde geografische of niet-geografische nummer tegelijkertijd meermalen toe te kennen of te reserveren.

Het tweede lid geeft de uitzonderingen aan op het eerste lid. Het betreft geografische en niet-geografische nummers die uitsluitend netwerk-intern worden gebruikt, dat wil zeggen voor routering en testen en dergelijk door de netwerkbeheerder. Het betreft bovendien nummers voor toegang tot netwerklokale faciliteiten voor gebruikers van het netwerk. Voorbeeld van zo’n faciliteit is een help-desk die alleen vanaf het desbetreffende netwerk kan worden aangekozen. Een ander voorbeeld is de blokkering van nummeridentificatie (met behulp van code 131).

Natuurlijk kan een onderdeel van een geografisch of niet-geografisch nummer, zoals een abonneenummer, meer keren voorkomen. Zo kan hetzelfde abonneenummer onder meer netnummers en dienstcodes worden gebruikt.

Krachtens het derde lid is nummer-overlap niet toegestaan, dat wil zeggen dat een geografisch of niet-geografisch nummer niet mag zijn opgebouwd uit een ander (korter) geografisch of niet-geografisch nummer gevolgd door één of meer cijfers. Bijvoorbeeld 0800-1234567 en 0800-1234 mogen niet allebei als geografisch of niet-geografisch nummer voorkomen. Hiermee worden oproepen voorkomen die niet door de oproeper zijn bedoeld.

Artikel 6

Aan de toekenning of reservering van nummers op grond van het onderhavige nummerplan wordt onder andere het voorschrift verbonden dat de nummerhouder of de reserveringhouder de in het voorschrift aangeduide ITU-T aanbevelingen in acht neemt.

De hier bedoelde ITU-T aanbevelingen kunnen ten minste de ITU-T aanbeve-

lingen zijn die genoemd zijn in de algemene toelichting.

Artikel 7

Dit artikel betreft verplichtingen voor de netwerkbeheerders.

Krachtens het eerste lid moet een oproeper binnen een netnummergebied een verbinding tot stand kunnen brengen zowel door het kiezen van het netnummer en abonneenummer van de opgeroepene als door het kiezen van alleen het abonneenummer. Het laatste wordt ’lokaal kiezen’ genoemd.

Dit lokaal kiezen biedt voordelen voor zowel het netwerk als de eindgebruiker. Er kan immers met een korter nummer worden volstaan. Bij een uniforme indeling van Nederland in netnummergebieden wordt hier maximaal gebruik van gemaakt.

Een bijkomend gebruikersbelang van de uniforme indeling is dat het nummerplan geen belemmering vormt voor zogenaamde nummerportabiliteit bij verandering van dienstaanbieder, dat wil zeggen dat de eindgebruiker zijn nummer kan behouden wanneer hij van dienstaanbieder verandert omdat voor het netwerk van de nieuwe dienstaanbieder hetzelfde netnummer geldt.

Ingevolge het tweede lid is een oproep door ’lokaal’ kiezen van abonneenummers achter een dienstcode niet toegestaan. Bijvoorbeeld in plaats van 065-9876543 kan niet 9876543 worden gebruikt.

’Lokaal’ kiezen van abonneenummers achter een dienstcode is weinig zinvol omdat het ’lokale’ verkeer voor deze diensten in het algemeen van geen of relatief weinig betekenis is.Bovendien zou ’lokaal’ kiezen problemen geven bij de invoering van een tweede dienstcode voor dezelfde categorie van telecommunicatiediensten (bijvoorbeeld 062 naast 065 voor mobiele telefonie).

Ingevolge het derde lid is internationaal kiezen van geografische en niet-geografische nummers die met cijfer 1 beginnen, niet toegestaan. Deze nummers worden in het algemeen voor speciale korte codes gebruikt. Bekend voorbeeld is het Europese alarmnummer 112.

Het eerste cijfer 1 zou kunnen worden beschouwd als een tweede nationale toegangscode. Aangezien bij internationaal kiezen de nationale toegangscode wordt weggelaten, vervalt daarbij het onderscheid tussen de nationale nummers die met cijfer 0 beginnen en de nationale nummers die met cijfer 1 beginnen. Om dubbelzinnigheid te voorkomen, is internationaal kiezen van de nationale nummers die met cijfer 1 beginnen, niet toegestaan.

Artikel 8

In het tweede lid wordt de mogelijkheid gegeven dat in uitzonderlijke gevallen, mits goed gemotiveerd, van de in het onderhavige nummerplan vastgestelde bestemming of nummerlengte kan worden afgeweken. Bijvoorbeeld binnen een bepaald netnummergebied kan in sommige gevallen een nummer worden gebruikt dat bestemd is voor een aangrenzend netnummergebied.

