Kortingsregeling cursusgeld Open universiteit

14 juni 1996

nr. U96/8.233 AOK

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder: de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; cursusgeld: de voor een cursus al dan niet met trajectbegeleiding verschuldigde geldsom; betrokkene: degene die voornemens is zich in te schrijven per cursus al dan niet met trajectbegeleiding, en gebruik wil maken van deze regeling; partner: degene met wie betrokkene gehuwd is en van wie betrokkene niet duurzaam gescheiden leeft, dan wel, degene met wie betrokkene ongehuwd duurzaam een gezamenlijke huishouding voert; peilperiode: de periode van drie maanden gelegen voor het moment dat betrokkene een aanvraag indient voor een gedeeltelijke korting van het cursusgeld; college van bestuur: het college bedoeld in artikel 11.1 van de wet; bestuursraad: de raad bedoeld in artikel 11.1 van de wet; eerste cursus: de cursus waarvoor betrokkene het langst is ingeschreven cq ingeschreven is geweest en waarvoor hij niet is geslaagd; tweede cursus: de cursus waarvoor betrokkene, na de eerste cursus, het langst is ingeschreven cq ingeschreven is geweest en waarvoor hij niet is geslaagd; derde cursus: de cursus waarvoor betrokkene, na de tweede cursus, het langst is ingeschreven cq. ingeschreven is geweest en waarvoor hij niet is geslaagd.

Artikel 2

Degene die:

a. de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, èn

b. burger is van de Europese Unie, dan wel in Nederland woonachtig is, èn

c. voornemens is zich in te schrijven per cursus al dan niet met trajectbegeleiding,

kan in aanmerking komen voor gedeeltelijke korting van het cursusgeld, indien deze aan de verdere voorwaarden gesteld in deze regeling voldoet.

Artikel 3

1. Indien betrokkene, en diens eventuele partner, in de peilperiode een netto-inkomen heeft cq hebben dat niet meer bedraagt dan driemaal het normbedrag als geldend voor de op betrokkene toepasselijke woonsituatie, als opgenomen in de Algemene Bijstandswet (exclusief vakantiegeld), komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 90% van het cursusgeld.

2. Indien betrokkene, en diens eventuele partner, in de peilperiode een netto-inkomen heeft cq hebben dat niet meer bedraagt dan 1.15 maal driemaal het normbedrag als geldend voor de op betrokkene toepasselijke woonsituatie, als opgenomen in de Algemene Bijstandswet (exclusief vakantiegeld), komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 50% van het cursusgeld.

3. Bij de bepaling van dit netto-inkomen in de peilperiode worden de volgende posten buiten beschouwing gelaten:

- het totaal aan premies particuliere ziektekosten;

- vakantiegeld;

- huursubsidie;

- studiefinanciering van kind of partner;

- kinderbijslag;

- bepaalde toeslagen op grond van de Algemene Bijstandswet.

Artikel 4

1. Degene die meent recht te hebben op gedeeltelijke korting van het cursusgeld dient een aanvraag in bij het college van bestuur of een door het college van bestuur aan te wijzen instantie voor een beschikking omtrent het kortingspercentage.

2. De in het eerste lid bedoelde beschikking verliest zijn geldigheid een jaar na dagtekening.

3. Gelijktijdig met het eerste, in de in lid 2 genoemde periode, ingediende verzoek tot inschrijving per cursus moet het origineel van de beschikking, als bedoeld in het eerste lid, worden meegezonden aan de Open universiteit.

4. Het toegekende kortingspercentage wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 en 6, gedurende de periode als genoemd in lid 2 in mindering gebracht op het te betalen cursusgeld.

5. Het is niet toegestaan om gedeeltelijke korting aan te vragen op een reeds tot stand gekomen inschrijving bij de Open universiteit.

Artikel 5

Een beschikking op basis van deze regeling waarbij aan betrokkene een kortingspercentage wordt toegekend geeft betrokkene gedurende de in artikel 4, lid 2 genoemde periode de volgende rechten:

a. voor de eerste en de tweede cursus waarvoor wordt ingeschreven en waarbij korting op basis van de onderhavige regeling wordt aangevraagd, wordt een korting op het verschuldigde cursusgeld (exclusief vergoeding voor trajectbegeleiding) conform het bepaalde in artikel 3 verleend, een en ander zonder nadere voorwaarden;

b. voor de derde cursus waarvoor wordt ingeschreven en waarbij korting op basis van de onderhavige regeling wordt aangevraagd, wordt een korting op het verschuldigde cursusgeldt (exclusief vergoeding voor trajectbegeleiding) conform het bepaalde in artikel 3 verleend, een en ander onder de voorwaarde dat tussen het moment van inschrijving voor de tweede cursus en het moment van inschrijving voor de derde cursus minimaal twee maanden zijn verstreken;

c. vervolginschrijvingen (na de derde cursus) onder de voorwaarden zoals neergelegd in deze regeling zijn pas mogelijk, nadat minimaal één cursus met succes is afgerond, èn sedert het moment van laatste inschrijving twee maanden zijn verstreken.

Artikel 6

Betrokkene dient, teneinde een korting te krijgen op het verschuldigde bedrag voor trajectbegeleiding, een afschrift van de kortingsbeschikking te tonen in het studiecentrum waar de trajectbegeleiding wordt verleend. Alsdan is het bepaalde in artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

1. Betrokkene die het niet eens is met de, door of namens het college van bestuur op zijn aanvraag genomen, beschikking omtrent de gedeeltelijke korting kan een bezwaarschrift indienen bij het College van bestuur.

2. Tegen een beschikking genomen op een bezwaarschrift bedoeld in het eerste lid staat op grond van artikel 7.66, eerste lid onder b van de wet beroep open bij het College van beroep voor het hoger onderwijs.

Artikel 8

In die gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, zulks ter beoordeling van de Open universiteit, wordt door of namens het college van bestuur beslist.

Artikel 9

1. Het college van bestuur draagt zorg voor een bekendmaking van deze regeling op in ieder geval de in artikel 7.50, derde lid van de wet voorgeschreven wijze, alsmede van elke wijziging van deze regeling.

2. Elke belangstellende kan op een daartoe strekkend verzoek een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde regeling inzien in een van de studiecentra van de Open universiteit.

Artikel 10

1. Dit is de regeling bedoeld in artikel 7.50, tweede lid van de wet.

2. Zij wordt aangehaald als ’Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit’.

Artikel 11

Deze regeling is vastgesteld op 14 juni 1996 en treedt in wreking op 1 juli 1996.

Naar boven