Samenstelling Raadskamer Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers

11 januari 1996

nr. DVVB/WUP‐U‐951531

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11, vierde lid, van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad;

Besluit:

Artikel 1

Te rekenen van 1 januari 1996 worden voor een periode van vier jaren benoemd tot lid van de Raadskamer Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers, genoemd in artikel 2, tweede lid, van het Besluit Raadskamers:

a. mevrouw drs. A.W. Everts-Kuik, te Leiden;

b. de heer drs. H. de Vries, te Amsterdam, en

c. de heer mr. R.F. Ritzema te Haren.

Artikel 2

Te rekenen van 1 januari 1996 worden voor een periode van vier jaren benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raadskamer Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers, genoemd in artikel 1, mevrouw dr. C. Touwen-Bouwsma, te Amsterdam, en mevrouw J.B. Krouwel-Vlam, te Hengelo.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers.

Naar boven