Een voorbeeld van een uitzondering is een korte code voor toegang naar een voice-mail-dienst waarbij de korte code minder beslag legt op de nummercapaciteit dan wanneer voor iedere gebruiker van de voice-mail-dienst afzonderlijk een (lang) nummer nodig is.

Verklarende woorden- en afkortingenlijst

Abonneenummer

het deel van een geografisch nummer achter het netnummer of het deel van een niet-geografisch nummer achter de dienstcode.

Actief of geactiveerd nummer

een nummer dat voor toegang tot of identificatie van gebruikers, netwerkexploitanten, diensten, netwerkaansluitpunten of andere netwerkelementen volledig is geïmplementeerd in een netwerk. Een volledig geïmplementeerd nummer dat is toegekend aan een gebruiker is voor de gebruikers van het netwerk aankiesbaar.

Alfanumeriek kiezen

het kiezen van telefoonnummers met gebruikmaking van een relatie tussen de cijfers en letters.

Bestemming

een geografisch gebied of dienst waarvoor nummers worden gebruikt; per dienstcode, netnummer of speciale code is één bestemming bepaald. (In enkele gevallen komen meer bestemmingen voor maar deze worden uitgefaseerd.)

Dienstcode

de eerste cijfers van een niet-geografisch nummer, waarmee een categorie van telecommunicatiediensten wordt bepaald.

ECTRA

de European Committee for Telecommunications Regulatory Affairs.

Elektronische postbus

een telecommunicatiedienst waarmee een bericht onder een aankiesbaar nummer in het netwerk kan worden opgeslagen en opgehaald.

ETS

European Telecommunications Standard.

ETSI

het European Telecommunications Standards Institute

Geografisch nummer

een nummer dat bestemd is voor geografisch bepaalde bestemmingen.

Gratis nummers

een telecommunicatiedienst waarvan het verkeerstarief geheel door de opgeroepene wordt betaald.

Internationaal kiezen

kiezen van een geografisch of niet-geografisch nummer met daaraan vooraf de internationale toegangscode (in Nederland ’00’) gevolgd door landcode 31 en met achterwegelating van de nationale toegangscode 0.

Internationaal nummer

een nummer dat in ITU-T Aanbeveling E.164 is bestemd voor telefoon- en ISDN-diensten en dat is opgebouwd uit een landcode en een nationaal nummer.

ISDN

het Integrated Services Digital Network.

ITU-T

de International Telecommunication Union - Telecommunication Standardization Sector.

Koopnummers

een telecommunicatiedienst waarvan het verkeerstarief plus een tarief van de opgeroepene geheel door de oproeper wordt betaald; het tarief van de opgeroepene wordt geïnd en verrekend door de telecommunicatiedienstaanbieder.

Landcode

de eerste cijfers van een internationaal nummer waarmee een land wordt bepaald.

Lokaal kiezen

kiezen van een abonneenummer zonder het netnummer waarbij het abonneenummer hoort.

Mobiele telefonie

een telecommunicatiedienst voor in hoofdzaak tweewegcommunicatie van of naar mobiele gebruikers.

Nationaal kiezen

kiezen van een volledig geografisch of niet-geografisch nummer.

Netnummer

de eerste cijfers van een geografisch nummer, waarmee een netnummergebied wordt bepaald.

Niet-geografisch nummer

een nummer dat bestemd is voor niet-geografisch bepaalde bestemmingen.

Nationaal nummer

geografisch of niet-geografisch nummer zonder de nationale toegangscode 0.

Nummerplan

een plan, houdende de bestemming van nummers, daaronder mede begrepen gegevens over lengte en samenstelling van de in het plan opgenomen nummers.

Persoonlijke nummers

een telecommunicatiedienst waarmee op één nummer verschillende netwerkaansluitpunten kunnen worden bereikt, afhankelijk van de programmering door de abonnee van de dienst.

Semafonie

een telecommunicatiedienst voor in hoofdzaak eenwegcommunicatie naar mobiele gebruikers.

Speciale code

een niet-geografisch nummer dat niet is opgebouwd uit een dienstcode en een abonneenummer.

Tariefnummers

een telecommunicatiedienst waarvan het verkeerstarief ten dele door de oproeper en ten dele door de opgeroepene wordt betaald.

Virtual private network (VPN)

een particulier netwerk dat geheel of ten dele is opgebouwd uit voorzieningen in openbare netwerken en dat zich voor de gebruiker gedraagt als een particulier netwerk dat geheel is opgebouwd uit particuliere voorzieningen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven